28 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 8, § 2, van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Art. 1-3
Artikel 1. Worden onttrokken aan het toepassingsgebied van Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, de bij artikel 1 van voormeld besluit bedoelde werkgevers, wat betreft hun werknemers voor wie zij in uitvoering van artikel 2, § 1, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, niet dienen bij te dragen voor de regeling van de kinderbijslag der werknemers.
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN