Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot ontbinding van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1968120301  1968120350 



Uitvoeringsbesluit(en):

2002014244  2002014245 



Artikels:

Artikel 1. De Dienst voor Regeling der Binnenvaart, hierna "D.R.B." genoemd, wordt ontbonden.

Art.2. Alle resterende activa en passiva van de D.R.B. worden van rechtswege aan de Staat overgedragen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen voortvloeiend uit lopende contracten of uit lopende en toekomstige gerechtelijke procedures.
  De Regie der Gebouwen neemt het beheer over van de gebouwen waarvan de D.R.B. eigenaar was.

Art.3. Het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur verzekert de uitvoering van de opdrachten waarmee de D.R.B. na 30 november 1998 verder belast is gebleven.

Art.4. De Minister die het vervoer onder zijn bevoegdheid heeft, duidt, onder de personeelsleden van de D.R.B. die geïntegreerd worden in het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, de personen aan die belast worden met het afsluiten van de boekhouding van de D.R.B. en het afleggen van de rekeningen over het jaar 1999.

Art.5. De personen, aangeduid overeenkomstig artikel 4, maken de toestand per 31 december 1999 op van de financiële middelen die beschikbaar zijn op rekeningen die de D.R.B. in het kader van de hem toevertrouwde opdrachten beheert voor rekening van derden.
  Deze financiële middelen vertegenwoordigen ontvangsten voor orde.
  Een gewone rekenplichtige wordt aangeduid onder de personeelsleden van de D.R.B. die geïntegreerd worden in het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. Deze gewone rekenplichtige is verantwoordelijk voor het beheer van deze ontvangsten voor orde. Hij kan deze ontvangsten, tot beloop van het beschikbaar bedrag, aanwenden voor de betalingsverrichtingen waarvoor de middelen bestemd zijn. Deze betalingsverrichtingen zijn uitgaven voor orde.

Art.6. De personeelskosten van het statutair en contractueel personeel van de D.R.B. die na 31 december 1999 betaalbaar zijn, worden ten laste genomen van de begroting van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur.

Art.7. Het koninklijk besluit van 3 december 1968 houdende omwerking van het statuut van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart wordt opgeheven.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 31 december 1999.

Art. 9. Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 15 december 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
  Mevr. I. DURANT