9 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 september 1981 waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading in vogels wordt toegestaan in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse Gewest.
Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1, N2, N3
Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 14 september 1981 waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading in vogels wordt toegestaan in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse gewest, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "6, § 1, lid 2," vervangen door de woorden "6, § 1, en artikel 7bis";
2° in § 1 wordt het zevende lid vervangen door wat volgt :
"De vogels, bedoeld in artikel 7bis van hetzelfde koninklijk besluit, geringd met een gesloten voetring, moeten worden ingeschreven in de inventaris die gelijkvormig is aan het model van bijlage I, gevoegd bij dit besluit.";
3° in § 1 wordt het negende lid vervangen door wat volgt :
"De vogels bedoeld in artikel 6, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit, geringd met een open voetring, moeten worden ingeschreven in de inventaris die gelijkvormig is aan het model van bijlage II, gevoegd bij dit besluit.";
4° in § 3, vijfde lid, wordt de tweede zin opgeheven;
5° in § 3 wordt het achtste lid vervangen door wat volgt :
"Elke vogelhouder dient bij de inventaris steeds de overeenstemmende, dagelijks bijgewerkte afschriften van de steekkaarten te bewaren.";
6° in § 3 wordt het negende lid opgeheven.
Art.2. Artikel 1bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "2 en 3" vervangen door de woorden "I en II";
2° in het tweede lid worden na de woorden "de volwassen vogels" de woorden "van bijlage II van hetzelfde koninklijk besluit" ingevoegd;
3° in het derde lid worden na de woorden "de vogels" de woorden "van bijlage I van hetzelfde koninklijk besluit en de vogels, bedoeld in artikel 7bis van hetzelfde koninklijk besluit" ingevoegd.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 3bis. In gevangenschap geboren vogels van soorten behorend tot bijlage I van het koninklijk besluit van 9 september 1981, die werden geringd met een open voetring, geleverd door het bevoegde bestuur volgens de reglementering van toepassing vóór het van kracht worden van deze bepaling, worden ingeschreven in de inventaris die gelijkvormig is aan het model van bijlage II bij dit besluit.".
Art.5. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "vogels vermeld in bijlage 2a van het koninklijk besluit van 9 september 1981 kan voor 15 augustus van ieder jaar" vervangen door de woorden "vink kan";
2° § 3 wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 6, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "vogels, behorende tot de soorten bepaald door de minister krachtens artikel 4 van dit besluit," vervangen door de woorden "vinken" en worden de woorden "in het raam van de in artikel 4 bedoelde bevoorrading" geschrapt.
Art.7. § 1. Bijlage 1, gevoegd bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I, gevoegd bij dit besluit.
§ 2. Bijlage 2, gevoegd bij hetzelfde besluit wordt hernummerd tot bijlage II.
§ 3. Bijlage 3, gevoegd bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage II, gevoegd bij dit besluit dat de nieuwe bijlage III vormt.
§ 4. Bijlage 4, gevoegd bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage III gevoegd bij dit besluit dat de nieuwe bijlage IV vormt.
Art.8. Het ministerieel besluit van 30 oktober 1992 tot aanvaarding van voetringen voor het merken van vogels, vermeld in bijlage 4 van het koninklijk besluit van 9 september 1981 wordt opgeheven.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 9 februari 1999.
Th. KELCHTERMANS
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. Inventaris van de in gevangenschap geboren vogels bedoeld in artikel 7bis van het koninklijk besluit van 9 september 1981 (toepassing van het ministerieel besluit van 14 september 1981).
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-02-1999, p. 5179).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 februari 1999 tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 september 1981 waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading in vogels wordt toegestaan in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse Gewest.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS
Art. N2. Bijlage II. - Steekkaart voor vogels, bedoeld in artikel 6, § 1, en artikel 7bis van het koninklijk besluit van 9 september 1981 (toepassing van artikel 1, § 2, het ministerieel besluit van 14 september 1981).
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-02-1999, p. 5179).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 februari 1999 tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 september 1981 waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading in vogels wordt toegestaan in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse Gewest.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS
Art. N3. Bijlage III. - Kenmerken waaraan de ringen moeten voldoen die aangebracht worden aan de poot van vogels die behoren tot de soorten, vermeld in bijlage I en II van het koninklijk besluit van 9 september 1981 en die onder zich worden gehouden (artikel 2 van dit besluit).
A. Gesloten voetringen (vogels van bijlage I van het koninklijk besluit en vogels, bedoeld in artikel 7bis van hetzelfde koninklijk besluit) :
1. de ringen moeten zo worden vervaardigd dat de binnendiameter noch langs fysische noch langs chemische weg kan worden veranderd;
2. de ringen moeten cilindervormig zijn en de beide openingen ervan moeten dezelfde diameter bezitten;
3. de diameter van de ringen moet aangepast zijn aan de vogelsoort, zodat de ring niet aan de poot van volwassen exemplaren van deze soort kan worden bevestigd zonder de poot te kwetsen;
4. de ringen moeten geanodiseerd zijn;
5. elke ring draagt een samengesteld nummer. Dat bestaat ten minste uit de laatste twee cijfers van het jaartal waarin de ring wordt gebruikt; de kenletters of -cijfers van de groepering die de ring heeft uitgegeven en een nummer bestaande uit minstens drie cijfers, zodat elke groepering steeds in haar eigen administratie kan terugvinden welke persoon de ring heeft ontvangen;
6. ringen van vogels afkomstig van buiten het Vlaamse Gewest moeten voldoen aan de bovengenoemde kenmerken 1, 2, 3 en 4 en moeten het jaartal waarin de ring wordt gebruikt en een volgnummer dragen.
B. Open voetringen (vogels van bijlage II van het koninklijk besluit) :
1. de ringen moeten zo worden vervaardigd dat ze, nadat ze eenmaal gesloten werden rond de poot van de vogel, niet meer kunnen worden verwijderd zonder te breken of de poot van de vogel te kwetsen;
2. de diameter van de ringen na sluiting moet aangepast zijn aan de vogelsoort;
3. elke ring draagt een samengesteld nummer bestaande uit de laatste twee cijfers van het jaartal waarin de ring wordt ontvangen en een nummer uit een doorlopende reeks, bestaande uit ten minste vier cijfers. De eerste ring van elke reeks draagt het nummer 0001.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 februari 1999 tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 september 1981 waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading in vogels wordt toegestaan in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse Gewest.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS