Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1975032010 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " § 1. Het centrum biedt aan zijn consultanten een diagnose en een behandeling of begeleiding op het psychiatrisch, medisch, psychologisch en sociaal vlak.
  § 2. Daar de prestaties van het centrum ook door andere instellingen worden geleverd, zorgt het centrum eerst voor de behandeling of de begeleiding op het psychiatrisch, medisch, psychologisch en sociaal vlak van de personen die de sociale inrichtingen erkend door de Duitstalige Gemeenschap of de OCMW 's naar hem verwijzen.
  § 3. Is er een te grote vraag naar de prestaties bepaald in het eerste lid, dan kent het centrum de prioriteit toe aan de aanvragen uitgaande van de diensten voor hulpverlening aan de jeugd en van de jeugdrechtbank, op voorwaarde dat deze onder de gemeenschapsbevoegdheden ressorteren.
  § 4. Het centrum neemt, ofwel in eigen beheer ofwel in samenwerking met andere instellingen, initiatieven inzake preventie. Deze activiteiten mogen 1/4 van de hem toegekende uren niet overschrijden. De Minister kan het sociaal-psychologisch centrum met specifieke preventie-activiteiten belasten. Deze activiteiten moeten als eersten uitgevoerd worden.
  § 5. Bovendien draagt het centrum bij tot de vorming van de personen die psychosociaal werk verrichten.
  § 6. Elk jaar in de loop van het eerste trimester legt het centrum een verslag voor over de aangeboden prestaties en activiteiten inzake preventie en vorming. ".

Art.2. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 3. De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 9 februari 1999.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid,
  Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
  J. MARAITE
  De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
  K.-H. LAMBERTZ