6 MEI 1999. - Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) (VERTALING). (NOTA : In dit dicreet dient " Regering " te worden gelezen in plaats van " Waalse Regering " ; zie DWG2003-03-13/37, art. 48) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-07-1999 en tekstbijwerking tot 24-01-2025)
HOOFDSTUK I. - "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi".
Art. 1, 1bis, 2
HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden.
Afdeling 1. - [1 Opdrachten betreffende de door het Gewest uitgeoefende bekwaamheden inzake arbeidsbemiddeling en inzake beroepsomscholing en -bijscholing]1
Art. 3
Afdeling 2. [1 Verzameling, verwerking, uitwisseling en bescherming van persoonsgegevens]1
Art. 4, 4/1, 4/2, 4/3, 4/4
Afdeling 3. - [1 Beginselen betreffende de uitvoering van opdrachten t.a.v. de gebruikers]1
Art. 5
Afdeling 4. - Beheerscontract. <Ingevoegd bij DWG 2003-03-13/37, art. 112; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 6
Afdeling 5. - [1 Beroep op de tussenkomst van derden voor de uitvoering van dienstverleningen ten gunste van de gebruikers]1
Art. 7, 7bis, 7bis/1
Afdeling 6.
Art. 7ter
HOOFDSTUK III. - Beheer.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen. <DWG 2003-03-13/37, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 8
Afdeling 2. (oude afdeling 1) - Beheerscomité. <DWG 2003-03-13/37, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 9-11
Afdeling (3). - Bevoegdheden van het beheerscomite. <DWG 2003-03-13/37, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 12-13
Afdeling 4. (oude afdeling 3) - Werking. <DWG 2003-03-13/37, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 14-18
Afdeling 5. (oude afdeling 4) - [1 Het uitvoerend bureau en zijn bevoegdheden]1
Art. 19
Afdeling 6.
Art. 20-21
Afdeling 6. (afdeling 7 wordt hernummerd naar afdeling 6, zie DWG 2011-03-31/03, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011) - Dagelijks beheer van de " Office ". <DWG 2003-03-13/37, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 22-23, 23bis, 23ter, 23quater, 23quinquies, 23sexties, 24
Afdeling 7. [1 - Strategisch comité]1
Art. 24
Afdeling 8. [1 - Raad voor financiële en budgettaire opvolging]1
Art. 24bis, 24bis/1, 24bis/2, 24bis/3
HOOFDSTUK IV. - Personeel van de " Office ".
Art. 25
HOOFDSTUK V. - [1 Territoriale organisatie]1
Art. 26
HOOFDSTUK VI. - Financiering en begroting van de " Office ".
Art. 27-31
HOOFDSTUK VII. - [1 Diensten met afzonderlijk beheer]1
Afdeling 1.
Art. 32-36
HOOFDSTUK VIIbis. [1 - Subregionale kamers voor "tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties]1
Art. 37-45
HOOFDSTUK VIII. - Bekendmakingen in het Belgisch staatsblad.
Art. 46
HOOFDSTUK IX. [1 - Interne audit]1
Afdeling 1. - (...). <DWG 2003-03-13/37, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 47-51
HOOFDSTUK IXbis. [1 - Verplichting tot overmaking van de werkaanbiedingen.]1
Art. 52
HOOFDSTUK IXter. [1 - Bewijswaarde van de informatie behandeld, geregistreerd, behouden of weergegeven door de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi.]1
Art. 53-54
Afdeling 2. - (...). <DWG 2003-03-13/37, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 55-56
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen.
Art. 57-58, 58bis, 59-61
1999027534 1999027592 1999027723 1999027724 1999027730 2000027319 2000027320 2000027321 2000033015 2001019156 2001019190 2002027223 2002027348 2003027684 2003027774 2003027775 2004200195 2004200206 2004201171 2004202190 2004202509 2006202118 2007203214 2008201414 2009027085 2009027086 2009200789 2009203647 2010204217 2011203821 2012027024 2012027025 2013202693 2013204389 2014027001 2014027002 2014027003 2014027007 2014027027 2014202429 2014203381 2014206949 2014206950 2015009289 2015201794 2016027229 2016027277 2016200247 2016202430 2016203624 2017030075 2018014735 2018014736 2018014737 2019201768 2019202351 2019203347 2019204039 2020030532 2020202368 2020202369 2021033798 2022034595 2022042303 2022202978 2023040424 2023040425 2023045869 2023046988 2023A06798 2024009913 2024200405
HOOFDSTUK I. - "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi".
Artikel 1. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) Dit besluit regelt gedeeltelijk een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet.
De bepalingen betreffende deze materie zijn van toepassing op het grondgebied van het Franse taalgebied, (...). <DWG 2003-03-13/37, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art. 1bis.<Ingevoegd bij DWG 2003-03-13/37, art. 3; Inwerkingtreding : 01-04-2003> Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° [3 "gebruiker : elke natuurlijke of rechtspersoon die als particulier of als werkgever in aanmerking komt voor de diensten van de " Office " en wiens identificatieniveau door FOREm varieert naar gelang van het soort diensten dat hij van FOREm verlangt;]3
[1 2° [3 de werkzoekende : elke particuliere gebruiker, ingeschreven als werkzoekende bij de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" overeenkomstig hoofdstuk 2 van het decreet van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden, die een beroepsactiviteit zoekt, al dan niet in loondienst, en die verblijft op het grondgebied van het Franstalig gebied overeenkomstig artikel 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten;]3
[3 2° /1 de verplicht ingeschreven werkzoekende: iedere werkzoekende die ingeschreven is bij FOREm om werkloosheids-, vrijwarings- of inschakeling-uitkeringen te ontvangen, met uitzondering van de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende en de verplicht ingeschreven werkzoekende die onderworpen is aan de verplichting van aangepaste beschikbaarheid;
2° /2 de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende: elke werkzoekende ingeschreven bij FOREm die een beroepsinschakelingstijd volgt zoals bedoeld in artikel 36, § 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
2° /3 : de ingeschreven werkzoekende onderworpen aan de verplichting van aangepaste beschikbaarheid: elke werkzoekende die ingeschreven is bij FOREm om werkloosheidsuitkeringen te ontvangen en die onderworpen is aan de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bedoeld in artikel 56/2, § 1, eerste en zesde lid, en § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;]3
3° werknemer : elke natuurlijke persoon die, als gebruiker, als loontrekkende of zelfstandige werkt en die op het grondgebied van het Franstalige taalgebied verblijft;
4° werkgever : elke natuurlijke of rechtspersoon die de werknemer of werkzoekende een betrekking of de ontwikkeling van de bekwaamheden aanbiedt;
5° dienst van algemeen belang : al dan niet commerciële dienstenactiviteit die de overheid van algemeen belang acht en die daarom aan specifieke openbare verplichtingen onderworpen worden;
6° ondernemingsplan : programma zoals bedoeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het beheerscontract en de verplichtingen tot informatieverstrekking;
7° vaardigheidscentrum : partnerstructuur erkend door de Regering, in het kader van één of meerdere beroepsorganisaties, met als opdracht de informatieverlening en de sensibilisering betreffende beroepen en technologieën, de bewaking, de vorming en de analyse van de behoeften aan vorming, voor de gebruikers bedoeld in het erkenningsdossier;
8° tewerkstellingshuis; door de Regering erkende buurtgebonden partnerstructuur, belast met gedecentraliseerde activiteiten in verband met de advisering en de steun van de werkzoekenden;
9° kruispunt tewerkstelling vorming oriëntatie : door de Regering erkende partnerstructuur, belast met activiteiten in verband met de informatie, de oriëntatie en de advisering van de gebruikers op de gewestelijke arbeidsmarkt;]1
10° [2 "Plaatselijk agentschap voor arbeidsvoorziening": VZW opgericht krachtens artikel 8 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, hierna "ALE" afgekort;]2
11° [3 de voorziening voor levenslange oriëntering: de door FOREm gecoördineerde en aangestuurde voorziening die een geheel van zowel fysieke als digitale voorlichtings-, arbeidsbevorderings- en loopbaanbegeleidingsdiensten omvat, gericht op alle burgers, ongeacht hun statuut, vanaf het begin van de leerplicht tot het einde van hun beroepsloopbaan, en dat via het Cités Métiers-netwerk wordt georganiseerd met het oog op de samenhang van het dienstenaanbod op het gebied van levenslange loopbaanoriëntering;]3
12° [3 "Cité des Métiers": partnerschapsstructuur die een VZW met het label "Cité des métiers" combineert met een "Carrefour Emploi Formation Orientation" (kruispunt tewerkstelling vorming oriëntatie), kortweg "CEFO", die deel uitmaakt van een netwerk georganiseerd rond VZW's met het label "Cités des métiers" en "Carrefours Emploi Formation Orientation", waarin de belangrijkste actoren op het gebied van onderwijs, opleiding en socioprofessionele inschakeling zijn verenigd en die de toegangspoort vormt tot het geheel van diensten die door de voorziening van levenslange loopbaanbegeleiding worden aangeboden;]3
13° [3 FormaForm: de structuur waarin de overheidsinstanties voor werkgelegenheid en beroepsopleiding zijn verenigd en die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een reeks diensten voor de ontwikkeling van de vaardigheden van beroepsbeoefenaren op het gebied van begeleiding, beroepsopleiding, socio-professionele inschakeling en validering van vaardigheden;]3
[3 14° "Wallonie Compétences d'Avenir" : partnerschapsplatform dat de belangrijkste publieke actoren op het gebied van de beroepsopleiding verenigt rond strategische actieterreinen voor Wallonië en dat tot taak heeft, via de optimalisering, de coherentie en de coördinatie van het beroepsopleidingsaanbod, een antwoord te bieden op de huidige en toekomstige behoeften aan vaardigheden van de ondernemingen en de arbeidsmarkt waarin niet of onvoldoende wordt voorzien en, om deze doelstelling te bereiken, innoverende pedagogische praktijken op het gebied van de beroepsopleiding in Wallonië te stimuleren;
15° de registratie: proces aan het einde waarvan de gebruiker zich bij FOREm identificeert;
16° het enkel dossier van de gebruiker: alle door FOREm gecentraliseerde, bijgehouden en geaggregeerde informatie die noodzakelijk is voor de dienstverlening aan de gebruiker in het kader van de opdrachten toegekend bij of krachtens artikel 3 of die wordt verwerkt op grond van andere wettelijke verplichtingen en, voor zover het de particuliere gebruiker betreft, de informatie met betrekking tot zijn inschakelingsparcours.]3
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 2, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2016-03-17/03, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
(3)<DWG 2021-11-12/13, art. 24, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art.2.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Er wordt een " Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi " (afgekort " [1 De FOREm]1 ") opgericht, hierna " Office " genoemd.
De " Office " is een instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid en wordt ingedeeld bij de instellingen van categorie B in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. De " Office " valt onder de bepalingen van voormelde wet, die van toepassing is op de instellingen van bovenbedoelde categorie, tenzij dit decreet er van afwijkt.
[1 De "Office" is de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling) belast met de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3.
De door de "Office" uitgevoerde opdrachten worden beheerd volgens specifieke regels, genomen bij of krachtens dit decreet.]1
[1 ...]1
[1 ...]1
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 3, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden.
Afdeling 1. - [1 Opdrachten betreffende de door het Gewest uitgeoefende bekwaamheden inzake arbeidsbemiddeling en inzake beroepsomscholing en -bijscholing]1
----------
(1)
Art.3.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) (§ 1. [1 De "Office" zorgt voor de uitvoering van het tewerkstellings- en vormingsbeleid die haar door of krachtens een wettelijke of decretale bepaling worden toevertrouwd, ofwel verleent de volgende diensten van openbaar nut :
1° de afstemming tussen de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt, met inbegrip van de geschikte methoden om in de behoeften van de werkzoekenden en van de werkgevers te voorzien, door middel van :
a) de advisering en de steun van de werkzoekenden door middel van :
i) de inschrijving, de schrapping en de herinschrijving van de werkzoekenden met inachtneming van de wettelijke bepalingen inzake sociale zekerheid;
ii) de informatie en de oriëntatie van de werkzoekenden op de gewestelijke arbeidsmarkt;
iii) de begeleiding van de werkzoekenden [4 ...]4, met inbegrip van een [4 coaching- en oplossingsgerichte]4 begeleiding [3 en de outplacementbegeleiding]3;
[3 iv) de beslissingen betreffende de afwijkingen van de beschikbaarheideis voor de arbeidsmarkt van de uitkeringsgerechtigde werklozen met handhaving van de uitkeringen, bij het hervatten van studies, van een beroepsopleiding of een stage;]3
[4 v) de organisatie van overeenkomsten betreffende de observatie van een beroep door middel van een simulatie van beroepstoestand, gesloten tussen de werkzoekende, de onderneming en FOREm, met het oog op de bevestiging van het werkplan van de werkzoekende;]4
b) het beheer van de betrekkingen van de werkgevers om op hun aanwervingsbehoeften in te spelen, door middel van :
i) inzameling, beheer en bekendmaking van de vacatures;
ii) bemiddeling tussen aanbod en vraag;
c) actief beheer van de reserves aan arbeidskrachten om in de bestaande of potentiële behoeften van de gewestelijke arbeidsmarkt te voorzien;
2° de ontwikkeling en de identificatie van de bekwaamheden van de werkzoekenden [4 en werknemers die op eigen initiatief en voor hun persoonlijke behoeften een opleiding wensen te volgen]4, door middel van :
a) organisatie van beroepsinducerende of overkoepelende vormingen met het oog op de aanpassing van de bekwaamheden van de werkzoekenden [4 en van de in 2° bedoelde werknemers]4, op grond van de bestaande of potentiële behoeften van de gewestelijke arbeidsmarkt; de beroepsvormingen beogen de verwerving van bekwaamheden die het aanleren van een bepaald beroep mogelijk maken terwijl de overkoepelende vormingen de verwerving van bekwaamheden beogen die nuttig zijn voor de beroepsinschakeling en die niet rechtstreeks verbonden zijn met een beroep.
b) identificatie en erkenning van de bekwaamheden van de werkzoekenden [4 en de in 2° bedoelde werknemers, met inbegrip van de validering van de vaardigheden in de zin van betreffende de validering van de vaardigheden, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie of het verstrekken van beroepscertificaties in de zin van het samenwerkingsakkoord van 26 februari 2015 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de oprichting en het beheer van een "Cadre francophone des certifications (C.F.C.)" (Franstalig Kwalificatiekader), als bewijs van de vaardigheden die de stagiairs hebben verworven in het kader van een beroepsopleiding of een transversale opleiding die door FOREm of door andere opleidingsoperatoren wordt georganiseerd overeenkomstig de voorwaarden van het bovenvermelde samenwerkingsakkoord van 26 februari 2015]4;
[4 c) de organisatie van opleidingen op de werkplek om een werkzoekende in staat te stellen specifieke vaardigheden te verwerven die op de arbeidsmarkt niet in voldoende mate voorhanden zijn, en om een snelle inschakeling te bevorderen, in de volgende situaties:
i) in het kader van een beroepsinlevingsovereenkomst in de zin van artikel 104 van de programmawet van 2 augustus 2002, gesloten tussen de werkgever en de werkzoekende en waarvan het opleidingsplan wordt erkend of georganiseerd door FOREm;
ii) in het kader van een overeenkomst waarbij FOREm partij is, betreffende een opleiding waarbij praktijkervaring in een onderneming wordt gecombineerd met een opleiding bij een opleidingsverstrekker;
iii) in het kader van een door FOREm toegekende beroepsopleidingsovereenkomst, wanneer het gaat om een stage in een onderneming die erop gericht is de werkzoekende in staat te stellen zijn werkplan of de vaardigheden die in het kader van een opleiding op grond van een beroepsopleidingsovereenkomst zijn verworven, te confronteren met de realiteit van de onderneming;]4
3° de coördinatie en de organisatie van de activiteiten van de tewerkstellingshuizen, [3 van de "ALE"]3 van de kruispunten tewerkstelling vorming oriëntatie, alsook van de kenniscentra en hun netwerken; daarenboven is de "Office" belast met de behandeling van de aanvragen tot erkenning van de kenniscentra et van de tewerkstellingshuizen die aan de beslissing van de Regering worden onderworpen;
4° de organisatie van geïntegreerde denksporen voor de behoeften van de gebruikers met, in voorkomend geval, tussenkomst van derden;
5° de analyse, het beheer en de bekendmaking van de informatie en van het kennis op de gewestelijke arbeidsmarkt;
6° de deelname aan en het sturen van het territoriaal overleg overeenkomstig de territoriale organisatie bedoeld bij of krachtens dit decreet;
7° de ontwikkeling en de identificatie van de bekwaamheden van de werkzoekenden [4 op verzoek van hun werkgever of voor de behoeften van deze laatste en op verzoek van de werknemer, die in hoofdzaak of in bijberoep zelfstandige is, voor de uitoefening van zijn activiteit]4;]1
[3 8° de controle op [4 de beschikbaarheid van de verplicht ingeschreven werkzoekende, de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende en de verplicht ingeschreven werkzoekende op wie de verplichting van aangepaste beschikbaarheid van toepassing is]4 en het opleggen van de desbetreffende straffen, overeenkomstig artikel 35;]3
[2 9° de toekenning, de vereffening, de budgettaire opvolging en de controle op de openbare steun en de financiële incentives voor de tewerkstelling en de opleiding in verband met het tewerkstellings- en vormingsbeleid toevertrouwd aan de "Office" krachtens een wettelijke, decretale of reglementaire bepaling;]2
[3 10° [4 de validatie van het opleidingsplan en de ontwerpovereenkomst tussen de werkgever en de stagiair met betrekking tot de bepalingen bedoeld in of krachtens de artikelen 104 tot 108 van de programmawet van 2 augustus 2002 betreffende de beroepsinlevingsovereenkomst;]4]3
[4 11° de deelname aan, de coördinatie en de sturing van de voorziening voor levenslange loopbaanoriëntering en de "Cités des Métiers";
12° de opleiding van beroepsbeoefenaars in orïentering, opleiding, socio-professionele inschakeling en validatie van vaardigheden via FormaForm
13° de deelname aan en de coördinatie van het platform "Wallonie Compétences d'Avenir".]4
[4 In afwijking van artikel 1bis, 3°, wordt de opdracht bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 7°, opgedragen aan de "Office" voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in een vestigingseenheid gelegen op het grondgebied van het Franse taalgebied.]4
§ 2. (oude § 3) Binnen de perken van haar bevoegdheden inzake tewerkstelling [1 en inzake beroepsvorming]1 mag de Waalse Regering (, na advies van het beheerscomité, de modaliteiten bepalen voor de uitvoering [1 van de opdrachten bedoeld in paragraaf 1]1 of) elke andere taak opdragen aan de " Office "; de beheersovereenkomst wordt dienovereenkomstig aangepast. <DWG 2003-03-13/37, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 3. (oude § 4) De bij of krachtens de paragrafen 1 en (2) bepaalde opdrachten hebben ook een internationale draagwijdte; binnen de perken van zijn bevoegdheden vervult de " Office " de taken die bij of krachtens een supranationale wetgeving, met name die van de Europese Unie, opgedragen worden aan de openbare diensten voor tewerkstelling. <DWG 2003-03-13/37, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
[1 § 4. De bij of krachtens de paragrafen 1 en 2 bepaalde opdrachten worden opgevolgd en onderworpen aan een evaluatie aan de hand van de indicatoren bedoeld in het kader van het beheerscontract.]1
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 5, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2016-03-17/03, art. 3,f, 012; Inwerkingtreding : 01-04-2015 wat betreft de bepalingen betreffende het Fonds " beroepservaring ", het opleidingsfonds dienstencheques, de vermindering van de sociale werkgeversbijdragen "mentors" en het betaald educatief verlof (overgangsmaatregelen art. 28)>
(3)<DWG 2016-03-17/03, art. 3,a-e, g, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
(4)<DWG 2021-11-12/13, art. 25, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Afdeling 2. [1 Verzameling, verwerking, uitwisseling en bescherming van persoonsgegevens]1
----------
(1)
Art.4.[1 FOREm is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens die hij verwerkt voor de uitvoering van de opdrachten die hem zijn toevertrouwd bij of krachtens artikel 3.]1
----------
(1)<DWG 2021-11-12/13, art. 27, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art.4/1. [1 § 1. FOREm verwerkt, naargelang wat noodzakelijk is om zijn verplichtingen na te komen, zijn opdrachten uit te voeren of de vraag naar diensten van de particuliere gebruiker te beantwoorden, de volgende categorieën van persoonsgegevens:
1° het identificatienummer in het Rijksregister of het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid indien de betrokkene niet in het Rijksregister is ingeschreven ;
2° de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 10° en 14°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van natuurlijke personen;
3° indien de in 2° bedoelde gegevens niet beschikbaar zijn of indien de gebruiker niet beschikt over één van de in 1° bedoelde nummers, de naam, voornaam, geslacht, geboortedatum en adres;
4° gegevens met betrekking tot de inschrijving als werkzoekende bij FOREm, met inbegrip van de reden van inschrijving;
5° telefonische en elektronische contactgegevens;
6° het door de instellingen van sociale zekerheid erkende statuut dat een invloed heeft op de rechten en plichten van de particuliere gebruiker ten aanzien van FOREm;
7° studies, opleidingen en beheerste talen;
8° de beroepskwalificaties, met vermelding, in voorkomend geval, van de behaalde beroepscertificaties alsook van de tijdens de opleiding verworven kwalificaties, attesten en getuigschriften van vakbekwaamheid, diploma's en andere professionele erkenningen;
9° beroepsaspiraties, met inbegrip van beroepspositionering;
10° beroepservaring en -bekwaamheden die op formele, informele en niet-formele wijze zijn verworven;
11° informatie met betrekking tot de digitale autonomie;
12° gegevens met betrekking tot de stappen die de particuliere gebruiker met FOREm onderneemt;
13° psycho-medisch-sociale elementen, met inbegrip van gezondheidsgegevens, meegedeeld door de particuliere gebruiker of geattesteerd door een arts, een psycholoog of een maatschappelijk werker of meegedeeld door de begeleidingspartners, de derden bedoeld in hoofdstuk IV van het decreet van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden en elke andere derde die over deze elementen beschikt, die een invloed kunnen hebben op zijn beroepspositionering, zijn graad van nabijheid tot de arbeidsmarkt, de vaststelling van zijn begeleiding, zijn mogelijkheden om inschakeling- of opleidingsacties uit te voeren, de vaststelling van de status van niet-mobiliseerbare werkzoekende of van zijn verplichting van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt als verplicht ingeschreven werkzoekende, als verplicht ingeschreven jonge werkzoekende of als verplicht ingeschreven werkzoekende voor wie de verplichting van aangepaste beschikbaarheid geldt, of de verificatie mogelijk maken van de capaciteit van de particuliere gebruiker om een baan uit te oefenen of toegang te krijgen tot een opleiding;
14° gegevens met betrekking tot een handicap, invaliditeit of arbeidsongeschiktheid, erkend door een bevoegde instantie of door de derde die door deze instantie is gemandateerd;
15° bankgegevens nodig voor de betaling van de door FOREm betaalde steun;
16° de informatie volgens welke de werkzoekende onder schuldbemiddeling staat, alsook de naam, voornaam en contactgegevens van de schuldbemiddelaar;
17° gegevens met betrekking tot zijn zoektocht naar werk;
18° gegevens met betrekking tot het bezit van een rijbewijs;
19° gegevens met betrekking tot acties inzake oriëntering, opleiding, validering van vaardigheden of inschakeling die zijn uitgevoerd in het kader van het inschakelingsparcours van de particuliere gebruiker op de arbeidsmarkt, met name de feedback met betrekking tot de acties die zijn uitgevoerd door de begeleidingspartners en derden bedoeld in hoofdstuk IV van het decreet van 12 november 2021 met betrekking tot coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden en de derden bedoeld in artikel 7;
20° gegevens met betrekking tot een vrijheidsstraf of een tot vrijlating strekkende maatregel, wanneer deze maatregelen plaatsvinden terwijl de particuliere gebruiker in kwestie door FOREm wordt begeleid of onderworpen is aan de controle van zijn beschikbaarheid op de arbeidsmarkt.
Voor de particuliere gebruiker van wie de identiteit is geauthenticeerd, worden zijn gegevens gecentraliseerd, samengevoegd en in één bestand bewaard, teneinde de follow-up van de door de particuliere gebruiker met FOREm of met derden uitgevoerde of uit te voeren acties te verzekeren en een longitudinale follow-up van zijn acties en elementen in verband met zijn inschakeling op de arbeidsmarkt mogelijk te maken vanaf het einde van zijn leerplicht tot de leeftijd van zijn pensioen.
§ 2. Om de particuliere gebruiker niet te sturen naar een baan of een beroepsopleiding waarvan de voorwaarden voor toegang of uitoefening gereglementeerd zijn of verband houden met een activiteit waarbij contacten met minderjarigen worden gelegd, of wanneer de particuliere gebruiker naar een dergelijke baan of opleiding voor een dergelijke baan wordt gestuurd, raadpleegt FOREm het centrale strafregister om vooraf na te gaan of er al dan niet sprake is van een strafrechtelijke veroordeling die de toegang tot de baan of de beroepsopleiding die tot deze baan leidt, verhindert.
§ 3. FOREm bewaart de gegevens van de particuliere gebruiker gedurende een periode van maximaal tien jaar, vanaf het moment dat de gebruiker geen diensten bij FOREm meer verbruikt, behalve indien een wettelijke of decretale bepaling een langere bewaartermijn voorschrijft. In geval van een geschil kan FOREm de gegevens van de particuliere gebruiker bewaren gedurende de periode die noodzakelijk is voor het beheer van het geschil.
In afwijking van lid 1 kan FOREm tot de pensioengerechtigde leeftijd van de particuliere gebruiker of tot 3 jaar na de laatste bij FOREm verbruikte dienst wanneer de gebruiker na de pensioengerechtigde leeftijd als werkzoekende ingeschreven blijft staan, de volgende gegevens bewaren:
1° de gegevens waarvoor FOREm de referentiebeheerder is;
2° de gegevens die FOREm heeft voortgebracht en waarvoor zij garant staat;
3° de gegevens die nodig zijn voor de longitudinale opvolging van de handelingen van de particuliere gebruiker en de elementen met betrekking tot zijn socioprofessionele inschakeling die door de Regering worden bepaald.
§ 4. FOREm en de in paragraaf 2 bedoelde derden kunnen de in § 1, eerste lid, 1°, 3°, 5°, 7° tot 13°, 18° en 19° bedoelde categorieën van gegevens uitwisselen die betrekking hebben op particuliere gebruikers ingeschreven in een parcours waarin de derde optreedt.
De uitwisseling van gegevens betreffende de particuliere gebruiker, tussen FOREm en derden die tussenkomen in het parcours van de gebruiker, hetzij krachtens artikel 7, hetzij wegens hun medewerking aan de uitoefening door FOREm van de opdrachten voorzien bij of krachtens artikel 3, hetzij wegens hun tussenkomst in het parcours van de gebruiker voorzien bij of krachtens een wettelijke, decretale of reglementaire bepaling, gebeurt via de door FOREm voorziene middelen van of naar het enkel dossier.
Voor de identificatie en authenticatie van particuliere gebruikers en in het kader van de uitvoering van zijn taken, alsmede voor de uitwisseling van gegevens met de in lid 2 bedoelde derden, die in het parcours van de gebruiker interveniëren, is FOREm gemachtigd om de volgende middelen te gebruiken:
1° het identificatienummer in het Rijksregister, indien het gaat om gegevens betreffende een in het Rijksregister ingeschreven natuurlijke persoon ;
2° het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, bedoeld in artikel 8, § 1, 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, indien het gaat om gegevens met betrekking tot een natuurlijke persoon die niet in het Rijksregister is ingeschreven.
De in lid 2 bedoelde derden zijn gemachtigd de voormelde identificatienummers te gebruiken om de gebruiker te identificeren in hun uitwisselingen met FOREm.
§ 5. FOREm werkt samen met de andere Belgische openbare diensten voor arbeidsbemiddeling en kan de gegevens bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, 3° tot 5°, 7° tot 13°, 17° tot 19°, uitwisselen betreffende de werkzoekenden die zich verplaatsen naar het grondgebied waarvoor deze andere openbare dienst voor arbeidsbemiddeling bevoegd is.
§ 6. De particuliere gebruiker kan toegang krijgen tot de gegevens die FOREm over hem bewaart.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 28, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art.4/2. [1 § 1. FOREm verwerkt, naargelang wat nodig is om zijn verplichtingen na te komen, zijn opdrachten uit te voeren of het verzoek om dienstverlening van de gebruiker-werkgever in te willigen, de volgende gegevens:
1° identificatiegegevens, namelijk de handelsnaam, de rechtsvorm en het nummer van de onderneming en van de vestigingseenheid of het identificatienummer toegekend door het land waar de werkgever zijn maatschappelijke zetel heeft;
2° de contactgegevens, met name het adres van de maatschappelijke zetel en de telefonische en elektronische contactgegevens;
3° de activiteitensector van de werkgever in verhouding tot de bij FOREm verbruikte diensten;
4° gegevens met betrekking tot de bij FOREm verbruikte diensten;
5° de identificatie- en contactgegevens van de personen die door de werkgever zijn aangewezen om het uniek dossier van de werkgever-gebruiker te beheren en te raadplegen, met name hun identificatienummer in het Rijksregister of hun identificatienummer in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, hun naam, voornaam, telefoonnummer en e-mailadres;
6° gegevens betreffende contactpersonen die door de werkgever op vrijwillige basis worden meegedeeld ter attentie van individuele gebruikers die met hem contact wensen op te nemen.
§ 2. Voor de geauthenticeerde werkgever-gebruiker worden zijn gegevens gecentraliseerd, geaggregeerd en bewaard in één enkel dossier, gecreëerd en beheerd door FOREm, teneinde de opvolging van de bij FOREm verbruikte diensten te verzekeren.
FOREm verifieert de identiteit van de in paragraaf 1, 5°, bedoelde personen aan de hand van hun identiteitskaart of een ander identificatiemiddel dat een hoog garantieniveau biedt als bedoeld in Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, teneinde hen te authentificeren.
FOREm is gemachtigd om voor de identificatie en authenticatie van de in § 1, 5° bedoelde personen, in het kader van de uitvoering van haar opdrachten, de volgende middelen te gebruiken :
1° het identificatienummer in het Rijksregister, indien het gaat om gegevens betreffende een in het Rijksregister ingeschreven natuurlijke persoon ;
2° het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, bedoeld in artikel 8, § 1, 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, indien de gegevens betrekking hebben op een natuurlijke persoon die niet in het Rijksregister is ingeschreven.
§ 3. De FOREm bewaart de gegevens van de gebruiker-werkgever maximaal tien jaar vanaf het moment dat hij niet langer diensten van de FOREm afneemt, behalve indien een wettelijke of decretale bepaling een langere bewaartermijn voorschrijft. ".
In geval van een geschil kan FOREm de gegevens van de gebruiker-werkgever bewaren gedurende de tijd die nodig is om het geschil in goede banen te leiden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 29, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art.4/3. [1 § 1. De Regering kan nader bepalen welke gegevens die tot de in 4/1, § 1 en 4/2, § 1 bedoelde categorieën van gegevens behoren, noodzakelijk zijn voor de vervulling van de opdrachten die bij of krachtens artikel 3 zijn opgedragen.
De Regering kan bepalen welke van de in artikel 4/1, § 4, eerste lid, bedoelde categorieën van gegevens niet mogen worden doorgegeven aan de in artikel 4/1, § 4, bedoelde derden.
§ 1. FOREm voert de informatie met betrekking tot de individuele gebruiker bedoeld in artikel 4/1, § 1, en de werkgever-gebruiker bedoeld in artikel 4/2, § 1, in op basis van de beschikbare gegevens uit de authentieke bronnen waartoe het toegang heeft. ". Voor alle andere gegevens geldt dat FOREm deze verzamelt bij de gebruiker zelf of, voor de individuele gebruiker, bij de derde die tussenkomt in zijn parcours.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 30, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art.4/4. [1 § 1. FOREm kan gebruik maken van kunstmatige-intelligentie-instrumenten ter ondersteuning van de besluitvorming bij de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde opdrachten.
Alvorens gebruik te maken van de in lid 1 bedoelde instrumenten, verricht het FOREm een effectbeoordeling van het gebruik van deze instrumenten op de rechten en vrijheden van de betrokken personen. De effectbeoordeling is onderworpen aan het voorafgaande advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, die verplicht is de effectbeoordeling te publiceren, alsmede het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit daarover.
Wanneer FOREm gebruik maakt van de in lid 1 bedoelde instrumenten, informeert zij de betrokkenen vooraf, op de door haar vastgestelde wijze, over de categorieën gegevens die door de instrumenten worden gebruikt en de fasen van het proces waarvoor zij worden gebruikt.
§ 2. De Regering kan een adviescommissie oprichten, "het Ethisch Comité" genoemd, die tot taak heeft voorafgaand aan de besluitvorming advies uit te brengen over de ontwikkeling van instrumenten op het gebied van kunstmatige intelligentie ter ondersteuning van haar digitaliseringsactiviteiten.
Indien de Regering gebruik maakt van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid, bepaalt zij :
1° de samenstelling van het Ethisch Comité, waarvan ten minste twee derden van de leden personen zijn die geen deel uitmaken van FOREm, evenals de modaliteiten van de benoeming van haar leden;
2° de werkzaamheden die voortvloeien uit de opdracht van het Ethische Comité bedoeld in het eerste lid 1;
3° de werkingsregels van het Ethisch Comité;
4° de berekeningswijze van de deelnamepremie en de verplaatsingsvergoeding waarop de externe leden recht hebben.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 31, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Afdeling 3. - [1 Beginselen betreffende de uitvoering van opdrachten t.a.v. de gebruikers]1
----------
(1)
Art.5.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 De " Office " valt voor het geheel van zijn activiteiten onder de wetgeving inzake openbare dienst, met name de beginselen van continuïteit van de openbare dienst, van gelijke behandeling en van veranderlijkheid. Als dusdanig ziet hij er vooral op toe de gebruikers een universele dienst te waarborgen.
Voor de gebruikers worden de dienstverleningen kosteloos verschaft en verstrekt. De Regering kan afwijken van het kosteloosheidsbeginsel voor diensten aan gebruikers overeenkomstig de opdracht bedoeld in artikel 3, § 1, 7°, alsook bij uitzonderingsmaatregel voor sommige producten en diensten die door de "Office" aan verschillende werkgevers worden verleend in het kader van andere opdrachten waarmee hij wordt belast.]1
[1 De "Office" ziet eveneens toe op de uitvoering van zijn opdrachten met inachtneming van de openbare algemene beginselen van transparantie en leesbaarheid van zijn actie, van administratieve vereenvoudiging, van doeltreffendheid en de doelmatigheid met het oog op de optimalisering en op de optimale toewijzing van de beschikbare middelen en hulpbronnen.
De Regering kan, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, de toekenningsvoorwaarden bepalen van een voordeel of van onkostenvergoedingen aan de werkzoekenden, overeenkomstig de modaliteiten en de voorwaarden die zij bepaalt]1
(De Regering legt op voorstel van de " Office " een Handvest van de gebruikers vast waarin alle in de vorige leden bedoelde principes geïmplementeerd worden.) <DWG 2003-03-13/37, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 8, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Afdeling 4. - Beheerscontract.
Art.6.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) De verschillende opdrachten van de " Office " worden uitgevoerd met inachtneming van de beheersovereenkomst die gesloten is door de Waalse Regering en het in hoofdstuk III bedoelde beheerscomité.
[3 ...]3
De overeenkomst wordt gesloten [1 voor een duur van minstens drie en hoogstens vijf jaar]1.
De beheersovereenkomst bevat [3 onder andere]3 :
- de verbintenissen van de Waalse Regering inzake toelagen en andere niet-financiële verbintenissen;
- [4 de verbintenissen van de " Office " i.v.m. de aan de doelgroepen te verlenen diensten, het efficiënte beheer van zijn hulpbronnen, de doelstellingen inzake verrichtingen, resultaten, kwaliteit, aan te wenden middelen om ze te halen en termijnen;]4
- de voorschriften voor de uitvoering, de opvolging en de herziening.
[2 ...]2
De uitvoering ervan maakt het voorwerp uit van jaarlijkse evaluatieverslagen die door het beheerscomité en de commissarissen van de Waalse Regering worden opgemaakt en aan de Waalse Regering worden voorgelegd.
[1 Na het sluiten van de beheersovereenkomst, stelt de "Office" het ondernemingsplan op. [4 Het ondernemingsplan bevat minstens de uit te voeren projecten en acties om de doelstellingen van de "Office" die vermeld worden in de beheersovereenkomst te vervullen.]4 ]1
----------
(1)<DWG 2010-07-22/10, art. 40, 007; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
(2)<DWG 2010-07-22/10, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
(3)<DWG 2012-05-10/05, art. 9, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(4)<DWG 2016-03-17/03, art. 4, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Afdeling 5. - [1 Beroep op de tussenkomst van derden voor de uitvoering van dienstverleningen ten gunste van de gebruikers]1
----------
(1)
Art.7.[1 De Office kan zijn opdrachten uitvoeren door de tussenkomst van derden, die al dan niet rechtstreeks dienstverleningen leveren ten opzichte van de gebruikers en die deze dienstverleningen uitvoeren met inachtneming van de beginselen bedoeld in artikel 5.
Dit beroep op de tussenkomst van derden bestaat ofwel in een partnerschap, ofwel in een subsidiëring, ofwel in een overheidsopdracht [2 , ofwel in een oproep tot belangverklaring]2.
De in het kader van een partnerschap, van een subsidiëring [2 , van een overheidsopdracht of een oproep tot belangverklaring]2 verrichte handelingen moeten overeenstemmen met de richtlijnen van de beheersovereenkomst.
[2 ...]2]1
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 11, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2021-11-12/13, art. 32, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art. 7bis.[1 § 1. Wanneer de "Office" zijn opdrachten vervult in het kader van een partnerschap. Onder "partnerschap" dient te worden verstaan elke vorm van vereniging of samenwerking met partners uit de openbare of de privé-sector, waardoor financiële en materiële middelen, alsook menselijke krachten gezamenlijk ingeschakeld kunnen worden ofwel om een doel te bereiken dat deel uitmaakt van de opdrachten van de "Office", maar dat beter inspeelt op een behoefte van het doelpubliek dan één partner alleen, ofwel om bijstand te verlenen wanneer de "Office" zich niet alleen van zijn opdrachten kan kwijten omdat in een specifieke behoefte moet worden voorzien.
De "Office" kan ofwel een partnerschapsovereenkomst sluiten, ofwel deel uitmaken van een publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon die onder een Belgische, buitenlandse of supranationale wetgeving valt, onder de in dit artikel bedoelde voorwaarden.
§ 2. De "Office" kan partnerschapsovereenkomsten sluiten voor zover die overeenkomst :
1° voorziet in de oprichting van een collegiaal orgaan dat moet nagaan of ze goed wordt uitgevoerd;
2° voorziet in een geschikte deelneming van de "Office" zodat de doelstellingen van het partnerschap gehaald kunnen worden;
3° bepaalt welke middelen ter beschikking worden gesteld om ze uit te voeren;
4° de kwestie van de intellectuele rechten regelt meer bepaald de auteursrechten, die wegens het gezamenlijk inzetten van de middelen tevoorschijn zou kunnen komen, en voorziet in de verdeling ervan al naar gelang de gezamenlijk ingezette middelen;
5° bepaalt dat geen verlenging zal plaatsvinden zonder een evaluatie van de verrichte handelingen, en op grond van welke criteria de evaluatie uitgevoerd zal worden;
6° bepaalt de wijze waarop ze ontbonden wordt als :
a) de finaliteit van het partnerschap uit het oog wordt verloren;
b) de verrichte handelingen niet meer overeenstemmen met de beheersovereenkomst;
c) niet meer wordt voldaan aan één van de voorwaarden bedoeld onder de punten 1° tot 5°.
§ 3. De "Office" kan deel uitmaken van een instelling met een ander rechtsstatuut voor zover :
1° de statuten bepalen dat hij ten belope van zijn inbreng vertegenwoordigd wordt binnen de bestuurs- of beslissingsorganen;
2° de statuten voorzien in de verdeling van de goederen en bezittingen ten belope van de respectievelijke inbreng;
3° de statuten moeten bepalen dat de rekeningen ieder ogenblik kunnen worden gecontroleerd om na te gaan hoe de openbare gelden worden gebruikt;
4° de statuten de wijze bepalen waarop de "Office" zich terugtrekt als :
a) de finaliteit van het partnerschap uit het oog wordt verloren;
b) de verrichte handelingen niet meer overeenstemmen met de beheersovereenkomst;
c) niet meer wordt voldaan aan één van de voorwaarden bedoeld onder de punten 1° tot 3° en 5°;
5° de statuten de wijze bepalen waarop het openbaar onderzoek zal worden uitgevoerd.
§ 4. De Office verbindt zich en werkt samen met derden, met name in het kader van de volgende partnerstructuren om samen bij te dragen tot :
1° de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, a, ii) en iii) en b, i), voor het deel betreffende de verspreiding van vacatures, via de kruispunten tewerkstelling vorming oriëntatie;
2° de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, a, i) en iii) en b), i), voor het deel betreffende de verspreiding van vacatures, via tewerkstellingshuizen;
3° de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, 2° en 7°, via kenniscentra [2 en de "cités des métiers" (Cities van de beroepen)"]2.
De Regering wordt ertoe gemachtigd om de minimale voorwaarden te bepalen voor de erkenning van een structuur als kruispunt tewerkstelling vorming oriëntatie, tewerkstellingshuis of kenniscentrum.
§ 5. De Regering kan de andere modaliteiten en procedures bepalen volgens dewelke de partnerschapsovereenkomsten worden gesloten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2012-05-10/05, art. 12, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2016-03-17/03, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.7bis/1. [1 § 1. Onverminderd de bij de bestaande decreten en uitvoeringsbesluiten ingevoerde subsidieregelingen kan de Dienst, binnen de grenzen van de daartoe in zijn begroting beschikbare kredieten, op basis van een oproep tot het indienen van projecten en met inachtneming van de beginselen van billijkheid en transparantie, de in artikel 7, lid 1, bedoelde derden financiële steun verlenen.
De in lid 1 bedoelde subsidie is bestemd voor de financiering van alle of een deel van de kosten van de organisatie van begeleidings- en oplossingsgerichte maatregelen voor niet-werkende werkzoekenden met het oog op hun integratie op de arbeidsmarkt.
§ 1. De subsidie dekt ten hoogste de daadwerkelijk gemaakte kosten in het kader van qua doel en duur beperkte acties. De begunstigden van de subsidie voeren een afzonderlijke boekhouding van de kosten en ontvangsten in verband met de uitvoering van elke gesubsidieerde actie.
De subsidie kan door de begunstigde niet worden overgedragen zonder voorafgaande toestemming van FOREm.
§ 3. De Regering bepaalt de wijze van toepassing van de paragrafen 1 en 2 en stelt de regels vast met betrekking tot :
1° de organisatie van oproepen tot het indienen van projecten ;
2° de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van de subsidie;
3° de vaststelling van het bedrag van de subsidie ;
4° hoe de subsidie zal worden gebruikt;
5° de modaliteiten voor de vereffening van de subsidie;
6° de bewijsstukken die door de begunstigde van de subsidie moeten worden verstrekt;
7° de specifieke modaliteiten van de controle, de herziening en de terugbetaling van het geheel of een deel van de subsidie.
§ 4. Het aanvraagformulier voor de subsidie en de documenten die nodig zijn voor de functionele en financiële evaluatie van het gebruik van de subsidie worden uitsluitend langs elektronische weg meegedeeld, overeenkomstig de door FOREm ter beschikking gestelde middelen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 33, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Afdeling 6.
Art. 7ter.
<Opgeheven bij DWG 2021-11-12/13, art. 35, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
HOOFDSTUK III. - Beheer.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art.8.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) <DWG 2003-03-13/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003> De " Office " wordt bestuurd door een beheerscomité, in die functie [1 bijgestaan door een uitvoerend bureau, zoals bedoeld in afdeling 5 van dit hoofdstuk en door een strategisch comité, zoals bedoeld in afdeling 7 van dit hoofdstuk]1.
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
Afdeling 2. (oude afdeling 1) - Beheerscomité.
Art.9.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Het beheerscomité is samengesteld uit :
1° een voorzitter (en een ondervoorzitter); <DWG 2003-03-13/37, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
2° (acht) vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties en zeven vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties die alleen raadgevende stem hebben. (Hoogstens twee derden van die vertegenwoordigers zijn van hetzelfde geslacht [1 , namelijk elf personen van hetzelfde geslacht" ingevoegd na de woorden "die vertegenwoordigers zijn van hetzelfde geslacht]1.) <DWG 2003-03-13/37, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2014-02-20/15, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art.10.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) De Waalse Regering benoemt de voorzitter (en de ondervoorzitter). <DWG 2003-03-13/37, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
[1 Laatsgenoemden moeten de voorwaarden en verplichtingen bedoeld in het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder vervullen en niet onder het gezag staan van de organisaties die binnen het beheerscomité van de "Office" vertegenwoordigd zijn.]1
Het mandaat van de voorzitter (en van de ondervoorzitter) loopt vijf jaar en is verlengbaar. <DWG 2003-03-13/37, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Het eindigt in geval van overlijden, ontslag, burgerlijke onbekwaamheid of als niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van het tweede lid.
De voorzitter (of de ondervoorzitter) die niet langer deel uitmaakt van het beheerscomité, wordt vervangen binnen de volgende drie maanden. <DWG 2003-03-13/37, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
In geval van ontslagneming of als het mandaat verstrijkt, blijft de voorzitter(of de ondervoorzitter) het ten volle uitoefenen zolang hij niet vervangen is. <DWG 2003-03-13/37, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2014-02-20/15, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art.11. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) De Waalse Regering benoemt de in artikel 9, 2°, bedoelde leden van het beheerscomité uit dubbeltallen die respectievelijk door de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties voorgedragen worden.
De leden van het beheerscomité moeten Belg zijn (of EU-onderdanen) en ten minste 21 jaar oud zijn. <DWG 2003-03-13/37, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Het mandaat van de leden van het beheerscomité loopt vijf jaar en is verlengbaar.
Het verstrijkt in geval van overlijden, ontslag, burgerlijke onbekwaamheid of als niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van het tweede lid.
De Waalse Regering verzoekt de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties binnen drie maanden na het ontslag of vóór het verstrijken van het mandaat hun kandidaten uit dubbeltallen voor te dragen.
De lijsten moeten binnen de maand na de ontslagneming aan de Waalse Regering gestuurd worden.
In geval van ontslagneming of als het mandaat verstrijkt, blijven de leden het ten volle uitoefenen zolang ze niet vervangen zijn.
Elk lid dat niet langer deel uitmaakt van het beheerscomité, wordt vervangen binnen de volgende drie maanden. In dit geval neemt het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger over.
Afdeling (3). - Bevoegdheden van het beheerscomite.
Art.12.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) § 1. Het beheerscomité heeft de volgende bevoegdheden :
1° het bespreekt en sluit de beheersovereenkomst met de Waalse Regering, zorgt voor de tenuitvoerlegging en de opvolging ervan;
2° het neemt alle strategie- en principebeslissingen met inachtneming van de richtlijnen bedoeld in de beheersovereenkomst.
Het gaat hier om beslissingen die wegens hun belang of de gevolgen die ze voor de " Office " hebben, een richtlijn, een beleid, een standpunt t.o.v. zijn omgeving of een te volgen gedragslijn bepalen of wijzigen (met inbegrip van degene m.b.t. de integratie van de opdrachten [2 en de transversaliteit van de opdrachten]2); <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
3° het geeft de Waalse Regering advies inzake het tewerkstellings- en beroepsopleidingsbeleid.
Daartoe kan het de Waalse Regering voorstellen wijzigingen aan te brengen in de wetten, decreten of besluiten die de " Office " moet toepassen.
Zijn voorstellen moeten vergezeld gaan van [2 een financiële impact]2 voor elke wijziging in de wetgeving of reglementering.
Als een voorstel niet eenstemmig wordt onthaald, moeten de verschillende standpunten uitgedrukt worden;
4° het kan (op gemeenschappelijke of exclusieve wijze) een deel van zijn bevoegdheden overdragen aan het uitvoerend bureau of aan de administrateur-generaal; <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
5° het neemt de beslissingen waarover ( [1 van het uitvoerend bureau]1 ) de in artikel 19, § 6, bedoelde consensus niet is bereikt, en de beslissingen over een punt dat de administrateur-generaal of, bij diens afwezigheid, de adjunct-administrateur-generaal bij hem aanhangig maakt overeenkomstig artikel 19, § 2; <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
6° [1 het stelt het huishoudelijk reglement van het uitvoerend bureau vast en keurt het huishoudelijk reglement van het strategisch comité bedoeld in artikel 24 goed;]1
7° het legt de begroting van de " Office " vast;
(7°bis. Het bepaalt de budgettaire verdeelsleutel binnen eenzelfde basisallocatie;) <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
8° het bepaalt [2 het ondernemingsplan voorgesteld door het Directiecomité en voorgelegd door de administrateur-generaal]2;
9° het beslist, binnen de perken van [2 7bis, § 1 en § 3]2, over de deelneming van de " Office " in de oprichting, de directie en de financiering van publiek- of privaatrechtelijk rechtspersonen die krachtens een Belgische, buitenlandse of supranationale wetgeving beheerd worden.
In die beslissing worden de duur van het mandaat van de vertegenwoordigers en de financiële participatie van de "Office" opgegeven, alsmede de wijze waarop die participatie in de boekhouding en in de begroting wordt verwerkt en waarop de rekeningen van de betrokken rechtspersoon worden overgemaakt en nagekeken.
10° het bepaalt de regels op grond waarvan de " Office " partnerschapsovereenkomsten kan sluiten overeenkomstig [4 artikel 7bis, § 5]4;
11° het neemt administratieve beslissingen met een individuele draagwijdte die betrekking hebben op overheidsopdrachten, tegemoetkomingen en subsidies die [2 door de Office worden toegekend en op de in artikel 7bis, § 2, bedoelde overeenkomsten]2 [1 ...]1 voor zover het geraamde bedrag van de overheidsopdrachten, tegemoetkomingen en subsidies of overeenkomsten hoger is dan (740.000 euro), exclusief BTW; <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
[1 Het neemt ook administratieve beslissingen met een individuele draagwijdte die betrekking hebben op meerjarige overheidsopdrachten van diensten, waarvan het geraamde bedrag hoger is dan [3 30.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidsopdracht]3, en op de meerjarige overheidsopdrachten van leveringen en werken, waarvan het bedrag hoger is dan [3 85.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidsopdracht]3, voor zover deze overheidsopdrachten niet slaan op de lopende uitgaven die nodig zijn voor de werking van de "Office".]1
12° het bepaalt de voorwaarden waaronder de " Office " schulden kan afschrijven (en het kan een compromis sluiten). <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
(13° het [2 ...]2 controleert de werken [1 van het uitvoerend bureau]1;) <DWG 2003-03-13/37, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
[2 14° het keurt het meerjarige actieprogramma [5 van het College van de subregionale kamers voor "tewerkstelling en vorming van de instanties van de regio's voor Kwalificerend onderwijs - Vorming - Arbeidsmarkt, hierna "KOVA-regio-instanties" genoemd, die bedoeld zijn in het samenwerkingsakkoord, gesloten op 20 maart 2014 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de uitvoering van regio's voor Kwalificerend Onderwijs - Vorming - Arbeidsmarkt]5 ;]2
[1 Het beheerscomité [2 spreekt zich uit, na advies van het strategisch comité]2 bedoeld in artikel 24 over de beslissingen bedoeld in het eerste lid, 2°, 7°, 8° [2 , 10°, 11° en 14°]2.
Het strategisch comité brengt ook een voorafgaand advies uit over de in het eerste lid, § 1, 4°, bedoelde beslissingen inzake overdracht van bevoegdheden aan het uitvoerend bureau en aan de administrateur-generaal voor zover ze rechtstreeks betrekking hebben op één van de beslissingen bedoeld in het tweede lid.]1
§ 2. Het neemt beslissingen bedoeld in welke wetgeving of reglementering ook, tenzij die bevoegdheid krachtens dit decreet aan een ander orgaan van de " Office " wordt opgedragen.
§ 3. Het beschikt over de nodige macht om voormelde bevoegdheden uit te oefenen.
§ 4. De administrateur-generaal brengt om de drie maanden verslag uit aan het beheerscomité over de uitvoering van de beslissingen die het genomen heeft.
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 15, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(3)<DWG 2014-02-20/15, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
(4)<DWG 2016-03-17/03, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.13. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) De Waalse Regering verzoekt het beheerscomité om advies over elk voorontwerp van decreet, besluit of reglement tot wijziging van de wetgeving of de reglementering die de " Office " moet toepassen of betreffende de personeelsformatie en de structuur van de " Office ".
Het beheerscomité brengt advies uit binnen een termijn van één maand, te rekenen van de datum waarop de aanvraag is verzonden. Op verzoek van de Waalse Regering kan deze termijn ingekort worden tot 20 werkdagen. Het advies wordt niet meer verlangd als het niet binnen de voorgeschreven termijn wordt uitgebracht.
Als het advies niet eenstemmig wordt goedgekeurd, worden de verschillende standpunten uitgedrukt.
Afdeling 4. (oude afdeling 3) - Werking.
Art.14.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Het beheerscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op. Dat reglement voorziet o.a. in :
1° de wijze waarop het beheerscomité wordt bijeengeroepen op verzoek van de Minister van Tewerkstelling en/of de voor beroepsopleiding bevoegde Minister, de commissarissen van de Waalse Regering, de voorzitter, de met het dagelijks beheer van de instelling belaste persoon of twee leden;
2° de wijze waarop de agenda wordt opgemaakt en, in geval van uitstel van een vergadering, in de verplichte opneming van de punten op de agenda van de eerstkomende vergadering;
3° de wijze waarop het voorzitterschap wordt waargenomen in geval van afwezigheid of verhindering van de voorzitter;
4° de aanwezigheid van ten minste de helft van de vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties om op geldige wijze te beraadslagen en te beslissen, alsook in de wijze waarop gestemd wordt binnen het beheerscomité;
5° de wijze waarop de pariteit hersteld wordt wanneer de leden die de werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen niet in gelijk aantal aanwezig zijn bij de stemming;
6° de voorwaarden waaronder het beheerscomité een beroep mag doen op personen die speciaal bevoegd zijn om specifieke aangelegenheden te onderzoeken;
7° de wijze waarop de in artikel 12, § 1, 3°, bedoelde voorstellen worden geformuleerd en het in artikel 13 bedoelde advies uitgebracht;
8° de voorwaarden waaronder het beheerscomité bepaalde specifieke taken [1 aan het uitvoerend bureau]1 mag overdragen, met name wat betreft hun inhoud en de termijn binnen dewelke ze uitgevoerd moeten worden;
9° de voorwaarden waaronder het beheerscomité de administrateur-generaal kan gelasten de " Office " op geldige wijze te vertegenwoordigen in gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en in zijn naam en op zijn verzoek op te treden wat betreft de handelingen die tot zijn bevoegdheid behoren;
10° de voorwaarden waaronder het beheerscomité de beslissingen neemt die [1 het uitvoerend bureau]1 niet kan nemen omdat de in artikel 19, § 6, bedoelde voorwaarden niet vervuld zijn;
11° de periodiciteit van zijn vergaderingen;
12° de wijze waarop de driemaandelijkse verslagen door de administrateur-generaal worden opgemaakt.
(13° de regels en modaliteiten op grond waarvan het beheerscomité de werkzaamheden [1 van het uitvoerend bureau]1 controleert [2 ...]2;) <DWG 2003-03-13/37, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
14° [1 ...]1
(15° de deontologische regels om binnen het kader van de uitoefening van de mandaten belangenconflicten te voorkomen en om de naleving van het vertrouwelijkheidsbeginsel te waarborgen.) <DWG 2003-03-13/37, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 16, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.15. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) Op de voordracht van de administrateur-generaal wijst het beheerscomité onder de personeelsleden van de " Office " een persoon aan die de processen-verbaal van zijn vergaderingen zal opmaken, alsmede zijn plaatsvervanger.
Art.16.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en van de voor beroepsopleiding bevoegde Minister, wijst de Waalse Regering twee commissarissen aan die de in bovenvermelde wet van 16 maart 1954 [1 , bij het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissarissen,]1 en in artikel 18 bedoelde bevoegdheden zullen uitoefenen.
Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en van de voor beroepsopleiding bevoegde Minister, wijst ze een persoon aan die deze bevoegdheden zal uitoefenen voor alle beslissingen met een budgettaire, boekhoudkundige of financiële weerslag.
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 17, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.17.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 De Regering bepaalt het bedrag van de vergoedingen en presentiegelden van de voorzitter, [2 de ondervoorzitter,]2 de leden van het beheerscomité, de leden van het uitvoerend bureau, de leden van het strategisch comité, de commissarissen en de leden van het auditcomité.]1
Deze vergoedingen en presentiegelden komen ten laste van de begroting van de " Office ".
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 18, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.18.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Als het algemeen belang, de wetten, decreten, besluiten, reglementen en de beheersovereenkomst het verlangen, kan de Waalse Regering of, in voorkomend geval, één van de daartoe gemachtigde commissarissen het beheerscomité, [1 en het uitvoerend bureau zoals bedoeld in afdeling 5 van dit hoofdstuk]1, verzoeken te beraadslagen over elke aangelegenheid die zij bepaalt, of hen bevelen de nodige maatregelen te nemen of de nodige handelingen te verrichten binnen een termijn die zij bepaalt en die niet korter mag zijn dan twintig dagen, behalve in spoedgevallen.
Als het beheerscomité, [1 of het uitvoerend bureau]1 na afloop van die termijn geen beslissing heeft genomen of als de Waalse Regering niet instemt met deze maatregelen of handelingen, kan ze de beslissing nemen in de plaats van het beheerscomité, [1 het uitvoerend bureau]1.
Van elke beslissing die de Waalse Regering in de plaats van het beheerscomité, [1 het uitvoerend bureau]1 neemt, wordt onmiddellijk een afschrift aan [2 het Waals Parlement]2 overgemaakt.
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 19, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Afdeling 5. (oude afdeling 4) - [1 Het uitvoerend bureau en zijn bevoegdheden]1
----------
(1)
Art.19.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) § 1. [1 Het uitvoerend bureau bestaat uit]1 :
1° de voorzitter (en de ondervoorzitter) van het beheerscomité; <DWG 2003-03-13/37, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
2° twee vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties en twee vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties, alsook uit hun plaatsvervangers die het beheerscomité (...) kiest; <DWG 2003-03-13/37, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
3° de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal;
4° [3 het geheel van de [4 directeurs-generaal]4 die verantwoordelijk zijn van de directoraten-generaal]3
(Hoogstens twee derden van de in punt 2° bedoelde leden zijn van hetzelfde geslacht.
Ze mogen niet [2 aan een derde die dienstverleningen uitvoert ten gunste van de gebruikers in het kader van de opdrachten van de "Office"]2 gebonden worden op grond van een arbeids- of bedrijfsovereenkomst.) <DWG 2003-03-13/37, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 2. Alleen de onder punt 2° bedoelde leden [1 van het uitvoerend bureau]1 hebben raadgevende stem. De administrateur-generaal of, bij diens afwezigheid, de adjunct-administrateur-generaal heeft evenwel het recht een zaak aanhangig te maken bij het beheerscomité, op voorwaarde dat hij de redenen daarvoor opgeeft tijdens de vergadering. In dit geval beslist het beheerscomité in de plaats van (het [1 ...]1 uitvoerend bureau). <DWG 2003-03-13/37, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 3. [1 Op de voordracht van de administrateur-generaal wijst het uitvoerend bureau onder de personeelsleden de persoon aan die zijn secretariaat zal waarnemen, alsmede zijn plaatsvervanger.]1
§ 4. De in artikel 16 bedoelde commissarissen wonen de vergaderingen [1 van het uitvoerend bureau]1 bij en oefenen er de bevoegdheden uit die bepaald zijn bij bovenvermelde wet van 16 maart 1954 [2 , bij het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissarissen,]2 en die bedoeld zijn in artikel 18.
§ 5. Elk lid bedoeld in § 1, 1° en 2°, dat wegens ontslag of om één van de in de artikelen 10 en 11 bedoelde redenen niet langer deel uitmaakt [1 van het uitvoerend bureau]1, wordt vervangen binnen de volgende drie maanden. Als een lid vóór het einde van het mandaat wordt vervangen, wordt het mandaat door zijn plaatsvervanger overgenomen.
§ 6. De beslissingen [1 van het uitvoerend bureau]1 worden op geldige wijze genomen bij een quorum van vier leden, waaronder drie van die bedoeld in § 1, 2°. De beslissingen worden bij consensus genomen. Elk lid bedoeld in § 1, 2°, heeft het recht zich te verzetten tegen de goedkeuring van een beslissing van het uitvoerend bureau. Dat verzet moet tijdens de vergadering uitgedrukt worden en met redenen omkleed zijn. Het houdt in dat de zaak op de eerstvolgende vergadering aanhangig wordt gemaakt bij het beheerscomité.
(§ 7. De voorzitter van het beheerscomité heeft het recht om zich te verzetten tegen de beslissing [1 van het uitvoerend bureau]1 als hij vaststelt dat bedoeld comité zijn bevoegdheden overschrijdt [1 ...]1 of als hij acht dat [1 de werkzaamheden van het uitvoerend bureau]1 punctueel moeten gecontroleerd worden door het comité. De voorzitter heeft dan het recht om de zaak aanhangig te maken bij het beheerscomité nadat tijdens de zitting een met redenen omkleed advies is uitgebracht. In dat geval beslist het comité in de plaats van het [1 ...]1 uitvoerend bureau.) <DWG 2003-03-13/37, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 20, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(3)<DWG 2015-12-03/05, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 21-12-2015>
(4)<DWG 2023-06-28/10, art. 7, 017; Inwerkingtreding : 16-10-2023>
Afdeling 6.
Art.20.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 Op grond van de richtlijnen en beslissingen van het beheerscomité beschikt het uitvoerend bureau over de volgende bevoegdheden :
1° het bereidt de door het beheerscomité te nemen beslissingen voor;
2° het neemt alle beslissingen die geen verband houden met het dagelijks beheer en die voortvloeien uit de strategie- en principebeslissingen;
3° het neemt administratieve beslissingen met een individuele draagwijdte die betrekking hebben op overheidsopdrachten, die niet slaan op de gewone uitgaven die nodig zijn voor de werking van de "Office", die niet meerjarig zijn en waarvan het geraamde bedrag niet hoger is dan 740.000 euro, exclusief btw; het bezorgt het beheerscomité een driemaandelijks verslag over de gunningen van overheidsopdrachten van diensten waarvan het bedrag hoger is dan [2 30.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidspdracht]2, en de gunningen van overheidsopdrachten van leveringen en werken waarvan het bedrag hoger is dan [2 85.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidsopdracht]2;
4° het vervult de andere taken die het beheerscomité hem speciaal opdraagt, overeenkomstig artikel 12, § 1, 4°.]1
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2014-02-20/15, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art.21.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 Het uitvoerend bureau legt zijn huishoudelijk reglement voor aan het beheerscomité]1. Dat reglement voorziet o.a. in :
1° de wijze waarop [1 van het uitvoerend bureau]1 wordt bijeengeroepen op verzoek van de Minister van Tewerkstelling en/of de voor beroepsopleiding bevoegde Minister, de commissarissen of één lid;
2° de wijze waarop de voorzitter wordt vervangen als hij afwezig of verhinderd is;
3° de voorwaarden waaronder [1 het uitvoerend bureau punctueel een beroep mag doen]1 op personen die speciaal bevoegd zijn om specifieke aangelegenheden te behandelen; <DWG 2003-03-13/37, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
4° de voorwaarden waaronder de administrateur-generaal personeelsleden van de " Office " kan aanwijzen die de vergaderingen [1 van het uitvoerend bureau]1 moeten bijwonen;
5° de periodiciteit van (hun) vergaderingen; <DWG 2003-03-13/37, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
6° de wijze waarop [1 zijn]1 beslissingen meegedeeld worden. <DWG 2003-03-13/37, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
7° [2 de deontologische regels om belangenconflicten te voorkomen en om de naleving van het vertrouwelijkheidsbeginsel te waarborgen.]2
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 11, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 21, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Afdeling 6. (afdeling 7 wordt hernummerd naar afdeling 6, zie DWG 2011-03-31/03, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011) - Dagelijks beheer van de " Office ".
Art.22.
<Opgeheven bij DWG 2012-05-10/05, art. 22, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.23.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) § 1. De administrateur-generaal voert de beslissingen van het beheerscomité uit en brengt hem om de drie maanden verslag uit daarover. Hij neemt het dagelijks beheer waar voor alle taken die bij dit decreet aan de " Office " opgedragen worden. Te dien einde kan hij alle bewarende maatregelen nemen en alle handelingen van tenuitvoerlegging van de door het beheerscomité of [1 het uitvoerend bureau]1 genomen beslissingen verrichten, alsook de handelingen die, van wege hun omvang of de gevolgen die ze voor de " Office " hebben, geen uitzonderlijk karakter vertonen of geen verandering van (het bestuursbeleid) teweegbrengen en die de behandeling van de lopende zaken van de " Office " vormen. Hij neemt elke andere taak waar die hem door het beheerscomité [1 ...]1 wordt opdragen. <DWG 2003-03-13/37, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 2. Overeenkomstig § 1 en met inachtneming van de beheersovereenkomst en de door het beheerscomité genomen beslissingen wordt hij belast met de volgende opdrachten :
1° hij werft en ontslaat het contractuele personeel;
2° hij oefent alle bevoegdheden uit die overeenkomstig [3 de Waalse Ambtenarencode aan de [6 Secretaris-generaal]6 ]3 worden verleend;
3° hij heeft de leiding over het personeel;
4° hij bepaalt de interne organisatie van de " Office " [3 in het kader van het organogram aangenomen door het beheerscomité]3;
5° hij ondertekent alle stukken en brieven i.v.m. de bevoegdheden van dagelijks beheer;
6° hij vertegenwoordigt de " Office " op geldige wijze in gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treedt op geldige wijze op in zijn naam en voor zijn rekening wat betreft de handelingen van dagelijks beheer;
7° hij vertegenwoordigt de " Office " op geldige wijze in gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treedt op geldige wijze op in naam en op verzoek van het beheerscomité en [1 van het uitvoerend bureau]1 wat betreft de handelingen die tot hun bevoegdheden behoren.
(8° [6 beslist over bevoegdheids- en belangenconflicten tussen de centrale directoraten-generaal, de diensten met afzonderlijk beheer en de territoriale directies.]6 ) <DWG 2003-03-13/37, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
[1 9° neemt de administratieve beslissingen met een individuele draagwijdte die betrekking hebben op overheidsopdrachten, die slaan op de lopende, al dan niet meerjarige, uitgaven die nodig zijn voor de werking van de "Office" waarvan het geraamde bedrag niet hoger is dan 740.000 euro, exclusief btw.
Hij neemt ook de administratieve beslissingen met een individuele draagwijdte die betrekking hebben op meerjarige overheidsopdrachten van diensten, waarvan het geraamde bedrag niet hoger is dan [4 30.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidspdracht]4, en op de meerjarige overheidsopdrachten van leveringen en werken, waarvan het bedrag niet hoger is dan [4 85.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidsopdracht]4, voor zover deze overheidsopdrachten niet slaan op de lopende uitgaven die nodig zijn voor de werking van de "Office".]1
§ 3. De [3 ...]3 bevoegdheden i.v.m. het dagelijks beheer zoals bedoeld in § 1, en de wijze waarop de in § 4 bedoelde informatie moet worden verstrekt, worden in onderlinge overeenstemming door het beheerscomité en de administrateur-generaal bepaald. Die overeenstemming wordt uiterlijk zes maanden na de inwerkintreding van dit decreet door de Waalse Regering goedgekeurd. [1 Die overeenstemming kan mits de goedkeuring van de Regering herzien worden ofwel binnen het jaar van herziening van het beheerscontract of van de wijziging ervan bij aanhangsel, ofwel binnen het jaar waarin het beheerscomité op eigen initiatief of op verzoek van de administrateur-generaal een officieel verzoekschrift richt aan de Regering.]1
(De overeenkomst voor het dagelijks beheer bevat een specifiek deel betreffende de precieze verdeling [3 van de opdrachten bedoeld in paragraaf 3]3.) <DWG 2003-03-13/37, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 4. De administrateur-generaal moet de voorzitter van het beheerscomité en [1 van het uitvoerend bureau]1, op eigen initiatief of op verzoek van het beheerscomité, kennis geven van de handelingen die in het kader van het dagelijks beheer verricht worden en hem uitleg geven daaromtrent. [1 De administrateur-generaal bezorgt het beheerscomité een driemaandelijks verslag over de gunningen van overheidsopdrachten van diensten, waarvan het bedrag hoger is dan [4 30.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidspdracht]4, en de gunningen van overheidsopdrachten van leveringen en werken, waarvan het bedrag hoger is dan [4 85.000 euro, exclusief btw, voor de gehele overheidsopdracht]4.]1 <DWG 2003-03-13/37, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 5. [6 De administrateur-generaal mag, binnen de perken en onder de voorwaarden die hij bepaalt, een deel van de bevoegdheden die hem bij of krachtens dit artikel worden toegewezen, overdragen aan één of meerdere mandatarissen of aan één of meerdere personeelsleden van de "Office", ongeacht of hij ambtenaar is in de zin van artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode of contractueel personeelslid in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden, met inbegrip van zijn bevoegdheid om de " Office " voor de administratieve of gewone gerechten te vertegenwoordigen.]6
[3 De administrateur-generaal heeft het recht om elke overgedragen opdracht aan zich te trekken.]3
§ 6. [3 ...]3
§ 7. [3 ...]3
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2011-03-31/03, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(3)<DWG 2012-05-10/05, art. 23, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(4)<DWG 2014-02-20/15, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
(5)<DWG 2015-12-03/05, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 21-12-2015>
(6)<DWG 2016-03-17/03, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art. 23bis.[1 De adjunct-administrateur-generaal staat de administrateur-generaal bij, bij het vervullen van al de hem opgedragen opdrachten.
Bij afwezigheid of verhinderhing van de administrateur-generaal, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de adjunct-administrateur-generaal. Bij verhindering van laatstgenoemde, wordt een ambtenaar-generaal [2 van rang A3]2 aangewezen doot het beheerscomité op voorstel van de administrateur-generaal om zijn functies uit te oefenen.
De Waalse Regering bepaalt, in de omtrek van het dagelijkse beheer, na advies van het strategische comité en op voorstel van het beheerscomité, de bevoegdheden van de adjunct administrateur-generaal die het voorwerp uitmaken van een delegatie door de administrateur-generaal.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2012-05-10/05, art. 24, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2015-12-03/05, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 21-12-2015>
Art. 23ter.[1 Een directiecomité, samengesteld uit de administrateur-generaal, de [2 directeurs-generaal]2 en de adjunct-directeurs-generaal van de centrale directoraten-generaal bedoeld in artikel 23quater en van de territoriale directies bedoeld in artikel 26, tweede lid, is belast met de coördinatie van de operationalisering van de strategie- en principebeslissingen en van de begrotingsbeslissingen genomen of gedelegeerd door het beheerscomité, alsook de beslissingen en acties van de verschillende centrale directoraten-generaal met het oog op de uitvoering van het overkoepelend of overeenstemmend beleid.]1
----------
(1)<DWG 2016-03-17/03, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
(2)<DWG 2023-06-28/10, art. 8, 017; Inwerkingtreding : 16-10-2023>
Art. 23quater.[1 De "Office" wordt in grondgebieden zoals bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderverdeeld en beschikt over een centrale zetel die een rol i.v.m. de steun en dienstverlening aan de grondgebieden vervult om de enigheid en de transversaliteit van de functies inzake operationele begeleiding en steun binnen de territoriale directies te waarborgen.
[2 De centrale zetel bestaat uit drie centrale directoraten-generaal die de volgende inhoudelijke bevoegdheden onder elkaar verdelen:
1° de ontwikkeling en het beheer van de producten en diensten aan de werkgevers en aan de particulieren;
2° de strategie, met inbegrip van de positionering van FOREM als operator of regisseur van de arbeidsmarkt en de vorming;
3° de organisatie van zijn relaties met de operatoren, en de coördinatie van de acties met het oog op het bevorderen van de intergewestelijke mobiliteit van de werkzoekenden en de werknemers;
4° de human ressources, het beheer en de ontwikkeling van de financiën, van het bestuur en van de informatietechnologieën]2.
Op voorstel van de administrateur-generaal bepaalt het beheerscomité de materiële bevoegdheid van elk centraal directoraat-generaal.]1
----------
(1)<DWG 2016-03-17/03, art. 10, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
(2)<DWG 2023-06-28/10, art. 9, 017; Inwerkingtreding : 16-10-2023>
Art. 23quinquies.[1 § 1. [3 De administrateur-generaal wordt ertoe gemachtigd om bepaalde bevoegdheden over te dragen aan de adjunct administrateur-generaal, de [4 directeurs-generaal]4 van de centrale directoraten-generaal, de [4 directeurs-generaal]4 van de territoriale directies en de verantwoordelijken voor de diensten met een afzonderlijk beheer, in activiteitendomeinen i.v.m. hun specifieke functies, binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop de in artikel 23, § 3, bedoelde overeenkomst betreffende het dagelijks beheer is gesloten.]3
§ 2. De administrateur-generaal, de adjunct-administrateur-generaal en de [2[4 directeurs-generaal]4 van de directoraten-generaal wonen de vergaderingen van het beheerscomitié bij, met raadgevende stem.]1
[3 De [4 ]directeurs-generaal-4 van de territoriale directies bedoeld in artikel 26, tweede lid, wonen de vergaderingen van het beheerscomité met raadgevende stem bij naar gelang van de behandelde thematiek, volgens de door dat comité bepaalde modaliteiten en periodiciteit, om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke toestand en om hun deelname tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de "Office" te coördineren.]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2012-05-10/05, art. 27, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2015-12-03/05, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 21-12-2015>
(3)<DWG 2016-03-17/03, art. 11, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
(4)<DWG 2023-06-28/10, art. 10, 017; Inwerkingtreding : 16-10-2023>
Art. 23sexties.[1 De Dienst wordt geleid door een administrateur-generaal van rang A1, bijgestaan door een adjunct-administrateur-generaal van rang A2 en zeven directeurs-generaal van rang A3.
De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal worden door de Regering voor een mandaat aangewezen onder de voorwaarden vastgesteld bij Titel II van Boek II van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode.
Behoudens uitzondering bepaald door de Regering overeenkomstig artikel 25 van dit decreet of artikel 2 van het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waals Gewest vallen, en onder voorbehoud van de toepassing van de bijzondere bepalingen vastgesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende het statuut van het "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" en onder voorbehoud van de toepassing van de bijzondere bepalingen vervat in hoofdstuk III van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van de Dienst, overeenkomstig de artikelen 10, § 3, lid 2, en 339, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, worden de directeurs-generaal en de andere ambtenaren-generaal van rang A3 aangewezen door de Regering tegen de voorwaarden vastgesteld bij Titel II van Boek II van hetzelfde Wetboek.
In de interne organisatie van de centrale directoraten-generaal en de territoriale directies leggen de directeurs-generaal verantwoording voor hun dagelijks beheer enkel af voor de administrateur-generaal.
Elke directeur-generaal van een centraal directoraat-generaal of van een territoriaal directoraat-generaal wordt geacht ordonnateur te zijn van de uitgaven en ontvangsten wat betreft de uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn aan het/de door hem/haar geleide directoraat-generaal of territoriale directie]1.
----------
(1)<DWG 2023-06-28/10, art. 11, 017; Inwerkingtreding : 16-10-2023>
Art.24.
<Oude artikel 24 opgeheven bij DWG 2011-03-31/03, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
Art.24.[1 § 1. Naast de opdrachten bepaald in artikel 12, tweede en derde lid, is het strategisch comité een raadgevend orgaan dat ermee belast is voorafgaande adviezen uit te brengen over :
1° de documenten of de hoofdzakelijke te nemen beslissingen die strategische, principiële en methodologische oriëntaties bepaalt inzake de uitvoering van het beheerscontract alsmede over de resultaten van de uitvoering en de opvolging van het beheerscontract;
2° [2 het ondernemingsplan;]2
3° de beslissingen die door het beheerscomité inzake de overdracht van bevoegdheden aan het uitvoerend bureau genomen moeten worden met het oog op de toepassing [2 van artikel 20, 4°]2;
4° de documenten of de beslissingen van het beheerscomité betreffende het opmaken van de oorspronkelijke begroting van de "Office", de opvolging van de begrotingsuitvoering en de voorstellen van budgettaire aanpassingen, waaronder die bedoeld in artikel 27, § 1;
5° de projecten om leningen aan te gaan, zoals bedoeld in artikel 27, § 3 [2 en de adjunct-administrateur-generaal]2;
6° de beslissingen die door het beheerscomité genomen moeten worden en die het wenst hem voor te leggen.
§ 2. Het strategisch comité bestaat uit :
1° de voorzitter en de ondervoorzitter van het beheerscomité die de functies van voorzitter en ondervoorzitter waarnemen;
2° twee vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties alsmede uit hun plaatsvervangers die door de Regering benoemd worden op grond van een dubbellijst van kandidaten voorgedragen door de representatieve werkgeversorganisaties;
3° twee vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties alsmede uit hun plaatsvervangers die door de Regering benoemd worden op grond van een dubbellijst van kandidaten voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties;
4° twee leden aangewezen door de Regering;
5° de administrateur-generaal.
[2 Op voorstel van de administrateur-generaal, wijst het strategisch comité onder de personeelsleden de persoon aan, die wordt belast met het secretariaat van het strategisch comité en zijn plaatsvervangende.]2
Het strategisch comité wordt volledig hernieuwd vóór 31 december van het installatiejaar van de Regering, behalve wat betreft de eerste aanwijzing van het strategisch comité.
Alleen de leden van het strategisch comité bedoeld in het eerste lid, 1° tot 4°, nemen deel aan de uitwerking en goedkeuring van het advies. Ze moeten Belg of onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie en minstens eenentwintig jaar oud zijn.
Maximum twee derde van die leden zijn van hetzelfde geslacht.
§ 3. Het beheerscomité richt de aanvraag om advies aan het strategisch comité.
Het strategisch comité brengt zijn advies pas rechtsgeldig uit als minstens de helft van de leden aanwezig zijn.
Als het advies door de leden bedoeld in § 2, eerste lid, 1° tot 4°, niet eenstemmig wordt uitgebracht, worden de verschillende stellingen erin uitgedrukt. Het uitgebrachte advies is met redenen omkleed.
Het strategisch comité maakt zijn eigen huishoudelijk reglement op dat minstens hetgeen volgt bevat :
1° de regels betreffende de bijeenroeping van het strategisch comité;
2° de regels betreffende het voorzitterschap van het strategisch comité;
3° de voorwaarden waaronder het strategisch comité een oproep kan doen op deskundigen of op personen die speciaal bevoegd zijn voor het onderzoek van bijzondere vragen;
4° de regels betreffende de modaliteiten inzake de beraadslaging en de inwinning van adviezen;
5° de regels betreffende de modaliteiten inzake de opstelling en de goedkeuring van adviezen, notulen, door het comité;
6° de regels betreffende de overmaking en de communicatie van de adviezen;
7° de periodiciteit van de vergaderingen;
8° de beroepsregels die als doel hebben het belangenconflict te voorkomen en de naleving van de vertrouwelijkheid te waarborgen.
§ 4. [3 Het strategisch comité zal erom verzoeken dat de adviezen die het tijdens zijn zitting heeft uitgebracht, op de agenda van het beheerscomité, die deze zitting onmiddellijk volgt, worden geplaatst.
De door de Regering aangewezen leden communiceren met de Ministers van Tewerkstelling en Vorming en met de in artikel 16 bedoelde commissarissen van de Waalse Regering vóór en na de vergaderingen van het strategisch comité.]3 ]1
----------
(1)<Nieuw artikel 24 ingevoegd bij DWG 2011-03-31/03, art. 15, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 29, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(3)<DWG 2014-02-20/15, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Afdeling 7. [1 - Strategisch comité]1
----------
(1)
Afdeling 8. [1 - Raad voor financiële en budgettaire opvolging]1
----------
(1)
Art. 24bis.[1 § 1. De Raad voor financiële en budgettaire opvolging is als volgt samengesteld:
1° twee leden van het Directiecomité bedoeld in artikel 9, 2°, die respectievelijk de representatieve organisaties van de werknemers en van de werkgevers vertegenwoordigen;
2° [3 twee]3 leden, erkend voor hun budgettaire expertise, aangewezen door de Regering;
3° een Inspecteur van Financiën, aangewezen door de Regering;
4° een vertegenwoordiger van het Rekenhof;
5° een afgevaardigde van de Gewestelijke Begrotingsadministratie, aangewezen door de Regering;
6° een vertegenwoordiger van het [3 Strategisch centrum van fiscale, financiële en budgettaire expertise]3;
[3 7° een lid aangewezen door de Minister van Begroting.]3
Voor ieder gewoon lid als bedoeld in lid 1 wordt een plaatsvervangend lid benoemd. Het neemt alleen zitting bij afwezigheid van het corresponderende gewone lid.
Het lidmaatschap van de Raad voor financiële en budgettaire opvolging is onverenigbaar met het mandaat of de taken van :
- lid van het Beheerscomité, met uitzondering van de leden bedoeld in lid 1, 1° ;
- lid van de Regering van de federale Staat, van een Gewest [3 , van een gemeenschap of de Brusselse staatssecretaris]3;
- lid van het Europees Parlement, van de federale wetgevende kamers of van een gewest- of gemeenschapsparlement;
- provinciegouverneur ;
- personeel van de instelling of van een van haar dochterondernemingen, met uitzondering van de perso(o)n(en) die belast is (zijn) met het dagelijks beheer;
- externe adviseur of vaste consultant van de instelling
In afwijking van lid 3 nemen de Administrateur-generaal, de adjunct administrateur-generaal, de [3 directeurs-generaal]3 van de in artikel 23quater bedoelde centrale directoraten-generaal en de regeringscommissarissen met raadgevende stem deel aan de zittingen van de Raad voor financiële en begrotingscontrole. Bovendien neemt het hoofd van de administratieve dienst die met de begroting van de Dienst is belast, of zijn afgevaardigde, met raadgevende stem aan de vergaderingen van de Dienst deel.
De voorzitter wordt benoemd door de Regering uit de effectieve leden bedoeld in paragraaf 1, 2° [3 tot 7°]3.
§ 2. Het mandaat van de in lid 1 bedoelde leden vangt aan binnen zes maanden na de beëdiging van de leden van de Regering ingevolge de vernieuwing van het Waals Parlement. Ze kunnen vernieuwd worden. Zij eindigen in geval van overlijden, ontslag, civiele onbekwaamheid of wanneer het lid de hoedanigheid verliest waarvoor hij is benoemd.
Wanneer het mandaat van een van de in paragraaf 1, eerste lid, [3 1° tot 7°]3, bedoelde gewone leden of van een van hun plaatsvervangers eindigt om een van de in het eerste lid genoemde redenen, maakt het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger af.]1
----------
(1)<DWG 2021-11-12/13, art. 37, 015; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/27, art. 4, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
(3)<DWG 2024-04-25/54, art. 56, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.24bis/1.[1 De Raad voor financiële en budgettaire opvolging is belast met:
1° adviezen uitbrengen in het kader van de procedure tot vaststelling van de begroting van de Dienst, bedoeld in artikel 12, § 1, 7° [3 , aan de Regering en aan het beheerscomité]3;
2° gemotiveerde begrotingsadviezen of -voorstellen formuleren met het oog op de evaluatie van de werking en de toestand van de openbare dienst waarvoor de Dienst verantwoordelijk is en het jaarverslag opstellen over de uitvoering van het beheerscontract [3 binnen een maximumtermijn van één maand te rekenen van het formuleren van de aanvraag]3. Het Beheerscomité stelt de termijn vast waarbinnen de adviezen [3 aan de Regering en aan het beheerscomité]3 van de Raad voor financiële en budgettaire opvolgingmoeten zijn ontvangen. Deze termijn mag niet korter zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van het verzoek;
3° elk kwartaal aan het Beheerscomité en aan de Regering verslag uitbrengen over de ontvangsten en uitgaven van de Dienst, [3 met inbegrip van investeringsprogramma's en wijzigingen in de kaspositie van de Dienst,]3 inzonderheid over de ramingen dienaangaande en over de verschillende aspecten van de evolutie ervan;
4° advies uitbrengen over elke begrotingskwestie die hem door de Regering en het Directiecomité wordt voorgelegd.
De Raad voor financieele en budgettaire opvolging beschikt in het kader van zijn opdracht over de ruimste onderzoeksbevoegdheden, zonder evenwel toegang te hebben tot individuele gegevens. Het onderzoekt verrichtingen met financiële of budgettaire gevolgen, heeft toegang tot alle dossiers en archieven en ontvangt van de diensten van de Dienst alle informatie waarom het verzoekt. Het kan sommige van zijn leden afvaardigen naar vergaderingen van de organen van de Dienst.]1
[3 De in het eerste lid bedoelde adviezen en verslagen worden door de voorzitter van het comité ter behandeling en archivering toegezonden aan de door de regering aangewezen dienst.]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 38, 015; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/27, art. 5, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
(3)<DWG 2024-04-25/54, art. 57, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.24bis/2. [1 § 1. De raad voor financiële en budgettaire opvolging stelt een huishoudelijk reglement op dat met name het volgende omvat:
1° regels voor het bijeenroepen van vergaderingen ;
2° de regels met betrekking tot hun voorzitterschap bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter;
3° de regels met betrekking tot de modaliteiten van de beraadslaging ;
4° regels voor het beheer van de in paragraaf 2 bedoelde situaties.
Het in lid 1 bedoelde huishoudelijk reglement wordt door de Regering goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
§ 2. Het is de leden van de raad voor financiële en budgettaire opvolging verboden aanwezig te zijn bij de bespreking of de beraadslaging over een agendapunt waarbij zij een direct of indirect, vermogensrechtelijk of persoonlijk belang hebben.
§ 3. Het Beheerscomité benoemt uit het personeel van de Dienst, op voorstel van de Administrateur-generaal, de persoon die met het secretariaat van de Raad voor financiële en budgettaire opvolging wordt belast.
§ 4. De vergaderingen van de raad voor financiële en budgettaire opvolging worden niet bezoldigd. De effectieve leden en de plaatsvervangende leden van de raad voor financiële en budgettaire opvolging hebben recht op terugbetaling van de reiskosten die zij hebben gemaakt voor de behoeften die inherent zijn aan de uitoefening van hun mandaat, in de vormen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse ambtenarencode.
De schadevergoeding waarop zij in dit verband eventueel recht hebben, komt ten laste van de Dienst.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 39, 015; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Art.24bis/3. [1 Ten minste eenmaal per jaar, bij de opstelling van de balans en de winst- en verliesrekening of van de jaarrekening, dient de bedrijfsrevisor bij de Regering, het Beheerscomité en de Raad voor financiële en budgettaire opvolging een verslag in over het vermogen van de Dienst en over de resultaten van zijn verrichtingen. Hij stelt de Regering, het Beheerscomité en de Raad voor financiële en budgettaire opvolging onverwijld in kennis van elke nalatigheid, onregelmatigheid of situatie die de solvabiliteit en de liquiditeit van de Dienst in gevaar kan brengen. De kosten die voortvloeien uit de aan de controleur toevertrouwde opdrachten komen ten laste van de Dienst.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2021-11-12/13, art. 40, 015; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
HOOFDSTUK IV. - Personeel van de " Office ".
Art.25.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) (Op voorstel van het beheerscomité legt de Waalse Regering de personeelsformatie van de " Office " vast, alsook de regels van toepassing op het personeel dat onder een arbeidsovereenkomst valt.) <DWG 2003-03-13/37, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
De " Office " mag contractueel personeel werven voor de exclusieve doeleinden bedoeld (in artikel 2, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 december 2000) tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen. <DWG 2003-03-13/37, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Wat de specifieke taken betreft, is de " Office " ertoe gemachtigd contractueel personeel te werven voor expertise- en consultancytaken, alsook voor de ermee gepaard gaande pedagogische en begeleidingstaken en (de taken waarbij de " Office " [1 ...]1 kan optreden als acteur op de gemengde arbeidsmarkt). Dat personeel is onderworpen aan bijzondere reglementen. <DWG 2003-03-13/37, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Met inachtneming van bovenvermeld koninklijk besluit van (22 december 2000) legt de Waalse Regering, na advies van het beheerscomité, de lijst van de specifieke taken vast (...). <DWG 2003-03-13/37, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 31, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
HOOFDSTUK V. - [1 Territoriale organisatie]1
----------
(1)
Art.26.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 De "Office" verleent zijn diensten in functie van de behoeften van de gebruikers, om ze bereikbaar te maken.]1
(De " Office " wordt onderverdeeld [1 [3 in territoriale directies]3 die rechtstreeks afhangen van de administrateur-generaal [2 ...]2 ]1.) <DWG 2003-03-13/37, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
[3 De territoriale directies organiseren het aanbod van diensten van de "Office" op hun grondgebied. Ze programmeren de activiteiten, voeren de strategie uit, waarbij ze op hun grondgebied ervoor zorgen het tuseenkomstbeleid en het aanbod van diensten van de "Office" te waarborgen en werken samen met de op hun grondgebied aanwezige operatoren.]3
[1 Na overleg met het beheerscomité]1 legt de Waalse Regering het aantal [1 [3 ...]3 directies [2 ...]2 ]1 en het ambtsgebied ervan vast [1 , met inachtneming van de volgende criteria :
1° de diversiteit op het Waalse grondgebied;
2° de plaatselijke socio-economische bijzonderheden;
3° de optimale omvang van de grondgebieden met het oog op de vereenvoudiging van het beheer van de "Office";
4° complementariteit op het vlak van aanbod van diensten aan de gebruikers;
5° de integratie van de activiteiten in verband met de betrekking en de vorming op het grondgebied en de globale begeleiding binnen de regionale directies;
6° het in acht nemen van de territoriale strategieën opgesteld op de schaal van het grondgebied van het Waalse Gewest voor de aangelegenheden in verband met het beleid inzake tewerkstelling en inzake beroepsvorming.]1.
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 33, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2014-02-20/15, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
(3)<DWG 2016-03-17/03, art. 13, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
HOOFDSTUK VI. - Financiering en begroting van de " Office ".
Art.27.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) § 1. Binnen de perken van de daartoe op de begroting van het Waalse Gewest uitgetrokken kredieten geniet de " Office " toelagen om [1 de in artikel 3 bedoelde opdrachten]1 te vervullen.
(Telkens als de Regering een andere activiteit aan de " Office " toevertrouwt, worden budgettaire aanpassingen uitgevoerd, na overleg tussen de Regering en het beheerscomité over o.a. de doelgroepen en de te halen doelstellingen.) <DWG 2003-03-13/37, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
(§ 1bis. [1 De jaarlijkse toelagen dekken afzonderlijk de lopende en vermogensverrichtingen om het vervullen van zijn opdrachten zoals bedoeld in artikel 3 mogelijk te maken.
Het Waalse Gewest voorziet in zijn begrotingen in toelagen om deze verrichtingen te dekken.]1
[1 ...]1
[1 ...]1
§ 2. De " Office " mag giften en legaten in ontvangst nemen en elke andere ontvangst invorderen.
§ 3. (Met de waarborg van het Waalse Gewest mag de " Office " leningen uitsluitend aangaan voor de financiering [1 van vermogensverrichtingen]1 betreffende zijn opdrachten [1 ...]1 enerzijds en om de achterstand in de inning van zijn ontvangsten in te halen anderzijds.) <DWG 2003-03-13/37, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
(In het laatste geval wordt de Regering vooraf in kennis gesteld van het project en wordt tijdens de hele duur van de lening om de drie maanden een stand van zaken overgelegd.) <DWG 2003-03-13/37, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
§ 4. [1 ...]1
§ 5. De " Office " beschikt over een bedrijfskapitaal dat o.a. gespijsd wordt met toelagen ten laste van de begroting van het Waalse Gewest, waarvan het bedrag en de gebruiksregels door de Waalse Regering worden bepaald.
§ 6. [4 [5 De in de begroting opgenomen subsidies worden ter beschikking van de Dienst gesteld in twaalf maandelijkse schijven die niet gelijk hoeven te zijn aan elkaar. Deze bepaling is niet van toepassing op de artikelen 41.05 (vakdomeinen 103.003 (ESER-code 41)) van programma 18.13 (WBFIN-programma 18.103), 41.15 (110.012 (ESER-code 41)) van programma 18.22 (WBFIN-programma 18.110) van de begroting waarvoor het ritme van de vereffening door de Minister bevoegd voor werkgelegenheid en opleiding wordt bepaald. ]5]4
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 34, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2020-12-17/52, art. 80, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(2) geen nederlandse versie
(3)<DWG 2022-12-21/67, art. 74, 016; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(4)<DWG 2023-12-13/13, art. 73, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
(5)<DWG 2024-12-18/05, art. 8, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.28.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) De saldo's van de gewestelijke toelagen die niet gebruikt zijn bij de afsluiting van het begrotingsjaar, worden als reserves opgenomen op de balans van de " Office ".
Deze reserves worden [1 gestijfd door de schrifturen]1 i.v.m. de besteding van het resultaat van het boekjaar en dekken de behoeften [1 in verband met de opdrachten]1.
De Waalse Regering beslist over de besteding van deze reserves op advies van het beheerscomité en stelt het aantal desbetreffende rekeningen vast.
Deze reserves en de besteding ervan worden respectievelijk gerechtvaardigd op de rekeningen en begroting van de " Office ".
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 35, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.29.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 De begroting wordt voorgesteld per programma en per basisallocatie, en wordt verdeeld [2 per centraal directoraat-generaal, per territoriale directie]2 en per dienst met afzonderlijk beheer, met de speciefieke begrotingskredieten.]1
[1 Het ontwerp van]1 van de " Office " wordt [1 aan het Waals Parlement]1 overgemaakt als bijlage bij het ontwerp van begroting van het Waalse Gewest.
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 36, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2016-03-17/03, art. 14, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.30.
<Opgeheven bij DWG 2012-05-10/05, art. 37, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.31.
<Opgeheven bij DWG 2012-05-10/05, art. 38, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
HOOFDSTUK VII. - [1 Diensten met afzonderlijk beheer]1
----------
(1)
Afdeling 1.
Art.32.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) [1 De diensten met afzonderlijk beheer zijn diensten van de "Office" belast met het administratief, budgettair en financieel beheer voor de activiteitendomeinen bedoeld in de artikelen 33 [3 tot 35]3.
Deze diensten zijn voorzien van een beslissingsbevoegdheid inzake het beheer met inachtneming van beginselen en regelgevingen die van toepassing zijn op de "Office".
Op voorstel van het beheerscomité bepaalt de Regering, voor elke dienst, de beheers- en werkingsregels en de modaliteiten voor de aanwijzing van de ordonnateur van de uitgaven [2 en van de ontvangsten]2 en van de dienstverantwoordelijke.]1
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 41, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
(2)<DWG 2014-02-20/15, art. 8, 010; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
(3)<DWG 2016-03-17/03, art. 15, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.33.[1 Een dienst met afzonderlijk beheer is binnen de "Office" belast met de in artikel 3, § 1, 9°, bedoelde opdracht.]1
----------
(1)<DWG 2016-03-17/03, art. 16, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2016 en 01-04-2015 voor wat betreft de bepalingen betreffende het Fonds " beroepservaring ", het opleidingsfonds dienstencheques, de vermindering van de sociale werkgeversbijdragen "mentors" en het betaald educatief verlof (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.34.[1 Een dienst met afzonderlijk beheer is binnen de "Office" belast met het financiële en budgettaire beheer van de "Instanties KOVA-regio" gelegen in het Waalse Gewest.
De dienst met afzonderlijk beheer vervult een steunopdracht, waarbij hij voor de samenhang en de wettelijkheid van de administratieve en organisationele procedures van de regio-instanties zorgt, en verleent een logistieke begeleiding aan de subregionale kamers voor "tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties via de bestemming van de in artikel 21, eerste lid, van bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst bedoelde middelen.]1
----------
(1)<DWG 2016-03-17/03, art. 17, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.35.[1 In het kader van de uitoefening van de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, 8°, ziet een afzonderlijk beheerde dienst in de zin van artikel 32 toe op de beschikbaarheid op de arbeidsmarkt van verplicht ingeschreven werkzoekenden binnen de grenzen voorzien bij of krachtens dit artikel, jonge verplicht ingeschreven werkzoekenden en verplicht ingeschreven werkzoekenden onderworpen aan de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid en beslist, in voorkomend geval, met inachtneming van de rechten van verdediging, over de daaraan verbonden sancties, overeenkomstig het normatieve kader dat van toepassing is op de controle op de beschikbaarheid, zoals voorzien bij of krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
De organisatie en het functioneren van deze dienst waarborgen de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van deze dienst bij de uitoefening van de opdrachten die hem uit hoofde van lid 1 zijn toevertrouwd.
Voor de controle van de actieve beschikbaarheid van de verplicht ingeschreven werkzoekende beoordeelt de afzonderlijk beheerde dienst, met inachtneming van de rechten van verdediging, de actieve beschikbaarheid van de verplicht ingeschreven werkzoekende wanneer diens dossier naar hem wordt doorverwezen, overeenkomstig artikel 15, § 3, van het decreet van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden.
Om de actieve beschikbaarheid van de jonge werkzoekende die verplicht is ingeschreven na te gaan, beoordeelt de afzonderlijk beheerde dienst, met inachtneming van de rechten van verdediging, zijn beschikbaarheid overeenkomstig artikel 15, § 4, van het decreet van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden
De Regering bepaalt de wijze waarop de afzonderlijk beheerde dienst de beschikbaarheid controleert en, in voorkomend geval, de daaraan verbonden sancties oplegt, de wijze waarop de verplicht ingeschreven werkzoekenden en de verplicht ingeschreven jonge werkzoekenden, in voorkomend geval, worden opgeroepen voor een gesprek om hun actieve beschikbaarheid te beoordelen en de wijze waarop de verplicht ingeschreven werkzoekenden en de verplicht ingeschreven werkzoekenden voor wie de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid geldt, worden opgeroepen voor een gesprek in het kader van de controle van hun passieve of aangepaste beschikbaarheid.
De verplicht ingeschreven werkzoekende, de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende of de verplicht ingeschreven werkzoekende voor wie de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid geldt, kan een verzoek indienen om de beslissingen die de in lid 1 bedoelde afzonderlijk beheerde dienst ten aanzien van hem genomen heeft, te herzien volgens de door de Regering vastgestelde procedures.
De Regering stelt de nadere regels vast voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde beschikbaarheidscontroleprocedure.
In het kader van de door de in lid 1 bedoelde afzonderlijk beheerde dienst verrichte opdrachten kan het FOREm, wanneer de verplicht ingeschreven werkzoekende, de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende of de verplicht ingeschreven werkzoekende voor wie een verplichting tot aangepaste beschikbaarheid geldt, zich beroept op een gezondheidsprobleem dat gevolgen kan hebben voor zijn of haar verplichting tot beschikbaarheid op de arbeidsmarkt, een onderzoek laten verrichten door een gezondheidswerker.
De verplicht ingeschreven werkzoekende, de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende of de verplicht ingeschreven werkzoekende voor wie een aangepaste beschikbaarheidsverplichting geldt en die zich beroept op een gezondheidsprobleem, wordt in kennis gesteld van de mogelijkheid om het in lid 8 bedoelde onderzoek te weigeren.
Wanneer de verplicht ingeschreven werkzoekende, de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende en de verplicht ingeschreven werkzoekende voor wie een aangepaste beschikbaarheidsverplichting geldt, het in lid 8 bedoelde onderzoek weigert, kan FOREm weigeren rekening te houden met het aangevoerde gezondheidsprobleem bij de beoordeling van de actieve, passieve of aangepaste beschikbaarheid.
De verwerking van deze gezondheidsgegevens geschiedt onder de verantwoordelijkheid van een arts die onderworpen is aan het beroepsgeheim of door een andere persoon die eveneens aan een geheimhoudingsplicht is onderworpen.]1
----------
(1)<DWG 2021-11-12/13, art. 41, 015; Inwerkingtreding : 01-07-2022>
Art.36.
<Opgeheven bij DWG 2012-05-10/05, art. 45, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
HOOFDSTUK VIIbis. [1 - Subregionale kamers voor "tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties]1
----------
(1)
Art.37.
<Opgeheven bij DWG 2016-03-17/03, art. 20, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.38.[1 Elke subregionale kamer voor "tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties" heeft als opdracht :
1° de uitbrenging van een advies over de erkenningen waarvoor zijn advies door of krachtens een decretale bepaling wordt verplicht;
2°de uitbrenging van aanbevelingen of voorstellen in verband met de adequatie tussen het beleid inzake tewerkstelling en vorming van dit territoriaal ambtsgebied en de socio-economische behoeften van dit gebied;
3° het voeren van elke opdracht toevertrouwd krachtens decretale of reglementaire bepalingen en elke actie overgedragen of goedgekeurd door de regio-instantie.]1
----------
(1)<DWG 2016-03-17/03, art. 21, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.39.
<Opgeheven bij DWG 2016-03-17/03, art. 22, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.40.
<Opgeheven bij DWG 2016-03-17/03, art. 23, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.41.
<Opgeheven bij DWG 2016-03-17/03, art. 24, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.42.
<Opgeheven bij DWG 2012-05-10/05, art. 51, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.43.
<Opgeheven bij DWG 2012-05-10/05, art. 52, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.44.[1 § 1. Een college van de subregionale kamers voor tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties is belast met de coördinatie, volgens de door dat college bepaalde modaliteiten en periodiciteit, van de uitvoering van de aanvullende opdrachten bovenop bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst van 20 maart 2014 die bij decretale of reglementaire bepalingen aan de verschillende kamers worden toegekend om de samenhang ervan en de naleving van het kader van hun opdrachten te waarborgen.
§ 2. Het secretariaat van het college van de subregionale kamers voor tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties wordt waargenomen door een personeelslid van de dienst met afzonderlijk beheer.
§ 3. De werkingsmodaliteiten, met name betreffende het stemmingsquorum, worden vastgesteld in het huishoudelijk reglement, dat ter goedkeuring van de Voogdijminister wordt voorgelegd.
§ 4. Het college van de subregionale kamers voor tewerkstelling en vorming van de KOVA-regio-instanties bestaat uit :
1° een vertegenwoordiger van elke subregionale kamers voor tewerkstelling en vorming van de -regio-instanties die binnen dat college zitting heeft;
2° de administrateur-generaal of zijn vertegenwoordiger.
De gewone en plaatsvervangende vertegenwoordiger bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt door de Regering op de voordracht van de kamer die hij vertegenwoordigt, benoemd.]1
----------
(1)<DWG 2016-03-17/03, art. 25, 012; Inwerkingtreding : 08-04-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.45. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) (Opgeheven) <DWG 2003-03-13/37, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
HOOFDSTUK VIII. - Bekendmakingen in het Belgisch staatsblad.
Art.46.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) Het huishoudelijk reglement van het beheerscomité, [1 van het uitvoerend bureau en van het strategisch comité]1, de in artikel 23, § 3, bedoelde overeenstemming, de ermee gepaard gaande overdrachten van bevoegdheden van dagelijks beheer (...) worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op initiatief van de administrateur-generaal. <DWG 2003-03-13/37, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
----------
(1)<DWG 2011-03-31/03, art. 16, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
HOOFDSTUK IX. [1 - Interne audit]1
----------
(1)
Afdeling 1. - (...).
Art.47.[1 De "Office" wordt voorzien van een interne auditregeling om het beheerscomité bij te staan in zijn supervisieactiviteiten en om een zekerheid te bieden omtrent de mate van beheersing van de risico's en verrichtingen en activiteiten beheerd door de "Office". Deze interne auditregeling voldoet aan de internationale normen terzake, zowel op het ethisch en het professioneel vlak, als op het vlak van de in te zetten mechanismen, praktijken en middelen. Deze interne auditregeling bestaat uit een auditcomité en een cel voor interne audit.]1
----------
(1)<DWG 2012-05-10/05, art. 54, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.48.[1 Het auditcomité bestaat uit :
- de voorzitter en de ondervoorzitter van het beheerscomité;
- twee deskundige externe leden die niet van de "Office" afhangen, gekozen op grond van hun bevoegdheid inzake interne audit en aangewezen door de Regering op de voordracht van het beheerscomité.
[2 Deze laatste worden aangewezen door de Regering voor de duur van het beheersovereenkomst. Hun mandaat is hernieuwbaar.]2
De voorzitter en de ondervoorzitter van het auditcomité moeten deel uitmaken van verschillende componenten, waarbij de ene één van de twee vertegenwoordigers is van het beheerscomité en de andere één van de twee externe deskundigen die niet van de "Office" afhangen.
Elk lid dat het auditcomité verlaat, wordt vervangen binnen drie maanden volgend op het beëindigen van zijn mandaat. De voor de vervanging aangewezen persoon voleindigt het mandaat van zijn voorganger.]1
----------
(1)<Nieuw artikel 48 ingevoegd bij DWG 2011-03-31/03, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 55, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.49.[1 Het auditcomité vergadert minstens vier keer per jaar. Het auditcomité bepaalt het werkingshandvest waarin minstens de werkingsmodaliteiten voor de vergaderingen van het auditcomité, de uitoefening van zijn opdrachten, zijn rechten en plichten ten opzichte van de "Office", zijn betrekkingen met de organen van de "Office" en de andere organen belast met de externe controle bepaald worden, en legt het handvest ter goedkeuring voor aan de Regering.]1
----------
(1)<Nieuw artikel 49 ingevoegd bij DWG 2011-03-31/03, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
Art.50.[1 Het auditcomité beschikt over een departement voor interne audit, genoemd "cel voor interne audit", dat rechtstreeks onder zijn gezag staat en dat belast is met het [2 ...]2 beheer van de opdrachten van het auditcomité.
Via de auditcel maakt het comité een jaarlijks programma en een meerjarig plan van opdrachten van interne audits op.
Voor elke auditopdracht worden een schriftelijk verslag dat de beschrijving van de feiten en vaststellingen bevat, en een evaluatie van het systeem voor interne controle en van de eventuele aanbevelingen opgemaakt.]1
----------
(1)<Nieuw artikel 50 ingevoegd bij DWG 2011-03-31/03, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
(2)<DWG 2012-05-10/05, art. 56, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>
Art.51.[1 De bestaans- en geldmiddelen van het auditcomité, met inbegrip van die betreffende de cel voor interne audit, komen ten laste van de begroting van de "Office" in een aparte budgetlijn.]1
----------
(1)<Nieuw artikel 51 ingevoegd bij DWG 2011-03-31/03, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
HOOFDSTUK IXbis. [1 - Verplichting tot overmaking van de werkaanbiedingen.]1
----------
(1)
Art.52. [1 Overeenkomstig artikel 3, eerste lid, 1°, b) verzamelt de "Office" alle werkaanbiedingen overgemaakt door de ondernemingen die minstens 100 werknemers tijdens het kalenderjaar vóór de vacature in dienst namen en die minstens een bedrijfszetel hebben in het Waalse Gewest en dit, onverminderd de vrijheid van de ondernemingen om hun verspreidingskanalen voor hun werkaanbiedingen en de wervingsmiddelen te kiezen.
Deze mededeling wordt uitgevoerd voor elke vacante betrekking uiterlijk op het moment waarop een werkaanbieding voor die post al dan niet rechtstreeks en ongeacht de wijze meegedeeld wordt aan personen die niet tot het personeel van de onderneming behoren. Deze kennisgeving wordt door middel van een schrijven met vaste datum verricht.
Onder vacante betrekking dient te worden verstaan een post waarvoor de werkgever actief zoekt naar een gepaste kandidaat buiten de betrokken onderneming.
Onder onderneming dient te worden verstaan de openbare of privé-organisatie in technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.
De berekening van het aantal werknemers binnen de onderneming wordt uitgevoerd overeenkomstig de formule bedoeld in artikel 7 van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen tenzij de Regering een andere berekekingsbasis beslist.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-02-20/15, art. 10, 010; Inwerkingtreding : onbepaald >
HOOFDSTUK IXter. [1 - Bewijswaarde van de informatie behandeld, geregistreerd, behouden of weergegeven door de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi.]1
----------
(1)
Art.53. [1 Voor de uitoefening van zijn opdrachten kan de "Office" informatie die door hem of door een derde wordt geproduceerd, behandelen, registreren, behouden of weergeven volgens fotografische, optische, elektronische processen of door elke andere techniek.
De Waalse Regering wordt ertoe gemachtigd om de modaliteiten die nageleefd moeten worden om de bewijswaarde van die informatie te waarborgen, te bepalen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2016-03-17/03, art. 27, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2016 (overgangsmaatregelen art. 28)>
Art.54. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) (Opgeheven) <DWG 2003-03-13/37, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Afdeling 2. - (...).
Art.55. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) (Opgeheven) <DWG 2003-03-13/37, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
Art.56.(zie NOTA onder OPSCHRIFT) (Opgeheven) <DWG 2003-03-13/37, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen.
Art.57. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) In artikel 1, B, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden de termen " Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi (Forem) " (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) ingevoegd.
Art.58. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) De goederen, rechten en verplichtingen en het personeel van de Gewestdienst voor arbeidsbemiddeling worden aan de " Office " overgedragen. De overdracht kan zonder verdere formaliteiten aan derden tegengeworpen worden vanaf de inwerkingtreding van dit decreet.
(Tweede lid opgeheven) <DWG 2003-03-13/37, art. 45, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
De overdracht kan zonder verdere formaliteiten aan derden tegengeworpen worden vanaf de inwerkingtreding van dit decreet.
Art. 58bis. <Ingeveogd bij DWG 2003-03-13/37, art. 46; Inwerkingtreding : 01-04-2003> De goederen, rechten en verplichtingen, het personeel in dienst genomen door de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming worden naar de " Office " overgeheveld op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Regering tot regeling van de overdrachtsmodaliteiten.
De overdracht kan zonder verdere formaliteiten aan derden worden tegengeworpen zodra dit decreet in werking treedt.
Art.59. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) <DWG 2003-03-13/37, art. 47, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2003> Opgezegd worden :
1° het samenwerkingsakkoord tot oprichting van de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, op 24 november 1989 te Brussel gesloten door de Franse Gemeenschapsexecutieve en de Waalse Gewestexecutieve;
2° het samenwerkingsakkoord tot vaststelling van de modaliteiten betreffende de toelagen, het personeel en de controle van de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, alsook hun territoriaal ambtsgebied, op 18 maart 1990 te Brussel gesloten door de Franse Gemeenschapsexecutieve en de Waalse Gewestexecutieve;
3° het samenwerkingsakkoord tot vaststelling van de modaliteiten voor de subsidiëring van de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, op 27 december 1993 te Brussel gesloten door de Franse Gemeenschapsexecutieve en de Waalse Gewestexecutieve.
Art.60. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) In alle vigerende wettelijke of verordeningsbepalingen dient in de plaats van " Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi " " Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi " te worden gelezen.
Art. 61.[1 De Regering kan de bedragen bedoeld in de artikelen12, § 1, eerste lid, 11°, 20, 3° en 23, § 2, 9° en § 4 van het decreet wijzigen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2012-05-10/05, art. 57, 009; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2013>