3 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 5 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1988, 19 december 1990, 7 juni 1991, 19 december 1991, 11 januari 1993, 30 december 1993, 6 april 1995, 7 augustus 1995, 10 juni 1996 en 28 april 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de rubriek "Preventieve behandelingen" worden de omschrijvingen van de verstrekkingen 302514 en 302536 respectievelijk vervangen door de volgende omschrijvingen :
"(Wijziging niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-02-1999, p. 5838).";
2° de betiteling van de rubriek "Heelkundige extracties" wordt gewijzigd als volgt :
"* Heelkundige extractie van een tand met resectie van omliggend bot en hechten van de ingesneden slijmvlieslappen.".
Art.2. In artikel 6 van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1988, 7 juni 1991, 19 december 1991, 11 januari 1993, 30 december 1993, 6 april 1995, 10 juni 1996 en 28 april 1998 wordt § 3 als volgt gewijzigd :
a) het 1ste lid wordt vervangen door de twee volgende leden :
"In geval van heelkundige extractie van een tand met resectie van omliggend bot en hechting van ingesneden slijmvlieslappen, geeft elke bijkomende heelkundig extractie, volbracht in een zelfde zitting en in dezelfde opereerstreek recht op het honorarium vastgesteld voor de verstrekking nr. 303214 - 303225.
Verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen 303170 - 303181 en 303214 - 303225 is slechts verschuldigd indien de noodzaak van de botresectie aangetoond wordt door een radiografie, eventueel aangevuld met het protocol van de ingreep. Deze gegevens dienen door de practicus in het dossier van de patiënt bewaard te worden en kunnen door de adviserend geneesheer ter inzage opgevraagd worden.";
b) het huidig lid 2 wordt lid 3.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN