4 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, lid 1, van de wet op de ziekenhuizen voor de bij toepassing van de artikelen 128 [, 130] en 135 van de Grondwet bevoegde overheden. <Opschrift gewijzigd door KB2007-03-01/48, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006> (NOTA: Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door <BESL2024-10-03/12, art. 56,4°, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2025>) (NOTA : Opgeheven voor het Waals Gewest bij BWG2015-12-17/17, art. 2, 3°; Inwerkingtreding : 01-01-2016 (zie ook overgangsbepalingen in art. 3)) (NOTA : Opgeheven voor de Franse Gemeenschap, wat betreft de universitaire ziekenhuizen, bij DFG2015-12-10/18, art. 48, §1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2016)(NOTA : Opgeheven voor de Duitse Gemeenschap bij DDG2016-02-22/24, art. 62,4°, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-10-1999 en tekstbijwerking tot 30-12-2024)
Art. 1-11
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
1° (de wet op de ziekenhuizen : de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;) <KB 2007-03-01/48, art. 2, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
2° de federale Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid op federaal niveau de Vaststelling van de verpleegdagprijs behoort;
3° (de Gemeenschappen/Gewesten :
a) tot dienstjaar 2006 : de overheidsinstanties die op grond van de artikelen 128 en 135 van de Grondwet bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid;
b) vanaf dienstjaar 2006 : de overheidsinstanties die op grond van de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid;) <KB 2007-03-01/48, art. 2, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
4° de kalender : de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen;
5° de werken : de werken betreffende de bouw en de verbouwing van een ziekenhuis of een ziekenhuisdienst, of de eerste uitrusting of de eerste aanschaf van apparatuur, waarvoor de in artikel 46bis, lid 1, van de wet op de ziekenhuizen bedoelde tegemoetkoming toegekend wordt;
6° de goedkeuring : de in artikel 26 van de wet op de ziekenhuizen bedoelde goedkeuring;
7° (...); <KB 2007-03-01/48, art. 2, 3°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
8° (het ziekenhuisbudget : het overeenkomstig Titel III, Hoofdstuk V, van de wet op de ziekenhuizen, per ziekenhuis vastgestelde budget.) <KB 2007-03-01/48, art. 2, 4°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art.2. De kalender wordt volgens de onderscheiden onderdelen van een project per dienstjaar vastgesteld en goedgekeurd, voorzover de bevoegde Gemeenschap of het bevoegde Gewest in hetzelfde dienstjaar de desbetreffende werken en leveringen goedgekeurd en er de nodige kredieten voor vastgelegd heeft.
Art.3. De kalender mag maar goedgekeurd worden voorzover het bedrag van de afschrijvingen in het ermee verbonden ziekenhuisbudget het door de gemeenschappen/gewesten overeenkomstig artikel 5 vastgestelde bedrag niet overschrijdt.
Art.4. Het voor het geheel van de gemeenschappen/gewesten bepaalde bedrag van de afschrijvingen wordt vastgesteld als volgt :
1° voor de in de kalender opgenomen werken van elk van de dienstjaren 1996 tot en met 2005 wordt er in een bedrag van 230,3 miljoen frank voorzien;
(1°bis voor de in de kalender opgenomen werken van elk van de dienstjaren 2006 tot en met 2015 wordt er een bedrag van 7.580.000 EUR (index 01/01/2006) voorzien;) <KB 2007-03-01/48, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
2° het bovengenoemde bedrag wordt vanaf het dienstjaar 1997 elk jaar aangepast overeenkomstig de geldende formule voor de vaststelling van de maximumkostprijs per bed waarmee bij de toekenning van de in artikel 46 van de wet op de ziekenhuizen bedoelde subsidies rekening wordt gehouden.
Art.5. Voor de toepassing van artikel 3 wordt het in (artikel 4, 1°) bedoelde bedrag als volgt verdeeld : <KB 2007-03-01/48, art. 4, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
a) voor de Vlaamse Gemeenschap : 134 miljoen frank;
b) voor het Waalse Gewest : 73,3 miljoen frank;
c) voor de Franse Gemeenschap : 1,8 miljoen frank;
d) voor de Franse Gemeenschapscommissie : 1,8 miljoen frank;
e) voor de gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 20 miljoen frank.
(Voor de toepassing van artikel 3 wordt het in artikel 4, 1°bis, bedoelde bedrag als volgt verdeeld :
a) voor de Vlaamse Gemeenschap : 4.351.678 EUR (index 01/01/2006);
b) voor het Waals Gewest : 2.380.120 EUR (index 01/01/2006);
c) voor de Franse Gemeenschap : 58.366 EUR(index 01/01/2006);
d) voor de Franse Gemeenschapscommissie : 58.366 EUR (index 01/01/2006);
e) voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 649.606 EUR (index 01/01/2006);
f) voor de Duitstalige Gemeenschap : 81.864 EUR (index 01/01/2006).) <KB 2007-03-01/48, art. 4, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art.6. § 1. Voor de toepassing van artikel 3 baseert men zich bij de berekening van het bedrag van de afschrijvingen op de afschrijvingstermijnen, bepaald bij het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 tot bepaling van de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor de ziekenhuizen (...). <KB 2007-03-01/48, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
§ 2. Indien de aard van de werken echter niet geheel gepreciseerd kan worden, gaat men uit van het principe dat 80 percent betrekking heeft op onroerende goederen, 15 procent op het medisch materiaal en 5 percent op het niet-medisch materiaal.
Art.7. De goedkeuring van de kalender moet gevalideerd worden door een door de betrokken Gemeenschap of het betrokken Gewest opgemaakt getuigschrift.
Art.8. Indien een Gemeenschap/Gewest op het einde van een dienstjaar de in artikel 5 bedoelde bedragen niet geheel opgebruikt heeft, blijft het saldo ter beschikking van die Gemeenschap/dat Gewest. (Indien een Gemeenschap/Gewest na de dienstjaren bedoeld in artikel 4, 1°, van dit besluit of artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de bij toepassing van artikel 130 van de Grondwet bevoegde overheid, over een saldo beschikt dan blijft dit saldo echter enkel ter beschikking van de betreffende Gemeenschap/ Gewest gedurende de dienstjaren 2006 en 2007.) <KB 2007-03-01/48, art. 6, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
(In afwijking op het eerste lid kan een Gemeenschap/Gewest indien de bedragen bedoeld in artikel 5, niet volledig zijn opgebruikt, beslissen het saldo toe te voegen aan het bedrag bedoeld in artikel 4.) <KB 2007-03-01/48, art. 6, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art.9. Het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen wordt opgeheven.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 11. Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.