22 OKTOBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende oprichting en samenstelling van een raad van beroep voor sommige Vlaamse openbare instellingen.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende oprichting, en samenstelling van een raad van beroep voor sommige Vlaamse openbare instellingen worden na de woorden "de ambtenaar" telkens de woorden "of de stagiair" ingevoegd.
Art.2. In artikel 13, §1, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt: "Aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de kamers in de raad van beroep wordt een presentiegeld van 4 000,- frank (tegen 100 %) per zitting van een halve dag toegekend."
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995, met uitzondering van artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1998.
Art. 4. De leden van de regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 oktober 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie,
S. STEVAERT
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Mevr. M. VOGELS
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden,
B. ANCIAUX
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
Mevr. M. VANDERPOORTEN
De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme,
R. LANDUYT
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
Mevr. V. DUA
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport,
J. SAUWENS
De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,
D. VAN MECHELEN