29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken - hierna het besluit te noemen - worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 tot 3 worden de woorden " zonder belasting op de toegevoegde waarde " vervangen door de woorden " zonder belasting over de toegevoegde waarde ";
2° in § 1, tweede lid, wordt de laatste zin vervangen door de volgende bepaling : " Bovendien moeten de afwijkingen van artikelen 5, 6, 7, 10, § 2, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 22, 30, § 2, 36 en 41 van de algemene aannemingsvoorwaarden uitdrukkelijk gemotiveerd worden in het bestek, behalve wat de opdrachten voor aanneming van diensten in de zin van categorie 6 van bijlage 2 van de wet betreft. ";
3° in § 2, tweede lid, wordt de laatste zin vervangen door de volgende bepaling : " De bepalingen van § 1 betreffende de afwijking en deze die betrekking heeft op de uitzondering voor de opdrachten voor aanneming van diensten in de zin van categorie 6 van bijlage 2 van de wet zijn ook toepasselijk. ".
Art.2. In artikel 4, § 2, van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken die de bijlage vormen van het besluit - hierna de algemene aannemingsvoorwaarden te noemen - wordt de laatste zin van het tweede lid vervangen door de volgende zin : " Elke overschrijding van deze termijnen geeft aanleiding tot een evenredige verlenging van de uitvoeringstermijn, tenzij de aanbestedende overheid het bewijs levert dat de werkelijk ten nadele van de aannemer veroorzaakte vertraging van kortere duur is dan de overschrijding van de termijn. ".
Art.3. In artikel 6 van de algemene aannemingsvoorwaarden, wordt § 2 vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Wanneer de aanbestedende overheid geen gebruik maakt van haar in § 1 vermeld recht, geeft het laattijdig overleggen van het bewijs van borgtochtstelling van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding tot het toepassen per kalenderdag vertraging van een straf van 0,02 percent van de oorspronkelijke aannemingsom. De totale straf kan de twee percent van de oorspronkelijke aannemingsom niet overschrijden.
Wanneer de aannemer, na ingebrekestelling via een per post aangetekend schrijven, het bewijs van de borgtochtstelling niet kan overleggen binnen een laatste termijn van 15 dagen vanaf de verzendingsdatum van het aangetekend schrijven, houdt de aanbestedende overheid deze van ambtswege van de op de beschouwde opdracht verschuldigde bedragen af; in dit geval wordt de straf forfaitair op twee pct. van het bedrag van de oorspronkelijke aannemingsom vastgesteld. ".
Art.4. In artikel 12, § 1, eerste lid, van de algemene aannemingsvoorwaarden, worden de woorden " in het bestek gestelde voorwaarden " vervangen door de woorden " in de opdracht gestelde voorwaarden ".
Art.5. In artikel 19, § 1, eerste lid, van de algemene aannemingsvoorwaarden, worden de woorden " voorwaarden van het bestek " vervangen door de woorden " voorwaarden van de opdracht ".
Art.6. In artikel 20 van de algemene aannemingsvoorwaarden worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 4°, worden de woorden " bepaald in het bestek " vervangen door de woorden " bepaald in de opdracht ";
2° in § 4, eerste lid, worden de woorden " boete van 0,02 percent " vervangen door de woorden " straf van 0,02 percent ";
3° in § 9, worden de woorden " van het bestek " vervangen door de woorden " van de opdracht ".
Art.7. In artikel 55, § 3, van de algemene aannemingsvoorwaarden worden de woorden " in het bestek opgelegde voorwaarden " vervangen door de woorden " in de opdracht gestelde voorwaarden ".
Art.8. Dit besluit is van toepassing op de opdrachten die met ingang van 1 juni 1999 aangekondigd zijn in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen of in het Bulletin der Aanbestedingen of waarvoor, bij ontstentenis van verplichting om een aankondiging te publiceren, wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte of van een kandidatuur vanaf deze datum. Voor de toepassing van dit artikel heeft de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen voorrang op deze in het Bulletin der Aanbestedingen.
Art. 9. Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 april 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
J.-L. DEHAENE