Details





Titel:

5 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de schalen voor de ambten van de leden van het onderwijzend personeel van de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (Vertaling). (NOTA : Bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2012-12-13/38, art. 13) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-09-1999 en tekstbijwerking tot 05-03-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1, 1bis, 1ter, 2-3, 3bis, 4-5
Bijlage.
Art. N, Nbis



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1974062701 





Artikels:

Artikel 1. De ambtsschalen van de leden van het onderwijzend personeel van de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap worden als volgt vastgesteld :

<td colspan="1" valign="top"><BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2007033056" target="_blank">2007-03-30/56</a>, art. 1, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 13-11-2000><td colspan="1" valign="top"><BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2007033056" target="_blank">2007-03-30/56</a>, art. 2, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 04-07-2007>
LERAAR GODSDIENST 
a) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen415
bedoeld in de bijlage bij het besluit van 25 oktober 1971 tot 
vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars 
en de inspecteurs katholieke, protestantse, israelitische en 
orthodoxe godsdiensten van de inrichtingen van de Franse 
Gemeenschap 
b) houder zijn van het diploma van het hoger niveau van graad 3,411
niet bedoeld onder a) 
c) houder zijn van het diploma van het hoger niveau van graad 2,348
niet bedoeld onder a) 
d) houder zijn van het diploma van het hoger niveau van graad 1,241
niet bedoeld onder a) 
  
AMBTEN VAN RANG 1 
[ 1 - Praktijkmeester 
a) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen249/1
bedoeld bij artikel 8 en in bijlage 1 van het decreet van 
8 februari 1999 betreffende de ambten en de 
bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend 
personeel in de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd 
door de Franse Gemeenschap, houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger 
Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
b) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen245
bedoeld bij artikel 8 en in bijlage 1 van het voormelde 
decreet van 8 februari 1999, niet houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
c) houder zijn van andere bekwaamheidsbewijzen216
  
2 - Meesterassistent 
a) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen422
bedoeld in bijlage 2 van het decreet van 8 februari 1999 
betreffende de ambten en de bekwaamheidsbewijzen van de 
leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen 
georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, 
met als basisdiploma een diploma van hoger niveau van 
graad 3, houder zijn van het Getuigschrift van 
Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs 
(GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
b) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen350
bedoeld in bijlage 2 van voormeld decreet van 
8 februari 1999, met als basisdiploma een diploma van 
hoger niveau van graad 2, houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
c) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen249/1
bedoeld in bijlage 2 van voormeld decreet van 
8 februari 1999, met als basisdiploma een diploma van 
hoger niveau van graad 1, houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
d) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen415
bedoeld in bijlage 2 van voormeld decreet van 
8 februari 1999, met als basisdiploma een diploma van 
hoger niveau van graad 3, niet houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
e) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen340
bedoeld in bijlage 2 van voormeld decreet van 
8 februari 1999, met als basisdiploma een diploma van 
hoger niveau van graad 2, niet houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
f) houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen245
bedoeld in bijlage 2 van voormeld decreet van 
8 februari 1999, met als basisdiploma een diploma van 
hoger niveau van graad 1, niet houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
g) houder zijn van een diploma van hoger niveau van graad 3,411
niet bedoeld onder a) 
h) houder zijn van een diploma van hoger niveau van graad 2,348
niet bedoeld onder b) 
i) houder zijn van een diploma van hoger niveau van graad 1,241
niet bedoeld onder c) 
  
[2bis. Meester-assistent belast met het administratief en juridisch beheer 
van de Hogeschool : 
houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen bedoeld in[<font color="red">1</font> 422]<font color="red">1</font>
bijlage 2 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en de 
bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de 
Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, met 
als basisdiploma een diploma van het hoger niveau van de 3e graad 
  
2ter Meester-assistent belast met het financieel en boekhoudkundig beheer 
van de Hogeschool : 
houder zijn van iin van de vereiste bekwaamheidsbewijzen bedoeld in[<font color="red">1</font> 422]<font color="red">1</font>
bijlage 2 van het voornoemde decreet van 8 februari 1999, met als 
basisdiploma een diploma van het hoger niveau van de 3e graad] 
 
  
3 - Docent 
a) houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld436/1
bij artikel 4, 1, lid 1, van het decreet van 
8 februari 1999 betreffende de ambten en de 
bekwaamheidsbewijzen van de leden van het 
onderwijzend personeel in de Hogescholen georganiseerd 
of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, houder 
zijn van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid 
voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
b) houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld422
bij artikel 4, 1, lid 2, van voormeld decreet van 
8 februari 1999, houder zijn van het Getuigschrift van 
Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs 
(GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
c) houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij436
artikel 4, 1, lid 1, van voormeld decreet van 
8 februari 1999, niet houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen 
d) houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij415
artikel 4, 1, lid 2, van voormeld decreet van 
8 februari 1999, niet houder zijn van het 
Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het 
Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen ] 
<BFG 2003-04-10/77, art. 1, 003; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2005> 
  
AMBTEN VAN RANG 2 
1 - [Eerstaanwezend praktijkmeester415]
<BFG 2003-04-10/77, art. 1, 003; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2005> 
2 - Werkleider 
houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij436
artikel 4, § 1, lid 2, van het decreet van 8 februari 1999 
betreffende de ambten en de bekwaamheidsbewijzen van de leden 
van het onderwijzend personeel in de Hogescholen georganiseerd of 
gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap 
3 - Hoogleraar 
houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij445
artikel 4, # 1, lid 1, van het decreet van 8 februari 1999 
betreffende de ambten en de bekwaamheidsbewijzen van de leden van 
het onderwijzend personeel in de Hogescholen georganiseerd of 
gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap 
4 - Hoofd van een studiebureau 
houder zijn van een van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij445
artikel 4, # 1, lid 1, van het decreet van 8 februari 1999 
betreffende de ambten en de bekwaamheidsbewijzen van de leden van 
het onderwijzend personeel in de Hogescholen georganiseerd of 
gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap 
  
[Bij verkiezing toegekende ambten : 
1. De categoriedirecteur die aangesteld of benoemd wordt, naargelang het 
geval, met inachtneming van de artikelen 15 en 16 van het decreet van 25 
juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse 
Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, krijgt een toelage 
tijdens de duur van zijn mandaat. 
Het bedrag van deze toelage wordt vastgesteld door het verschil tussen, 
enerzijds, de ambtsschaal 475 van directeur, zoals bedoeld in hoofdstuk E 
van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden 
vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het 
bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en 
van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de 
ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op 
deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van 
het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de 
schalen verbonden aan de graden van het personeel van de 
psycho-medisch-sociale centra van de Staat, en anderzijds, de ambtsschaal 
van rang 1 of rang 2 waarvoor hij benoemd of in vast verband aangeworven 
werd voor zijn mandaat van Categoriedirecteur. 
In afwijking van het tweede lid, toen het personeelslid vssr zijn mandaat 
van Categoriedirecteur een hogere weddeschaal genoot dan de ambtsschaal 
475, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld door het verschil tussen, 
enerzijds, de ambtsschaal 450 van de Adjunct-directeur, zoals bedoeld in 
hoofdstuk F van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 
1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden 
van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend 
hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de 
rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de 
inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de 
ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs 
en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de 
graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de 
Staat, en anderzijds, de ambtsschaal van rang 1 of rang 2 waarvoor hij 
benoemd of in vast verband aangeworven werd vssr zijn mandaat van 
Categoriedirecteur. Wanneer het personeelslid benoemd of in vast verband 
aangeworven wordt in verschillende ambten van rang 1 of rang 2 moet elk 
van deze ambten in aanmerking genomen worden naar rata van deze voor de 
vaststelling van de toelage bedoeld naargelang het geval in de tweede en 
derde leden. 
2. De directeur-voorzitter die aangesteld wordt met inachtneming van de 
artikelen 15 en 16 van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de 
opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of 
gesubsidieerde Hogescholen, krijgt een toelage tijdens de duur van zijn 
mandaat. Het bedrag van deze toelage wordt vastgesteld door het verschil 
tussen, enerzijds, de ambtsschaal 480, zoals bedoeld in hoofdstuk F van 
het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden 
vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het 
bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en 
van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de 
ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op 
deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van 
het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de 
schalen verbonden aan de graden van het personeel van de 
psycho-medisch-sociale centra van de Staat, en anderzijds, de ambtsschaal 
van rang 1 of rang 2 waarvoor hij benoemd of in vast verband aangeworven 
werd vssr zijn mandaat van directeur-voorzitter. 
Wanneer het personeelslid in verschillende ambten van rang 1 of rang 2 
benoemd of in vast verband aangeworven wordt, moet elk van de ambten in 
aanmerking genomen worden naar rata van deze voor de vaststelling van de 
toelage bedoeld in het tweede lid. 
3. Het personeelslid dat v00r 1 september 1996 benoemd of in vast verband 
aangeworven werd voor het ambt van onderdirecteur, directeur van het 
niet-universitair hoger onderwijs van de eerste en tweede graden of 
adjunct-directeur, directeur in het niet-universitair hoger onderwijs van 
de derde graad, zoals bedoeld in het besluit van de Executieve van de 
Franse Gemeenschap van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking 
van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van 
het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het 
psychologisch personeel, van het maatschappelijk personeel der 
inrichtingen voor voorschools, lager, gespecialiseerd, middelbaar, 
technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en hoger 
onderwijs buiten de universiteit van de Franse Gemeenschap en de ambten 
der personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze 
inrichtingen, geniet de meest gunstige toestand, dit is ofwel de schaal 
die overeenstemt met zijn aanwerving of benoeming in vast verband, ofwel 
de wedde betreffende een mandaat van Categoriedirecteur of van 
directeur-voorzitter, zoals bedoeld in de bovenvermelde punten 1 en 2. 
De categoriedirecteur die bovendien de directeur-voorzitter is, krijgt de 
toelage bedoeld in het bovenvermelde punt 2.] 
[<font color="red">2</font> Niet-electief ambt: De adjunct-directeur benoemd overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de kosten van en de betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen en artikel 24 van het decreet van 21 februari 2019 tot vaststelling van de organisatie van het hoger onderwijs in de hogescholen, ontvangt een toelage voor de duur van zijn aanstelling.
   Het bedrag van deze toelage wordt gevormd door het verschil tussen, enerzijds, de ambtsschaal 474 en, anderzijds, de ambtsschaal van rang 1 of rang 2 waarvoor hij, vóór zijn aanstelling als adjunct-directeur, in vast verband was benoemd of aangeworven.
   In afwijking van lid 2 behoudt het personeelslid, indien hij vóór zijn aanstelling als adjunct-directeur, een hogere baremaschaal dan ambtsschaal 474 genoot, de ambtsschaal van rang 1 of rang 2 waarvoor hij, vóór zijn aanstelling als adjunct-directeur, in vast verband was benoemd of aangeworven]<font color="red">2</font>
 
 
(<font color="red">1</font>)<BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2017102508" target="_blank">2017-10-25/08</a>, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 14-09-2017>
(<font color="red">2</font>)<BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021022508" target="_blank">2021-02-25/08</a>, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Art. 1bis.[1 Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 57 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.
   Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 58 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van het dubbel van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.]1
  [2 Het eerste lid en het tweede lid zijn niet van toepassing op het personeelslid dat, op 1 januari 2015, respectievelijk de leeftijd van 57 jaar of 58 jaar niet bereikt heeft.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2009-02-12/62, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<DFG 2015-01-29/08, art. 9, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art. 1ter. [1 Vanaf 1 januari 2015 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 61 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal op voorwaarde dat het personeelslid de tussentijdse verhoging bedoeld in het eerste lid van artikel 2bis niet genoten heeft.
   Vanaf 1 januari 2015 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 62 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met het dubbel van de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal op voorwaarde dat het personeelslid de tussentijdse verhoging bedoeld in het tweede lid van artikel 2bis niet genoten heeft. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2015-01-29/08, art. 10, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.2. Hoofdstuk F van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat wordt opgeheven behoudens wat de toepassing betreft van artikel 3 van dit besluit.

Art.3. In afwijking van artikel 2 blijven de personeelsleden die reeds in dienst waren vóór de inwerkingtreding van dit besluit de weddeschaal genieten die in hoofdstuk F van voormeld besluit van 27 juni 1974 is vastgesteld voor het ambt dat zij uitoefenden, voor zover de bepalingen van artikel 1 voor hen niet gunstiger uitvallen.
  (De meesterassistenten, die niet houder zijn van een diploma van hoger niveau van graad 3, aan wie de schaal 415 wordt toegewezen bij toepassing van hoofdstuk F van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, genieten de schaal 422 indien zij houder zijn van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in Hogescholen.) <BFG 2003-04-10/77, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-20052

Art. 3bis. <Ingevoegd bij BFG 2005-07-08/60, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2005 en Opheffing : 15-01-2007> De specifieke weddeschalen die overeenkomstig artikel 1 toegekend worden aan de leden van het onderwijzend personeel die houder zijn van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (CAPAES)(GPBHO) in Hogescholen, zijn van toepassing op deze personeelsleden de dag waarop de CAPAES-GPBHO Commissie haar met redenen omklede beslissing van toekenning van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs voorlegt voor homologatie aan de Regering of, bij gebreke daarvan, op de vervaldatum van een termijn van vier of zes maanden bedoeld in artikel 3, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 november 2002 tot bepaling van de samenstelling en de werking van de GPBHO-Commissie genomen bij toepassing van artikel 8 van het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de Hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan, indien deze laatste datum voorgaand is aan de eerste.

Art.4. De Minister-Voozitster, tot wier bevoegdheid het statuut van de personeelsleden van het onderwijs behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op de datum van het begin van het academiejaar 1999-2000.

Bijlage.
Art. N.BIJLAGE. [1 TABEL VAN DE WEDDESCHALEN OP 1 DECEMBER 2006.


 Schalen van de klasse (22 jaar) 
216231241
16.594,37 - 29.183,8120.327,93 - 32.969,0018.638,76 - 31.279,83
3/1 x 546,493/1 x 557,333/1 x 557,33
1/2 x 896,3312/2 x 914,0912/2 x 914,09
1/2 x 913,04  
10/2 x 914,06  
   
245249/1 
19.552,84 - 32.193,9121.299,92 - 33.940,99 
3/1 x 557,333/1 x 557,33 
12/2 x 914,0912/2 x 914,09 
  

  Schalen van de klasse (23 jaar)


340348350
19.552,84 - 34.237,0418.453,01 - 33.137,2121.960,63 - 36.644,83
4/1 x 646,494/1 x 646,494/1 x 646,49
11/2 x 1.099,8411/2 x 1.099,8411/2 x 1.099,84
  

  Schalen van de klasse (24 jaar)


<td colspan="3" valign="top">(<font color="red">1</font>)<BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021022508" target="_blank">2021-02-25/08</a>, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
411415422
19.552,84 - 35.850,0020.845,94 - 37.143,1023.253,72 - 39.550,88
3/1 x 691,133/1 x 691,133/1 x 691,13
11/2 x 1.293,0711/2 x 1.293,0711/2 x 1.293,07
   
434435436
26.003,37 - 42.300,5330.662,87 - 42.300,5027.668,02 - 43.965,18
3/1 x 691,131/9 x 1 293,073/1 x 691,13
11/2 x 1.293,078/2 x 1.293,0711/2 x 1.293,07
   
436/1437445
30.115,56 - 46.412,7232.327,57 - 43.965,2034.601,58 - 50.898,74
3/1 x 691,131/9 x 1.293,073/1 x 691,13
11/2 x 1.293,078/2 x 1.293,0711/2 x 1 293,07
   
 446 
 39.261,06 - 50.898,69 
 1/9 x 1 293,07 
 8/2 x 1 293,07 
[<font color="red">1</font> 474
   29.214,08 - 45.823,60
   11 x 713,41
   11 x 1.426,82
   13 x 1.315,39
   102 x 1.315,39]<font color="red">1</font>
  

  ]1
  ----------
  (1)<BFG 2007-06-22/39, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-12-2006>

  (NOTA :
  Voor de tabel van de weddenschalen op 1 december 2007, aangebracht bij <BFG 2008-10-02/39, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-12-2007> , zie Franse versie;
  Voor de tabel van de weddenschalen op 1 september 2008, aangebracht bij <BFG 2009-02-19/53, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2008>, zie Franse versie;
  Voor de tabel van de weddenschalen op 1 december 2008, aangebracht bij <BFG 2009-02-19/59, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 01-12-2008>, zie Franse versie;
  Voor de tabel van de weddenschalen op 1 december 2010, aangebracht bij <BFG 2010-12-16/21, art. 6, 012; Inwerkingtreding : 01-12-2010>, zie Franse versie;)


Art. Nbis. (NOTA : het BFG 2007-03-30/56, art. 4-6, vermeldt een Hoofdstuk F' van het onderhavig besluit. Het gaat blijkbaar om een hoofdstuk van het KB 1974-06-27/30, niet opgenomen bij Justel.)