7 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 1985 tot toepassing op de private voorzorgsinstellingen van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. (NOTA : De woorden "Controledienst voor de Verzekeringen", "Controledienst" en "Dienst" worden vervangen door ofwel "CBFA", ofwel "Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen", volgens de art. 26 en 33 van KB 2003-03-25/34 ; Inwerkingtreding : 01-01-2004)
Art. 1-24
Artikel 1. Artikel 7, § 1, van de programmawet van 12 december 1997 treedt in werking.
Art.2. In het opschrift van het koninklijk besluit van 14 mei 1985 tot toepassing op de private voorzorgsinstellingen van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, wordt het woord "private" geschrapt.
Art.3. In hetzelfde besluit worden de woorden " het pensioenfonds " en " de pensioenfondsen " telkens vervangen door de woorden " de voorzorgsinstelling " en " de voorzorgsinstellingen ".
Art.4. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en van de verordeningen genomen in uitvoering ervan, wordt verstaan onder :
1° " de wet " : de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 22 februari 1991, de wetten van 19 juli 1991 en 25 juni 1992, de koninklijke besluiten van 8 januari 1993 en 12 augustus 1994, de wet van 6 april 1995, de koninklijke besluiten van 22 december 1995 en 6 mei 1997, de wetten van 12 december 1997, 5 juli 1998, 28 april 1999 en 3 mei 1999;
2° " de Controledienst " : de Controledienst voor de Verzekeringen opgericht door de wet;
3° " de voorzorgsinstellingen " : de voorzorgsinstellingen bedoeld in artikel 2, § 3, 6° van de wet;
4° " voorzorgsactiviteit " : activiteit die bestaat in het opbouwen van voordelen van forfaitaire aard bij oppensioenstelling, bij overlijden of bij invaliditeit ten voordele van het personeel of van de bestuurders van ondernemingen of van publiekrechtelijke rechtspersonen;
5° " begunstigde " : de begunstigde van de prestaties van de voorzorgsinstelling;
6° " voorzorgsverbintenis " : verbintenis van de voorzorgsinstelling ten voordele van de begunstigden;
7° " resultaatsverbintenis " : er bestaat een resultaatsverbintenis in hoofde van de voorzorgsinstelling, wanneer deze een bepaald resultaat waarborgt tegen bepaalde vooraf vastgestelde stortingen. Dit staat in tegenstelling tot een middelverbintenis, waarbij de voorzorgsinstelling er zich toe verbindt om de hem toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beheren met het oog op de uitvoering van het pensioenplan.
Voor de toepassing van dit besluit en van de verordeningen genomen in uitvoering ervan worden de begrippen " vermogen ", " technische voorzieningen voor samengestelde prestaties " en " technische voorzieningen voor nog uit te voeren prestaties " gebruikt in de zin van de reglementering inzake de jaarrekening betreffende de voorzorgsinstellingen en wordt het begrip " toezegging van het type vastgestelde lasten " gebruikt in de zin van de reglementering betreffende de aanvullende pensioenen. ".
Art.5. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" 1° in de kolom 1 van § 1 dient het punt c) in de Nederlandse tekst aangevuld te worden met de woorden "verzekeringsovereenkomsten" en "overeenkomsten", en in de Franse tekst met het woord "contrats";
2° in de kolom 1 van § 1 dienen in het punt e) de woorden "winst- en verliesrekening" te worden vervangen door het woord "resultatenrekening". ".
Art.6. In artikel 4, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "Artikel 3, § 5" door de woorden "Artikel 3, § 3" vervangen.
Art.7. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Art. 5. § 1. Artikel 5, tweede lid, 3° en 3°bis van de wet is niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen.
§ 2. Artikel 5, tweede lid, 6°, van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" het bewijs dat de voorzorgsinstelling beschikt over de solvabiliteitsmarge bedoeld in artikel 15. ".
Art.8. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Art. 6. Artikel 8 van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" De toelating kan slechts worden verleend aan voorzorgsinstellingen :
- die doen blijken dat hun financiële toestand alle gewenste waarborgen biedt voor een goede uitvoering van hun verbintenissen en dat hun verrichtingen steunen op de regels van de actuariële techniek;
- die voldoen aan de andere voorwaarden en regels gesteld door of krachtens de wet. ".
Art.9. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 8. Artikel 15 van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" De voorzorgsinstellingen moeten een voldoende solvabiliteitsmarge samenstellen met betrekking tot hun verrichtingen bij overlijden en invaliditeit.
De Koning bepaalt de wijze van berekening van de solvabiliteitsmarge en het niveau dat ze moet bereiken in verhouding tot de verbintenissen van de voorzorgsinstelling. ".
Art.10. Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 8bis. Artikel 15bis van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" De solvabiliteitsmarge wordt samengesteld door het vermogen van de voorzorgsinstelling, na aftrek van de technische voorzieningen voor samengestelde prestaties, de technische voorzieningen voor nog uit te voeren prestaties, de immateriële elementen opgenomen in de balans en de vorderingen op de werkgever die niet gewaarborgd zijn of waarvan de waarborg niet door de Controledienst wordt aanvaard. ".
Art.11. Een artikel 8ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Art. 8ter. Artikel 15ter van de wet is niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen. ".
Art.12. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.13. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Art. 12. Artikel 23 van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" Behoudens toepassing van artikel 22, moet elke wijziging aan de financiële of administratieve organisatie of aan de werkingsvoorwaarden, inzonderheid die met betrekking tot de gegevens bedoeld in artikel 5, tweede lid, 2° en 5° binnen een termijn van één maand aan de Controledienst worden meegedeeld. ".
Art.14. Een artikel 12bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 12bis. Artikel 23bis van de wet is niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen. ".
Art.15. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen :
" Art. 14. Artikel 26, §§ 1 en 2, van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" Met het oog op het herstel van de financiële toestand van een voorzorgsinstelling waarvan het vermogen de som van de technische voorzieningen (provisies) voor samengestelde prestaties, van de technische voorzieningen (provisies) voor nog uit te voeren prestaties en van de samen te stellen marge niet meer dekt of die niet meer voldoet aan de voorwaarden van artikel 16, eist de Controledienst voor de Verzekeringen dat hem, binnen de door hem vastgelegde termijn, een herstelplan wordt voorgelegd.
Hij mag ook de vrije beschikking over de activa van de voorzorgsinstelling beperken of verbieden en, bovendien, alle maatregelen treffen die de belangen van de deelnemers en van de begunstigden kunnen vrijwaren. ".
Art.16. Een artikel 15bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 15bis. Artikel 40bis, eerste lid van de wet moet als volgt worden gelezen :
" De voorzorgsinstellingen wijzen één of meer actuarissen aan die hun verplicht advies moeten verstrekken over het financieringsplan, de tarieven, de herverzekering en het bedrag van de technische voorzieningen.
De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen met toezeggingen van het type vastgestelde lasten die enkel de evolutie van de gedane stortingen waarborgen overeenkomstig het reële rendement van de voorzorgsinstelling zonder enig risico op zich te nemen. ".
Art.17. De artikelen 16bis tot en met 16sexies, luidend als volgt, worden in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 16bis. Hoofdstuk Vbis van de wet is van toepassing op de voorzorgsinstellingen, met uitzondering van de bepalingen van de artikelen 53, 54, 56, 60 en 62. ".
Art. 16ter. Artikel 74 van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" De voorzorgsinstellingen mogen, mits voorafgaande toestemming van de Controledienst, geheel of gedeeltelijk de rechten en de verplichtingen die voortvloeien uit hun voorzorgsactiviteit overdragen aan een verzekeringsonderneming of aan een bij artikel 2, § 3 van de wet bedoelde instelling. ".
Art. 16quater. Artikel 75 van de wet is niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen.
Art. 16quinquies. Artikel 76 van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" De overdracht van de rechten en de verplichtingen die voortvloeien uit de voorzorgsactiviteit van een voorzorgsinstelling is slechts tegenstelbaar aan de deelnemers, de begunstigden en alle betrokken derden wanneer ze werd toegestaan door de Controledienst.
Die tegenstelbaarheid heeft uitwerking vanaf de dag van de in artikel 78 bedoelde publicatie. ".
Art. 16sexies. Artikel 77 van de wet dient als volgt te worden gelezen :
" De overdragende voorzorgsinstelling moet alle betrokken deelnemers en begunstigden van de overdracht in kennis stellen. ".
Art.18. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Art. 17. Hoofdstuk VI van de wet is niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen. ".
Art.19. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" 1° in de eerste zin worden de woorden "artikel 62" vervangen door de woorden "artikel 92";
2° in § 2, tweede lid worden de woorden "artikel 63" vervangen door de woorden "artikel 93";
3° § 3 wordt met het volgende lid aangevuld :
" In afwijking van het eerste lid dienen de voorzorgsinstellingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en de voorzorgsinstellingen die een voorzorgsactiviteit ten voordele van de bestuurders van een onderneming uitoefenen vóór 1 september 2001 de aanvraag om toelating in. ".
Art.20. In de eerste zin van artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 63" vervangen door de woorden "artikel 93".
Art.21. Een artikel 20bis wordt in hetzelfde besluit ingelast :
" Art. 20bis. Artikel 5, § 2, 8, 8bis, 8ter en 14 van dit besluit zijn niet van toepassing op de voorzorgsinstellingen die resultaatsverbintenissen aangaan. ".
Art.22. Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit voor de voorzorgsinstellingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en de voorzorgsinstellingen die een voorzorgsactiviteit ten voordele van de bestuurders van een onderneming uitoefenen in werking op 1 september 2000. ".
Art.23. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.
Art. 24. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 mei 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
Ch. PICQUE.