28 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 1-2
Artikel 1. Een afdeling XVbis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hoofdstuk III, onder titel III van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 :
"Afdeling XVbis. - Verzaking aan het recht op uitkeringen.".
"Art. 236bis. Een gerechtigde kan het recht op uitkeringen verzaken. Hiertoe moet hij een aanvraag richten aan zijn verzekeringsinstelling, waarin hij de periode opgeeft van verzaking. De aanvraag moet slaan op een periode van minimum één maand en mag niet verder reiken dan een periode van zes maanden. De aanvraag moet gebeuren bij aangetekende brief en heeft ten vroegste uitwerking vanaf de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de aanvraag bij de verzekeringsinstelling is toegekomen, waarbij de poststempel bewijskracht heeft. De aanvraag kan hernieuwd worden.
De verzaking dient te slaan op het volledig bedrag van de uitkeringen. De verzaking kan echter geen afbreuk doen aan de rechten die derden kunnen laten gelden op het geheel of op een gedeelte van de uitkeringen.
Onder dezelfde voorwaarden, als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de gerechtigde de verzaking aan de uitkeringen, die werd toegestaan, beëindigen.".
Art. 2. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 februari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN