4 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de basisrentevoet van de door het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe te kennen leningen door middel van de kapitalen afkomstig van het Fonds B2.
Art. 1-4
Artikel 1. De nettojaarrentevoet waarvan sprake in artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 13 december 1983 betreffende de aanwending voor het Brussels Gewest van de kapitalen afkomstig van het fonds B2 door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België, gewijzigd bij artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 10 juni 1993, alsmede in artikel 16, § 2, eerste lid van het bij ministerieel besluit van 13 december 1983 goedgekeurd reglement, beide laatst gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 10 juni 1993, wordt op 2,25 % vastgesteld.
Art.2. De voormelde nettojaarrentevoet wordt verminderd met 0,25 % wanneer de hypothecaire lening wordt toegestaan voor de aankoop of de bouw van een woning, gelegen in de perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting, met name de geografische ruimte zoals bepaald krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vaststelling van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan en de bijlage I ervan en artikel 1, 3°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de toekenning van toelagen voor de renovatie van woningen aan natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen.
Art.3. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1994 tot vaststelling van de basisrentevoet van het door het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Gewest toe te kennen leningen door middel van de kapitalen afkomstig van de fondsen B2, B3 en B4 wordt opgeheven.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 15 februari 1999.
Brussel, 4 februari 1999.
De Minister-Voorzitter,
Ch. PICQUE
De Minister van Begroting,
J. CHABERT
De Staatssecretaris
E. TOMAS