22 APRIL 1999. - Ordonnantie betreffende het voorkomen en het beheer van afval van producten in papier en/of karton. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-10-1999 en tekstbijwerking tot 18-06-2014)
Art. 1
HOOFDSTUK I. - Algemene principes.
Toepassingsgebied.
Art. 2
Definities.
Art. 3
Doelstellingen.
Art. 4
HOOFDSTUK II. - Statistieken.
Statistieken.
Art. 5
HOOFDSTUK III. - Preventie.
Preventie.
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV. - Recyclage.
Streefcijfers.
Art. 8
HOOFDSTUK V. - Financiering.
Interventiefonds.
Art. 9
Overeenkomsten.
Art. 10
Milieutaksen.
Art. 11
HOOFDSTUK VI. <ORD 2001-06-28/60, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 23-11-2001> - Overtredingen en strafmaatregelen.
Art. 12-13
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 14-15
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
HOOFDSTUK I. - Algemene principes.
Toepassingsgebied.
Art.2. <ORD 2004-02-19/36, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004> Deze ordonnantie is van toepassing op alle afval van producten in papier en/of karton die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt wordt gebracht.
Definities.
Art.3. In de zin van deze ordonnantie wordt verstaan onder :
1° kosteloos informatieblad : alle kosteloze publicaties die met een bepaalde regelmaat verschijnen, met uitzondering van die welke uitgegeven worden door een adverteerder of een groep adverteerders die zich met dat doel verenigd hebben, en die op jaarbasis ten minste 30 % artikels met algemene informatie bevatten;
(1°bis. - producten in papier en/of karton : publicaties met een handelsoogmerk ongeacht de wijze waarop ze verspreid worden, telefoon- en telefaxgidsen, kranten, weekbladen, maandbladen, tijdschriften, met uitzondering van belangrijke boekdelen, met name encyclopedieën die in afleveringen worden uitgegeven en waarvan de publicatie over een welbepaalde periode wordt verdeeld.) <ORD 2004-02-19/36, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
2° reclamedrukwerken : kosteloze publicaties met een handelsoogmerk niet bedoeld in 1° en ongeacht de wijze waarop ze verspreid worden;
3° recyclagepercentage : breuk, voor de producten in papier en/of karton en voor een bepaalde periode, uitgedrukt in percent, met in de teller het gewicht van de producten in papier en/of karton die werkelijk gerecycleerd worden nadat ze in het Brussels Gewest zijn opgehaald, en in de noemer het totale gewicht van de producten in papier en/of karton die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het verbruik gebracht zijn (door een producent, een invoerder of een verdeler). <ORD 2004-02-19/36, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
(4° producent : elke persoon die een product in papier en/of karton vervaardigt en het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt brengt;
5° invoerder : elke andere persoon dan een producent, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een product in papier en/of karton invoert en op de markt brengt;
6° verdeler : elke persoon die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor rekening van een of meerder producenten of invoerders, een product in papier en/of karton bij een of meerder kleinhandelaars verdeelt.) <ORD 2004-02-19/36, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
Doelstellingen.
Art.4. Deze ordonnantie strekt ertoe :
1° een beter inzicht te krijgen in de stromen en de samenstelling van het afval van de in het verbruik gebrachte producten in papier en/of karton, dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teruggewonnen wordt en de controle te regelen om na te gaan of de verschillende soorten afval werkelijk gerecycleerd worden;
2° zowel kwantitatieve als kwalitatieve preventiemaatregelen bij de (producenten, invoerders of verdelers), de consumenten, de bedrijven en de overheidsbesturen te bevorderen; <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
3° de hoeveelheid afval van producten in papier en/of karton dat gerecycleerd wordt progressief te verhogen en de markt van producten in papier en/of karton die worden gerecycleerd te steunen;
4° de (producenten, invoerders of verdelers) die aan de oorsprong liggen van de productie van afval van producten in papier en/of karton gaandeweg meer verantwoordelijk te maken; <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
5° (opgeheven) <ORD 2004-02-19/36, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
HOOFDSTUK II. - Statistieken.
Statistieken.
Art.5. Om te beschikken over betrouwbare statistieken over de hoeveelheid en de kwaliteit van de producten in papier en/of karton die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het verbruik gebracht worden, en over het afval dat zij produceren, bezorgen de (producenten, invoerders of verdelers) aan het Brussels instituut voor milieubeheer (hierna te noemen het BIM) statistieken over de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens elk afgelopen kwartaal in het verbruik gebrachte producten in papier en/of karton binnen een maand na dit kwartaal. <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
Deze statistieken worden opgesteld volgens de richtlijnen van het BIM en worden bevestigd door een bedrijfsrevisor of bij zijn ontstentenis door een accountant of een certificatie-instelling.
HOOFDSTUK III. - Preventie.
Preventie.
Art.6. De (producent, invoerder of verdeler) moet de volgende doelstellingen bereiken : <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
1° de algehele beperking van de hoeveelheden van de producten in papier en/of karton die in het verbruik gebracht worden;
2° de verbetering van de recycleerbaarheid van de producten in papier en/of karton die in het verbruik gebracht worden, onder meer door de beperking vanaf 1999 en daarna door de vermindering van het gebruik van kunststoffen om de producten van de (producenten, invoerders of verdelers) te verpakken; <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
3° het gebruik van gerecycleerde vezels bij de productie van producten in papier en/of karton om voor alle producten in papier en/of karton die hij in het verbruik brengt ten minste 40 % gerecycleerde vezels te verwerken in het jaar 2000;
4° het gebruik van technieken voor de productie van producten in papier en/of karton die het milieu zo weinig mogelijk schade toebrengen, onder meer voor de inkt en de lijm.
De (producent, invoerder of verdeler) die niet geadresseerd kosteloos reclamedrukwerk of kosteloze informatiebladen verspreidt : <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
1° volgt de acties van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om de verspreiding van niet geadresseerd kosteloos drukwerk te beperken of zorgt ervoor dat die gevolgd worden;
2° moet in een eerste fase streven naar een algehele vermindering met 8 % van het gewicht van niet-geadresseerde kosteloze publicaties die werkelijk rondgedeeld worden en in een tweede fase naar een vermindering met 18 % in vergelijking met de cijfers van 1995. De Regering stelt de data vast voor de eerste fase en voor de tweede fase.
Om die doelstellingen te bereiken moet de (producent, invoerder of verdeler) het BIM voor 31 oktober van ieder jaar een preventieplan met alle maatregelen die genomen zijn om de voormelde doelstellingen te bereiken en een evaluatie van de tijdens het vorige jaar bereikte resultaten bezorgen. <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
De Regering keurt een bestek goed dat het gebruik van gewaarmerkt of van een keurmerk voorzien gerecycleerd papier en karton voorschrijft. Dit bestek wordt verplicht gesteld voor alle overheidsdiensten van het Gewest of van de gemeenten.
Art.7. § 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering zorgt ervoor dat er, onder meer in de gemeentehuizen, gratis twee soorten zelfklevers worden verdeeld die op de brievenbus kunnen worden aangebracht en waarmee de bewoners te kennen geven dat zij :
1° geen reclamedrukwerk noch kosteloze informatiebladen wensen te ontvangen;
2° of kosteloze informatiebladen maar geen reclamedrukwerk wensen te ontvangen.
Zij bepaalt de vermeldingen en het model van deze zelfklevers.
§ 2. Het is verboden reclamedrukwerk of kosteloze informatiebladen in de bussen te steken als dit in strijd is met de vermeldingen op de brievenbus.
HOOFDSTUK IV. - Recyclage.
Streefcijfers.
Art.8. <ORD 2004-02-19/36, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004> Voor de jaren 2003 en 2004 bedraagt het recyclagepercentage 75 % voor alle producenten, invoerders en verdelers.
Voor de jaren 2005 en 2006 bedraagt het recyclagepercentage 80 % voor alle producenten, invoerders en verdelers.
Vanaf 1 januari 2007 bedraagt het recyclagepercentage 85 % voor alle producenten, invoerders en vérdelers.
HOOFDSTUK V. - Financiering.
Interventiefonds.
Art.9. Met toepassing van artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991, wordt een interventiefonds als begrotingsfonds opgericht dat bestemd is voor de financiering van de selectieve ophalingen, de bewustmaking van de bevolking en het op de markt brengen van het papier, die noodzakelijk zijn om de doelstellingen in artikel 8 te bereiken.
Het fonds wordt gestijfd door de (producent, invoerder of verdeler) ten belope van het bedrag dat als volgt berekend wordt : <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
(0,25 EUR) x N x T <BESL 2001-11-08/48, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
waar
N = aantal kilo papier en/of karton dat in het verbruik gebracht is door de belastingplichtige tijdens de periode waarvoor wordt betaald;
T = recyclagepercentage zoals bepaald in artikel 8 voor de periode waarvoor wordt betaald.
De betaling gebeurt op grond van de hoeveelheden die door de (producent, invoerder of verdeler) in het verbruik gebracht worden tijdens het afgelopen kwartaal, in de loop van de maand die volgt op dit kwartaal. <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
Overeenkomsten.
Art.10. § 1. Om de doelstellingen vermeld in artikel 4 te bereiken en met name de acties te financieren die nodig zijn om het recyclagepercentage te behalen, kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, een of meer overeenkomsten sluiten met een of meer (producenten, invoerders of verdelers) of met de instelling(en) die hen vertegenwoordig(t)(en). <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
In geen enkel geval mag een van deze overeenkomsten preventie- of recyclagedoelstellingen bepalen die minder ver gaan dan die vermeld in artikel 6 en volgende.
In de overeenkomsten gesloten met de opiniedagbladpers in de zin van de wet van 19 juli 1979 strekkende tot het behoud van de verscheidenheid van de opiniedagbladpers en met de sector van de kosteloze informatiebladen en van de periodieke pers, kan de Regering bepalen dat de verplichting tot financiering van de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 4 zal worden uitgevoerd door het verschaffen van ruimte voor algemene informatie over het milieu van dezelfde waarde als het bedrag dat krachtens de financieringsverplichting verschuldigd zou zijn.
§ 2. De overeenkomst is bindend voor de overeenkomstsluitende partijen. Indien de overeenkomst gesloten is met instellingen die (producenten, invoerders of verdelers) vertegenwoordigen, is ze ook bindend voor alle leden van de instelling of een deel van haar leden, die bepaald worden volgens de regels gesteld in de overeenkomst. <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
De overeenkomst is van rechtswege bindend voor de bedrijven die tot de instelling toetreden nadat de overeenkomst gesloten is. De leden van een instelling die een overeenkomst gesloten heeft kunnen zich niet onttrekken aan hun verplichtingen door van hun toetreding af te zien.
§ 3. De artikelen 5 tot 9 van deze ordonnantie zijn slechts van toepassing op de (producenten, invoerders of verdelers) die noch persoonlijk noch door bemiddeling van een instelling die hen vertegenwoordigt, een overeenkomst gesloten hebben. <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
§ 4. De Brusselse Hoofdelijke Raad wordt ingelicht over de ontwerpen van overeenkomst waarover onderhandeld wordt. Elke overeenkomst die wordt gesloten, wordt ter kennis gebracht van de raad en openbaar gemaakt.
Milieutaksen.
Art.11. (opgeheven) <ORD 2004-02-19/36, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
HOOFDSTUK VI.
Art.12.<ORD 2001-06-28/60, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 23-11-2001> [1 Met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 wordt gestraft hij die met overtreding van artikel 7, § 2, reclamedrukwerk of kosteloze informatiebladen in de brievenbus steekt in weerwil van de vermeldingen op de brievenbus. (NOTA : Voor de omzetting in euro ingevoegd bij BESL 2001-11-08/48, art. 11; heeft de wetgever geen rekening gehouden met de vroegere wijzigingen gebracht door ORD 2001-06-28/60)
----------
(1)<ORD 2014-05-08/54, art. 130, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>
Art.13.<ORD 2001-06-28/60, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 23-11-2001> [1 Met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 wordt gestraft hij die :
1° nalaat het Instituut de krachtens artikel 5, eerste lid, opgevraagde statistieken te bezorgen;
2° de in artikel 6 bedoelde doelstellingen niet bereikt;
3° het jaarlijks op 31 oktober te bezorgen preventieplan met alle genomen maatregelen om de in artikel 6 bedoelde doelstellingen te bereiken niet doorgeeft, en met overtreding van artikel 6, evenmin een inschatting van de resultaten die het jaar voordien werden behaald, doorgeeft;
4° de streefcijfers inzake recyclering zoals gesteld in artikel 8 niet bereikt;
5° met overtreding van artikel 9 het interventiefonds niet stijft;
6° de verplichtingen zoals bij de overeenkomst op grond van artikel 10 niet nakomt.
----------
(1)<ORD 2014-05-08/54, art. 131, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art.14. Iedere (producent, invoerder of verdeler) mag de uitvoering van zijn verplichtingen zoals bepaald in de artikelen 5 tot 9 toevertrouwen aan een persoon die erkend is overeenkomstig de artikelen 70 tot 78 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. <ORD 2004-02-19/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004>
Art. 15. De bepalingen inzake toezicht en dwang van de ordonnantie betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu zijn van toepassing op deze ordonnantie.