Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de programmatiecriteria die van toepassing zijn op het zorgprogramma "reproductieve geneeskunde".



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet onder zorgprogramma "reproductieve geneeskunde" verstaan worden het zorgprogramma omschreven in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 9ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 en tot aanduiding van de artikelen van de wet op de ziekenhuizen die op hen van toepassing zijn.

Art.2. Het aantal zorgprogramma's "reproductieve geneeskunde" A wordt beperkt tot één programma per begonnen schrijf van 700 000 inwoners.

Art.3. Inzake het zorgprogramma "reproductieve geneeskunde" B, gelden als programmatiecriteria :
  1° de zorgprogramma's in de universitaire ziekenhuizen die voldoen aan de desbetreffende erkenningsnormen worden erkend, met een maximum van één programma per Faculteit van geneeskunde met volledig leerplan;
  2° indien een Faculteit van geneeskunde met volledig leerplan geen zorgprogramma georganiseerd heeft zoals omschreven in 1°, maar het zorgprogramma georganiseerd heeft in samenwerking met een niet-universitair ziekenhuis, mag dat programma erkend worden in afwijking van de criteria voorzien in 3°, en mits het voldoet aan de desbetreffende erkenningsnormen;
  3° per provincie mag er maximum één niet-universitair zorgprogramma, dat voldoet aan de desbetreffende erkenningsnormen, erkend worden. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest wordt met een provincie gelijkgesteld.
  Per gewest moet er zich minstens één zorgprogramma in een openbaar ziekenhuis bevinden;
  4° indien in een provincie geen enkel niet-universitair zorgprogramma voldoet aan de desbetreffende erkenningsnormen, kan de betrokken Gemeenschap, in afwijking van de beperking tot één niet-universitair zorgprogramma per provincie, een niet-universitair zorgprogramma erkennen in een andere provincie, voor zover de programmatie niet overschreden wordt.

Art. 4. Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit belast.
  Gegeven te Brussel, 15 februari 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
  M. COLLA
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN