17 MAART 1999. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit van 27 juli 1976 tot reglementering van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de toekenning van een wachtweddetoelage in het gesubsidieerd onderwijs (VERTALING).
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 5, § 1, 6, d), van het koninklijk besluit van 27 juli 1976 tot reglementering van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de toekenning van een wachtweddetoelage in het gesubsidieerd onderwijs wordt vervangen door de volgende bepaling :
" d) voor de schooljaren 1991-1992 tot en met 1998-1999 de betrekking toevertrouwen aan gelijk welke persoon die nog niet een hoofdambt met volledige prestaties uitoefent en die bij het begin van het betrokken schooljaar een dienstanciënniteit heeft van ten minste 240 dagen boven de leeftijdstrappen vastgesteld in artikel 1, § 1, 6, voor de personeelscategorieën bepaald in artikel 1, § 2, 2 a).
Deze dienstanciënniteit moet verkregen zijn bij de uitoefening van een hoofdambt en gedurende de twee schooljaren welke aan het betrokken schooljaar voorafgaan. ".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 1991.
Art. 3. De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 maart 1999.
De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen,
W. SCHRODER