17 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een werkingssubsidie aan de VZW Stuurgroep Tewerkstellingsbeleid in een Regionaal Kader.
Art. 1-5
Article 1. Ten laste van de organisatie-afdeling 52, programma 52.40, basisallocatie 01.04 van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 wordt een werkingssubsidie ten bedrage van maximaal 6 163 622,- BF toegekend aan de V.Z.W. Stuurgroep Tewerkstellingsbeleid in een Regionaal Kader, afgekort STIRK, Kongostraat 7, 9000 Gent, verder genoemd "de VZW". Deze VZW heeft als werkingsgebied het grondgebied van het STC Gent.
Art.2. De werkingssubsidie wordt toegekend aan de V.Z.W., als die is opgericht in uitvoering van art. 9, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1998 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, zoals dat werd gewijzigd bij besluit van 7 juli 1998. De werkingssubsidie mag bijgevolg alleen aangewend worden in het kader van het initiatiefrecht dat de STC's toegekend is (door art. 7, § 2, 3°, van bovengenoemd besluit) om haar opdracht inzake het coördineren en structureren van het arbeidsmarktbeleid in zijn subregio te kunnen realiseren.
Volgende acties kunnen ondermeer onderscheiden worden :
- het stimuleren van de afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt;
- het stimuleren van de sociale economie, zowel binnen als buiten het normaal economisch circuit;
- het stimuleren van positieve actieprojecten die de reguliere tewerkstelling van doelgroepwerkzoekenden beogen.
Art.3. De werkingssubsidie mag alleen aangewend voor de uitvoering van de in art. 2 gestipuleerde acties. Door de VZW wordt hiervoor een team in dienst genomen dat bestaat uit één VZW-coördinator, één projectontwikkelaar - Interface en één projectontwikkelaar migranten. Uitsluitend de loon- en werkingskosten van de gesubsidieerde teamleden komen in aanmerking als terugbetaalbare kosten, voor zover zij betrekking hebben op de in art. 2 omschreven activiteiten die uitgevoerd worden binnen de uitvoeringsperiode van dit besluit. Deze periode loopt van 1 december 1998 tot 30 november 1999.
Art.4. § 1. De werkingssubsidie wordt gestort op bankrekeningnummer 523-0800672-12 van de VZW overeenkomstig de volgende modaliteiten :
- een eerste voorschot ten belope van 45 % van de maximale subsidie of 2 773 630,- BF wordt betaald na ondertekening en vastlegging van het toelagebesluit en onder voorwaarde dat de VZW bewijst opgericht te zijn en handelingsbekwaam te zijn;
- een tweede voorschot ten belope van 45 % van de maximale subsidie of 2 773 630,- BF wordt betaald uiterlijk op het einde van de zesde maand van de uitvoeringsperiode onder voorwaarde dat de VZW uiterlijk op het einde van de vijfde maand aantoont aan de hand van de arbeidsovereenkomsten eniof loonfiches dat de teamleden aangeworven werden en de beoogde activiteiten uitvoeren. Niet aanwerving van teamleden zal een inhouding van het tweede voorschot met zich brengen. Indiensttreding op een later tijdstip dan waarmee bij de subsidiebepaling werd rekening gehouden zal een evenredige vermindering van het tweede voorschot voor gevolg hebben;
- het saldo dat niet hoger kan zijn dan het verschil tussen de uitgekeerde voorschotten en de maximale subsidie wordt vereffend nadat de VZW zowel aan de hand van een activiteitsrapport heeft aangetoond dat de met het besluit beoogde werkzaamheden effectief werden uitgevoerd in de subsidieperiode, als aan de hand van afschriften van de stavingsstukken opgave heeft gedaan van alle subsidieerbare uitgaven en heeft gemeld op welke plaats de originelen worden ter beschikking gehouden voor verificatie.
§ 2. De VZW maakt de in § 1 voorgeschreven documenten over aan de administratie Werkgelegenheid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Markiesstraat 1, 1000 Brussel. De hoogte van de definitief verschuldigde subsidie, met een maximum van 616 362,- BF zal worden bepaald op basis van de ingediende stukken en voor zover voldoende uitgaven worden bewezen. De saldo-uitbetaling gebeurt mits gunstig advies van de Inspectie van Financiën.
De VZW is verplicht de via voorschot eventueel te veel betaalde som, zonder ingebrekestelling, op eenvoudig verzoek van de administratie Werkgelegenheid terug te storten.
Art. 5. De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 november 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS