25 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd.
Art. 1-2
Artikel 1. Punt III (Organisatorische normen) van de rubriek " Bijzondere normen toepasselijk op de dienst neuro-psychiatrie voor observatie en behandeling van kinderen - Kenletter K " van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 maart 1977, wordt aangevuld met den punt 6, luidend als volgt :
" 6. Het personeel dat bestendig voor de verpleging en het toezicht moet instaan, wordt, in geval van dag- en nachtverpleging, verhoogd met 5 voltijdse eenheden per 20 bedden bezet aan 70 %.
Die personeelsleden dienen in het bezit te zijn van een diploma van hoger niet universitair onderwijs met een verpleegkundig, paramedisch, sociaal, psychologisch, pedagogisch of artistiek karakter, zoals het diploma van gegradueerde verpleegkundige, kinesi- of ergotherapie, maatschappelijk assistent, assistent in de psychologie, lichamelijke opvoeding, of een diploma van opvoeder, onderwijzer of regent. ".
Art. 2. Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 maart 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN