Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 APRIL 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor erkenning van geneesheren-specialisten, houder van volgende bijzondere beroepstitels : oncologie, medische oncologie. (NOTA : Het arrest nr. 99381 van de Raad van State van 2 oktober 2001 vernietigt het MB 1999-04-16/33; zie B.S. 2003-01-10, p. 910)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene maatregelen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor het verwerven en behouden van de erkenning.
Afdeling I. - Erkenningscriteria.
Art. 2-3
Afdeling II. - Voorwaarden voor het behoud van de erkenning.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Minimale voorwaarden waaraan de stagediensten voor oncologie en medische oncologie moeten beantwoorden.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen.
Art. 6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene maatregelen.
Artikel 1. De geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de oncologie is een geneesheer-specialist in een van de in artikel 2, § 1, vermelde disciplines die een bijzondere ervaring, conform de bepalingen van dit besluit, in de preventie, de diagnose en de behandeling, in al hun aspecten, van de tumoren in zijn specialisme heeft verworven.
  De geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de medische oncologie is een geneesheer-specialist in een van de in artikel 2, § 2, vermelde disciplines die een bijzondere ervaring, conform de bepalingen van dit besluit, in de preventie, de diagnose en de medische behandeling van de tumoren heeft verworven.

HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor het verwerven en behouden van de erkenning.
Afdeling I. - Erkenningscriteria.
Art.2. § 1. Hij die een opleiding wenst te volgen om de bijzondere beroepstitel in de oncologie te voeren moet een erkende geneesheer-specialist zijn in een van de volgende disciplines :
  - heelkunde;
  - orthopedie;
  - plastische heelkunde;
  - urologie;
  - neurochirurgie;
  - stomatologie;
  - N.K.O.;
  - dermato-venereologie;
  - gynaecologie-verloskunde;
  - neurologie.
  § 2. Hij die een opleiding wenst te volgen om de bijzondere beroepstitel in de medische oncologie te voeren moet een erkende geneesheer-specialist zijn in een van de volgende disciplines :
  - inwendige geneeskunde;
  - gastro-enterologie;
  - pneumologie;
  - pediatrie.

Art.3. Om erkend te worden in de oncologie of in de medische oncologie, dient hij ten minste twee jaar stage te hebben verricht, waarvan ten hoogste één jaar voor zijn erkenning als geneesheer-specialist, in een afdeling van een erkende stagedienst die beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in artikel 5.

Afdeling II. - Voorwaarden voor het behoud van de erkenning.
Art.4. Om zijn erkenning in de oncologie of in de medische oncologie te behouden, dient hij een van deze disciplines op een substantiële en belangrijke manier en zonder noemenswaardige onderbrekingen uit te oefenen (in een dienst van inwendige geneeskunde, van kindergeneeskunde of in diensten of afdelingen van specialismen vermeld onder artikel 2). Hij dient zijn medewerking te verlenen aan het opstellen en evalueren van therapeutische protocollen, deel te nemen aan wetenschappelijke vergaderingen en zijn medische praktijkvoering voor te leggen aan de evaluatie van andere geneesheren-specialisten, houder van eenzelfde beroepstitel. <Err., B.St. 31-08-1999, p. 32056>

HOOFDSTUK III. - Minimale voorwaarden waaraan de stagediensten voor oncologie en medische oncologie moeten beantwoorden.
Art.5. § 1. De stagedienst voor oncologie is een afdeling van een erkende stagedienst voor de volledige opleiding in een van de onder artikel 2, § 1, vermelde disciplines, waar op een intensieve manier alle aspecten van de oncologie, eigen aan deze discipline, worden beoefend, waar wetenschappelijke vergaderingen in die discipline georganiseerd worden, waar therapeutische protocollen worden opgesteld en geëvalueerd en waar de praktijkvoering ter evaluatie voorgelegd wordt aan andere geneesheren-specialisten, houders van eenzelfde beroepstitel. Hij werkt onder de verantwoordelijkheid van een stagemeester geneesheer-specialist, houder van de bijzondere beroepstitel in de oncologie.
  § 2. De stagedienst voor medische oncologie is een afdeling van een erkende stagedienst voor de hogere opleiding in de inwendige geneeskunde of pediatrie waar op een intensieve manier alle aspecten van de medische oncologie worden beoefend, waar wetenschappelijke vergaderingen in die discipline georganiseerd worden, waar therapeutische protocollen worden opgesteld en geëvalueerd en waar de praktijkvoering ter evaluatie voorgelegd wordt aan andere geneesheren-specialisten, houders van eenzelfde beroepstitel. Hij werkt onder de verantwoordelijkheid van een stagemeester geneesheer-specialist, houder van de bijzondere beroepstitel in de medische oncologie.

HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen.
Art. 6. § 1. (In afwijking van artikel 3) kan als geneesheer-specialist, houder van de beroepstitel in de oncologie of in de medische oncologie erkend worden, hij die algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam in de oncologie of in de medische oncologie of die het bewijs levert dat hij, sedert ten minste vier jaar na zijn erkenning als geneesheer-specialist, de betrokken oncologische discipline op een substantiële en belangrijke manier uitoefent. Hij dient daartoe binnen twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag in te dienen. <Err., B.St. 31-08-1999, p. 32056>
  Het bewijs dat hij algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam kan geleverd worden door persoonlijke publicaties, zijn deelname aan nationale en internationale congressen, een prestatieprofiel typisch voor de oncologie of voor medische oncologie.
  (...) <Err., B.St. 31-08-1999, p. 32056>
  (§ 2. In afwijking van artikel 3) kan een periode van maximum twee jaar stage in de oncologie of in de medische oncologie als kandidaat geneesheer-specialist of (als geneesheer-specialist in een van de onder artikel 2 vermelde specialismen), aangevat vóór de inwerkingtreding van dit besluit en die doorloopt na de inwerkingtreding ervan, als opleiding gevalideerd worden voor zover de aanvraag werd ingediend binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit. <Err., B.St. 31-08-1999, p. 32056>
  Brussel, 16 april 1999.
  M. COLLA