18 APRIL 2000. - Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, alsook de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Art. 2-6
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 7
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Art.2. In artikel 30 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 17 oktober 1990 en gewijzigd bij de wetten van 4 augustus 1996 en 25 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste en tweede lid vormen paragraaf 1;
2° het derde lid, dat paragraaf 2 wordt, wordt vervangen als volgt :
" § 2. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bijzondere procedureregels vaststellen voor de behandeling van de verzoekschriften die doelloos, kennelijk onontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond zijn, zo nodig in afwijking van artikel 90.
Onverminderd het vorige lid, kan Hij ook, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bijzondere regels vaststellen inzake de samenstelling van de kamers, de termijnen en de procedure voor de behandeling van de verzoekschriften die gericht zijn tegen een beslissing genomen met toepassing van de wetten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zo nodig in afwijking van paragraaf 1, evenals van de artikelen 14, 17, 18, 21, 21bis en 90. Hij kan bovendien bijzondere regels vaststellen voor de behandeling van de verzoekschriften die enkel korte debatten met zich meebrengen. ";
3° een paragraaf 3 wordt toegevoegd, luidende :
" 3. In de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde aangelegenheid,
a) is de procedure, behoudens uitzondering, schriftelijk;
b) is het arrest waarbij uitspraak wordt gedaan in kort geding, over het beroep tot nietigverklaring of over het cassatieberoep, niet vatbaar voor verzet, derdenverzet of herziening. ".
Art.3. In artikel 35 van dezelfde gecoördineerde wetten, worden de woorden " artikel 30, tweede lid " vervangen door de woorden " artikel 30, § 1, tweede lid ".
Art.4. In artikel 69 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996 en gewijzigd bij de wet van 25 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " uit achtendertig leden, zijnde een eerste voorzitter, een voorzitter, tien kamervoorzitters en zesentwintig staatsraden " worden vervangen door de woorden " uit tweeënveertig leden, zijnde een eerste voorzitter, een voorzitter, twaalf kamervoorzitters en achtentwintig staatsraden ";
2° de woorden " vijftig eerste auditeurs, auditeurs en adjunct-auditeurs, " worden vervangen door de woorden " zesenvijftig eerste auditeurs, auditeurs en adjunct-auditeurs ";
3° de woorden " en zeventien griffiers ", worden vervangen door de woorden " en drieëntwintig griffiers ".
Art.5. Artikel 86, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, wordt vervangen als volgt :
" De afdeling administratie is ingedeeld in elf kamers, vijf Nederlandstalige kamers, vijf Franstalige kamers en één tweetalige kamer, elk samengesteld uit drie leden ".
Art.6. In artikel 87 van dezelfde gecoördineerde wetten, worden het tweede en het derde lid, ingevoegd bij de wetten van 4 augustus 1996 en 8 september 1997, vervangen als volgt :
" Twee Nederlandstalige kamers nemen bij voorrang kennis van de vorderingen ingediend tegen administratieve beslissingen die genomen zijn met toepassing van de wetten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Twee Franstalige kamers nemen bij voorrang kennis van de vorderingen ingediend tegen administratieve beslissingen die genomen zijn met toepassing van de wetten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. "
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 7. Artikel 70 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vervangen bij de wet van 10 juli 1996, wordt opgeheven.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Aalst, 18 april 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN