9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit houdende organisatie van de toekenning van toelagen voor projecten van animatie- en informatie- activiteiten voorgesteld door verenigingen en instellingen van openbaar nut in het kader van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-01-2000 en tekstbijwerking tot 16-03-2000)
Art. 1-7
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
a) "voorontwerpplan" : het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling;
b) "raadpleging" : de raadpleging van de bevolking over het voorontwerpplan;
c) "comité" : het begeleidingscomité voor het openbaar onderzoek over het voorontwerp van het federaal plan voor duurzame ontwikkeling.
Art.2. § 1. Een toelage van een bedrag van maximum 100 000 BEF zal worden toegekend aan elk van de (vijfentwintig) beste projecten voor animatie- en informatieactiviteiten, voorgesteld door verenigingen of instellingen van openbaar nut in het kader van de raadpleging en geselecteerd door het comité. <KB 2000-03-12/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-03-2000>
§ 2. Een bijkomende toelage van 10 000 BEF kan worden toegekend aan elk van de geselecteerde projecten. Dit eventueel supplement kan alleen besteed worden voor het toekennen van een vergoeding voor één of meerdere deskundigen buiten de organiserende vereniging of instelling van openbaar nut die in het kader van de voorgestelde activiteit tussenkomen. Het bedrag voor de vergoeding die door de vereniging of de instelling van openbaar nut uitgekeerd wordt, mag de 5 000 BEF per deskundige niet overschrijden.
Art.3. § 1. Deze projecten, waarvan de belangrijkste activiteit zich dient af te spelen over een dag of maximum twee dagen, moeten vóór 10 februari 2000 worden ingediend bij de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling, Koloniënstraat 56, te 1000 Brussel.
§ 2. De openbare activiteiten, opgenomen in de projecten, moeten verplicht doorgaan tussen 1 februari 2000 en 31 maart 2000, dat wil zeggen gedurende de effectieve duur van de raadpleging.
§ 3. Deze activiteiten moeten volgende elementen omvatten :
- een toelichting bij de betekenis van het begrip "duurzame ontwikkeling";
- een algemene beschrijving van het voorontwerpplan;
- een beschrijving van het voor de activiteit uitgekozen thema, te situeren binnen het globale verband van de raadpleging;
- de mogelijkheid voor de deelnemers om dadelijk te antwoorden op de raadpleging, via een antwoordformulier dat elke deelnemer aan een activiteit ter beschikking wordt gesteld, en door middel van de rechtstreekse toegankelijkheid van het voorontwerpplan op de plaats waar de activiteit plaatsheeft.
§ 4. In samenspraak met de organisatoren van de uitgekozen projecten zal het comité een kalender voorstellen voor de weerhouden projecten, verenigbaar met de eerste doelstelling van de organisatie van die activiteiten, namelijk het voorontwerp de grootst mogelijke bekendheid te geven alsmede de bevolking aan te moedigen tot de effectieve uitoefening van haar recht om hierover haar mening te uiten.
Art.4. De ingediende projecten moeten minstens volgende elementen bevatten :
a) de voorgestelde plaats voor de activiteit;
b) de voorgestelde datum of data voor de activiteit;
c) het voornaamste thema dat zal worden behandeld tijdens die activiteit;
d) het doelpubliek;
e) het programma van de activiteit;
f) een tijdschema voor de dag of de dagen van de activiteit met beschrijving van de verschillende tijdroosters;
g) de algemene doelstelling van de activiteit met de motivatie van de keuze door de organisator;
h) een voorlopig evaluatierooster dat zal dienen om, a posteriori, de werkelijke impact van de activiteit in te schatten, niet alleen bij de deelnemers maar bij de bevolking in het algemeen;
i) een gedetailleerde staat van het budget dat noodzakelijk is voor de organisatie van de activiteit.
Art.5. De lijst van de door het comité weerhouden projecten zal opgesteld worden op totaal onafhankelijke wijze. Er zal geen enkele betwisting over de inhoud van de lijst of de gegrondheid van de keuze door het comité mogelijk zijn.
Een eerste selectie van projecten zal door het comité worden bepaald vóór 1 februari 2000, op basis van de voorstellen die uiterlijk op 21 januari 2000 werden ingediend. De selectie van de overige projecten die in aanmerking komen voor betoelaging zal gebeuren vóór 15 februari 2000.
Art.6. De toelage voor elk project zal worden uitgekeerd na de effectieve uitvoering van de activiteit, mits voorlegging van een schuldvordering met in bijlage een activiteitenverslag en het degelijk ingevulde evaluatierooster voorzien in artikel 4, k), van dit besluit, met de handgeschreven vermelding "Gezien en goedgekeurd" met in bijlage de voorradige bewijsstukken. Deze stukken moeten overgemaakt worden aan het Ministerie van Economische Zaken, Bestuur Energie, North Gate III, Emile Jacqmainlaan 154, te 1000 Brussel.
Ook de organisator van de activiteit zal de raadpleging beantwoorden, via een antwoordformulier dat hij, als organisatie, zal invullen.
Het bedrag van de toelagen wordt aangerekend op het krediet van programma 61.5 ("Acties in verband met duurzame ontwikkeling") van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, Bestuur Energie voor het begrotingsjaar 2000.
Art. 7. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT
De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
O. DELEUZE