2 MAART 2000. - Koninklijk besluit waarbij aan de Commissie voor regularisatie ingesteld door de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en tot het Wachtregister.
Art. 1-5
Artikel 1. Aan de Commissie voor regularisatie, ingesteld door artikel 3 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, hierna te noemen " Commissie voor regularisatie ", wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 11°, en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
De in het eerste lid bedoelde toegang geldt uitsluitend voor de uitvoering van de taak opgelegd door artikel 4 van de bovenvermelde wet van 22 december 1999.
De toegang tot de informatiegegevens is toegestaan :
1° aan de eerste voorzitter, de vice-eerste voorzitter, de Kamervoorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de Commissie voor regularisatie;
2° aan de administrateur van deze Commissie en aan de leden van het secretariaat die hij bij name en schriftelijk aanduidt, wegens hun functie en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van twintig jaar die aan de datum van opvraging van de gegevens voorafgaat.
Art.2. De met toepassing van artikel 1, eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts gebruikt worden voor het in artikel 1, tweede lid, vermelde doel. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd :
1° de natuurlijke personen op wie de informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun kunnen medegedeeld worden in het kader van de betrekkingen die zij, uit hoofde van hun aanstelling, in het kader van de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met de Commissie voor regularisatie onderhouden.
Art.3. De personen bedoeld in artikel 1, derde lid, ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister en Wachtregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.
Art.4. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personen wordt, met vermelding van hun ambt of functie, jaarlijks opgemaakt en met dezelfde regelmaat overgezonden aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 2 maart 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN