Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 1°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999012424 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 1°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ, opgeheven bij het koninklijk besluit van 8 juni 2000, wordt hersteld in de volgende lezing : " Voor de periode die aanvangt op 1 juli 2000 en die eindigt op de datum van inrichting van het beheerscomité van het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid de maandelijkse voorschotten aan de volgende instellingen :
  - Academisch Ziekenhuis te Gent : 14 194 125 frank;
  - C.H.U. Sart-Tilman te Luik : 10 133 125 frank;
  - Hôpital psychiatrique Le Chêne aux Haies te Bergen : 1 313 626 frank;
  - Openbaar psychiatrisch centrum te Rekem : 1 453 125 frank;
  - Hôpital psychiatrique Les Marronniers te Doornik : 2 077 000 frank;
  - Openbaar psychiatrisch ziekenhuis te Geel : 1 426 000 frank. ".

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000.

Art. 3. Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 juli 2000.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. M. AELVOET
  De Minister van Sociale Zaken,
  F. VANDENBROUCKE.