Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken.



Inhoudstafel:


Art. 1-52
BIJLAGEN.
Art. N1, N2, N3, N4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996021450 



Uitvoeringsbesluit(en):

1999027764 



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, hierna het besluit te noemen, wordt § 3 vervangen door de volgende bepaling : "§ 3. Het bedrag zonder belasting over de toegevoegde waarde van de overheidsopdrachten bedoeld in § 1 is 203 miljoen frank en dit bedoeld in § 2, 197 miljoen frank.
  Deze bedragen, alsook de bedragen in de artikelen 2 en 24 van dit besluit worden door de Eerste Minister aangepast overeenkomstig de tweejaarlijkse herzieningen bepaald in artikel 6, 2, van de richtlijn 93/37/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken.".

Art.2. In artikel 2, tweede lid, van het besluit, worden de woorden "eenenveertig miljoen frank zonder belasting op de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "39,5 miljoen frank zonder belasting over de toegevoegde waarde".
  In hetzelfde artikel, wordt een lid ingevoegd tussen het tweede en derde lid, luidend als volgt : "In geval van nieuwe werken bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken in de zin van artikel 17, § 2, 2°, b, van de wet, worden het totaal geraamde bedrag van de oorspronkelijke opdracht alsook het totaal geraamde bedrag voor de volgende werken in aanmerking genomen.".

Art.3. In artikel 16 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "artikelen 17 tot 19" vervangen door de woorden "artikelen 17 tot 20".
  Dit lid wordt aangevuld als volgt : "Evenwel en onverminderd de toepassing van artikel 17, kan de aanbestedende overheid echter oordelen dat de minimumvoorwaarden van financiële, economische en technische aard, vereist krachtens de wetgeving betreffende de erkenning van aannemers van werken, voldoende zijn.";
  2° in het tweede lid worden de woorden "onderhandelingsprocedure" en "artikelen 17 tot 19" respectievelijk vervangen door de woorden "onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet" en "artikelen 17 tot 20";
  3° in hetzelfde artikel, wordt een lid ingevoegd tussen het tweede en derde lid, luidend als volgt : "Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet, kan de aanbestedende overheid het geheel of een gedeelte van de artikelen 17 tot 20 van dit besluit toepasbaar maken.";
  4° het laatste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "De aannemers van de andere Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en, volgens de bepalingen en voorwaarden van de internationale akte die hen betreft, de aannemers van derde landen in de zin van artikel 24, die de vereiste kwalificaties bezitten moeten behandeld worden onder dezelfde voorwaarden als de nationale aannemers. Deze bepaling is niet van toepassing voor de werken die geheim verklaard werden, of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke of reglementaire bepalingen of indien de bescherming van de fundamentele belangen van de veiligheid van het land dit vereist.".

Art.4. In artikel 17 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "in welk stadium van de procedure ook" toegevoegd na de woorden "kan uitgesloten worden van deelneming aan de opdracht";
  2° het eerste lid, 5°, wordt vervangen door de volgende bepaling : "5° die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 17bis;".

Art.5. Een artikel 17bis, luidend als volgt, wordt in het besluit ingevoegd : "Art. 17bis. § 1. De Belgische aannemer die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes, al naargelang het geval, een attest van de Rijksdienst voor sociale Zekerheid voegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid en bestaanszekerheid.
  De aannemer heeft voor de toepassing van dit artikel aan de voorschriften voldaan, indien hij volgens de rekening die ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij een openbare procedure, is opgemaakt :
  1° aan de Rijksdienst voor sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes, al naargelang het geval, en;
  2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 100.000 frank moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt.
  Evenwel, zelfs wanneer de schuld aan bijdragen groter is dan 100.000 frank, zal de aannemer in orde beschouwd worden indien hij, alvorens de beslissing tot selecteren van de kandidaten of tot het gunnen van de opdracht wordt genomen, al naargelang het geval, aantoont dat hij, de dag waarop het attest zijn toestand bepaalt, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 4, § 1 en § 2, 1° tot 8° en 10°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 26 van die wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 100.000 frank na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdragen.
  § 2. Vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes moet de buitenlandse aannemer bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure toevoegen, of aan de aanbestedende overheid voorleggen, al naargelang het geval :
  1° een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes al naargelang het geval, is opgemaakt, voldaan heeft op die datum aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
  Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene vóór een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van dat land;
  2° een attest overeenkomstig § 1, indien hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.
  § 3. De aanbestedende overheid kan in welk stadium van de procedure ook, met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de stand van de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid van om het even welke kandidaat of inschrijver.".

Art.6. Artikel 20 van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art. 20. § 1. Indien de werken binnen het toepassingsveld vallen van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, moet in de aanvraag tot deelneming of in de offerte vermeld staan dat de kandidaat of de inschrijver ingeschreven is op de lijst van de erkende aannemers in België of op een officiële lijst in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap ofwel dat de kandidaat of de inschrijver zich beroept op de toepassing van artikel 3, § 1, 2°, van bovengenoemde wet. In dat geval voegt hij de nodige bewijsstukken bij zijn aanvraag tot deelneming of bij zijn offerte.
  De door het bevoegde organisme bevestigde inschrijving van een erkende aannemer op een officiële lijst in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap vormt enkel een vermoeden van geschiktheid voor wat betreft de bepalingen van de artikelen 17, 1° tot 4° en 7°, 18, 2° en 3°, en 19, 2° en 4° en de inschrijving in het beroeps- of handelsregister. Het voordeel van de bepalingen van dit lid komt enkel de aannemers ten goede die gevestigd zijn in het land waar de officiële lijst is opgesteld.
  De gegevens die uit de inschrijving op een officiële lijst kunnen worden afgeleid, kunnen niet ter discussie worden gesteld. Niettemin kan met betrekking tot de betaling van de bijdragen aan de sociale zekerheid, van elke ingeschreven aannemer bij elke opdracht een aanvullende verklaring worden geëist.
  § 2. De aanbestedende overheid kan van de kandidaten of van de inschrijvers de overlegging eisen van het bewijs van hun inschrijving in het beroeps- of handelsregister overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar ze gevestigd zijn.
  § 3. Binnen de grenzen van de artikelen 17 tot 19 en van § 1 en 2 van dit artikel, kan de aanbestedende overheid verlangen dat de kandidaten of de inschrijvers de overgelegde getuigschriften en documenten aanvullen of toelichten.".

Art.7. In artikel 21, 5°, worden de woorden "ofwel in het toekennen van een erfpachtrecht met het oog op de bouw of de inrichting van werken" vervangen door de woorden "ofwel in het toekennen of het nemen van een erfpachtrecht of van een recht van opstal met het oog op de bouw of de inrichting van werken".

Art.8. In artikel 22 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° een § 1 luidend als volgt wordt ingevoegd : "§ 1. Vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij beperkte of onderhandelingsprocedure of de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij openbare procedure, moet de promotor voldoen aan de eisen inzake kwalitatieve selectie bepaald door de aanbestedende overheid overeenkomstig de artikelen 17 tot 20.";
  2° de huidige tekst van artikel 22 zal een § 2 vormen waarin in het tweede lid de woorden "voegt hij bij zijn inschrijving" worden vervangen door de woorden "voegt hij bij zijn aanvraag tot deelneming of zijn offerte al naargelang het geval".

Art.9. In artikel 24 van het besluit, worden de woorden "gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 3, van dit besluit" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde gelijk is aan of hoger is dan 203 miljoen frank".

Art.10. In artikel 25 van het besluit worden § 1 tot 3 vervangen door de volgende bepalingen :
  "Art. 25. § 1. Bij openbare aanbesteding en bij algemene offerteaanvraag worden de inschrijvers die niet geselecteerd werden of van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet uitgekozen werd, door de aanbestedende overheid onverwijld van dit feit op de hoogte gebracht.
  De aanbestedende overheid deelt binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, mede :
  1° aan elke niet geselecteerde inschrijver, de motieven voor zijn niet-selectie;
  2° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor de verwerping;
  3° aan elke inschrijver waarvan de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht.
  § 2. Bij beperkte aanbesteding, bij beperkte offerteaanvraag en bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet, worden de niet-geselecteerde kandidaten onverwijld en ten laatste wanneer de uitnodiging tot het indienen van de offerte verstuurd wordt door de aanbestedende overheid van dit feit op de hoogte gebracht. Anderzijds deelt de aanbestedende overheid binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek aan elke niet-geselecteerde kandidaat de motieven voor zijn niet-selectie mee.
  De inschrijvers van wie de offerte als niet-regelmatig werd beschouwd of waarvan de offerte niet werd uitgekozen worden door de aanbestedende overheid onverwijld van dit feit op de hoogte gebracht.
  De aanbestedende overheid deelt binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, mede :
  1° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor de verwerping;
  2° aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht.
  § 3. Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet doch met uitzondering van de opdrachten waarvan het geraamd bedrag, zonder belasting over de toegevoegde waarde, het bedrag bepaald in artikel 1 van dit besluit niet bereikt, worden de niet weerhouden kandidaten of inschrijvers door de aanbestedende overheid onverwijld van deze beslissing op de hoogte gebracht.
  Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet doch met uitzondering van de opdrachten die tot stand komen gewoon met een aangenomen factuur in de zin van artikel 122, 1°, van dit besluit deelt de aanbestedende overheid, binnen de vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht mede.".

Art.11. Artikel 26 van het besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : "Art. 26. De aanbestedende overheid brengt onverwijld de kandidaten of de inschrijvers, en voor de overheidsopdrachten onderworpen aan de Europese bekendmaking, het Bureau van officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen op de hoogte van het feit dat zij besloten heeft af te zien van de gunning van de opdracht of de procedure te herbeginnen. Zij deelt de motieven mee binnen vijftien dagen na de ontvangst van het schriftelijk verzoek van de kandidaten of inschrijvers.".

Art.12. Artikel 27, § 2, van het besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : "§ 2. Het bedrag van de overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen bedoeld in deze afdeling is 8,1 miljoen frank zonder belasting over de toegevoegde waarde. Dit bedrag is 5,2 miljoen frank voor de aanbestedende overheden vermeld in artikel 50, 2°, a, van dit besluit en voor de daarin bedoelde opdrachten.
  Deze bedragen, alsook de bedragen vermeld in de artikelen 29 en 50 worden door de Eerste Minister aangepast overeenkomstig de tweejaarlijkse herzieningen bepaald in artikel 5, § 1, van de richtlijn 93/36/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen.".

Art.13. In artikel 29, eerste lid, van het besluit, worden de woorden "zonder belasting op de toegevoegde waarde, gelijk is aan of hoger is dan 30,9 miljoen frank" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde, gelijk is aan of hoger is dan 29,6 miljoen frank".

Art.14. In artikel 42 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "artikelen 43 tot 45" vervangen door de woorden "artikelen 43 tot 46";
  2° in het tweede lid worden de woorden "onderhandelingsprocedure" en "artikelen 43 tot 45" respectievelijk vervangen door de woorden "onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet" en "artikelen 43 tot 46";
  3° in hetzelfde artikel, wordt een lid ingevoegd tussen het tweede en derde lid, luidend als volgt : "Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet, kan de aanbestedende overheid het geheel of een gedeelte van de artikelen 43 tot 46 van dit besluit toepasbaar maken.";
  4° het laatste lid van dit artikel wordt door de volgende bepaling vervangen : "De leveranciers van de andere Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en, volgens de bepalingen en voorwaarden van de internationale akte die hen betreft, de leveranciers van derde landen, in de zin van artikel 50, die de vereiste kwalificaties bezitten moeten onder dezelfde voorwaarden behandeld worden als de nationale leveranciers. Deze bepaling is niet van toepassing op de leveringen die geheim verklaard werden, of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke of reglementaire bepalingen of indien de bescherming van de fundamentele belangen van de veiligheid van het land dit vereist, noch op de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 3, van de wet.".

Art.15. In artikel 43 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "in welk stadium van de procedure ook" toegevoegd na de woorden "kan uitgesloten worden van deelneming aan de opdracht";
  2° het eerste lid, 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : "5° die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 43bis;".

Art.16. Een artikel 43bis, luidend als volgt, wordt in het besluit ingevoegd : "Art. 43bis. § 1. De Belgische leverancier die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes, al naargelang het geval, een attest van de Rijksdienst voor sociale Zekerheid voegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid.
  De leverancier heeft voor de toepassing van dit artikel aan de voorschriften voldaan indien hij volgens de rekening die ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij een openbare procedure is opgemaakt :
  1° aan de Rijksdienst voor sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes, al naargelang het geval, en;
  2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 100.000 frank moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt.
  Evenwel, zelfs wanneer de schuld aan bijdragen groter is dan 100.000 frank, zal de leverancier in orde beschouwd worden indien hij, alvorens de beslissing tot selecteren van de kandidaten of tot het gunnen van de opdracht wordt genomen, al naargelang het geval, aantoont dat hij, de dag waarop het attest zijn toestand bepaalt, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 4, § 1 en § 2, 1° tot 8° en 10°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 26 van die wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 100.000 frank na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdragen.
  § 2. Vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes moet de buitenlandse leverancier bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure toevoegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, al naargelang het geval :
  1° een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes al naargelang het geval, is opgemaakt, voldaan heeft op die datum aan de verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
  Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene vóór een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van dat land;
  2° een attest overeenkomstig § 1, indien hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.
  (§ 3. De aanbestedende overheid kan in welk stadium van de procedure ook, met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de stand van de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid van om het even welke kandidaat of inschrijver.) " <Err., B.St. 29-04-1999, p. 14386>

Art.17. Artikel 46 van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art. 46. § 1. De door het bevoegde organisme bevestigde inschrijving van een erkende leverancier op een officiële lijst in een ander Lid-Staat van de Europese Gemeenschap vormt enkel een vermoeden van geschiktheid voor wat betreft de bepalingen van de artikelen 43, 1° tot 4° en 7°, 44, 2° en 3°, en 45, 1°, en de inschrijving in het beroeps- of handelsregister. Het voordeel van de bepalingen van dit lid komt enkel de leveranciers ten goede die gevestigd zijn in het land waar de officiële lijst is opgesteld.
  De gegevens die uit de inschrijving op een officiële lijst kunnen worden afgeleid, kunnen niet ter discussie worden gesteld. Niettemin kan met betrekking tot de betaling van de bijdragen aan de sociale zekerheid, van elke ingeschreven leverancier bij elke opdracht een aanvullende verklaring worden geëist.
  § 2. De aanbestedende overheid kan van de kandidaten of van de inschrijvers de overlegging eisen van het bewijs van hun inschrijving in het beroeps- of handelsregister overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar ze gevestigd zijn.
  § 3. Binnen de grenzen van de artikelen 43 tot 45 en van § 1 en 2 van dit artikel, kan de aanbestedende overheid verlangen dat de kandidaten of de inschrijvers de overgelegde getuigschriften en documenten aanvullen of toelichten.".

Art.18. Een artikel 48bis, luidend als volgt wordt in het besluit ingevoegd : "Art. 48bis. Vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij beperkte of onderhandelingsprocedure of de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij openbare procedure, moet de promotor voldoen aan de eisen inzake kwalitatieve selectie bepaald door de aanbestedende overheid overeenkomstig de artikelen 43 tot 46.".

Art.19. In artikel 50 van het besluit worden de woorden "gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 27, § 2, van dit besluit" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde gelijk is aan of hoger is, dan, volgens het geval, 8,1 of 5,2 miljoen frank".

Art.20. In artikel 51 van het besluit worden § 1 tot 3 vervangen door de volgende bepalingen :
  "Art. 51. § 1. Bij openbare aanbesteding en bij algemene offerteaanvraag worden de inschrijvers die niet geselecteerd werden of van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet uitgekozen werd, door de aanbestedende overheid onverwijld van dit feit op de hoogte gebracht.
  De aanbestedende overheid deelt binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, mede :
  1° aan elke niet geselecteerde inschrijver, de motieven voor zijn niet-selectie;
  2° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor de verwerping;
  3° aan elke inschrijver waarvan de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht.
  § 2. Bij beperkte aanbesteding, bij beperkte offerteaanvraag en bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet, worden de niet-geselecteerde kandidaten onverwijld en ten laatste wanneer de uitnodiging tot het indienen van de offerte verstuurd wordt door de aanbestedende overheid van dit feit op de hoogte gebracht. Anderzijds deelt de aanbestedende overheid binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek aan elke niet-geselecteerde kandidaat de motieven voor zijn niet-selectie mee.
  De inschrijvers van wie de offerte als niet-regelmatig werd beschouwd of waarvan de offerte niet werd uitgekozen worden door de aanbestedende overheid onverwijld van dit feit op de hoogte gebracht.
  De aanbestedende overheid deelt binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, mede :
  1° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor de verwerping;
  2° aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht.
  § 3. Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, in de zin van artikel 17, § 2, van de wet doch met uitzondering van de opdrachten waarvan het geraamd bedrag, zonder belasting over de toegevoegde waarde, het bedrag bepaald in artikel 27 van dit besluit niet bereikt, worden de niet weerhouden kandidaten of inschrijvers door de aanbestedende overheid onverwijld van deze beslissing op de hoogte gebracht.
  Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet doch met uitzondering van de opdrachten die tot stand komen gewoon met een aangenomen factuur in de zin van artikel 122, 1°, van dit besluit deelt de aanbestedende overheid, binnen de vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht mede.".

Art.21. Artikel 52 van het besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : "Art. 52. De aanbestedende overheid brengt onverwijld de kandidaten of de inschrijvers, en voor de overheidsopdrachten onderworpen aan de Europese bekendmaking het Bureau van officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen, op de hoogte van het feit dat zij besloten heeft af te zien van de gunning van de opdracht of de procedure te herbeginnen. Zij deelt de motieven mee binnen vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek van de kandidaten of inschrijvers.".

Art.22. In artikel 53, § 2, van het besluit, worden de woorden "gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in § 3" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde gelijk is aan of hoger is dan 7,9 miljoen frank".
  Paragraaf 3 van ditzelfde artikel wordt vervangen door de volgende bepaling : "§ 3. Het bedrag van de overheidsopdrachten bedoeld in de bijlage 2 van de wet en die onderworpen zijn aan deze afdeling, is 8,1 miljoen frank zonder belasting over de toegevoegde waarde.
  Dit bedrag is 5,2 miljoen frank voor de aanbestedende overheden vermeld in artikel 79, 2°, a, en voor de daarin bedoelde opdrachten.
  Ongeacht de aanbestedende overheid, is dit bedrag 7,9 miljoen frank wanneer de opdracht betrekking heeft :
  1° op de telecommunicatiediensten in de zin van categorie 5 van bijlage 2 van de wet en die betrekking hebben op diensten voor de transmissie van televisie- en radio-uitzendingen op interconnectiediensten en op geïntegreerde telecommunicatiediensten, die behoren tot de klasse 7524 tot 7526 van de CPC classificatie;
  2° op de diensten voor onderzoek en ontwikkeling in de zin van categorie 8 van de bijlage 2 van de wet;
  3° op de diensten bedoeld in de bijlage 2, B, van de wet, onverminderd de bepalingen van § 4 van dit artikel.
  Deze bedragen alsook de bedragen vermeld in § 2 van dit artikel en in de artikelen 54 en 55 worden door de Eerste Minister aangepast overeenkomstig de tweejaarlijkse herzieningen bepaald in artikel 7, § 1, van de richtlijn 92/50/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening.".

Art.23. In artikel 54 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het volgende lid wordt ingevoegd tussen het tweede en derde lid : "In geval van nieuwe diensten bestaande uit de herhaling van soortgelijke diensten in de zin van artikel 17, § 2, 2°, b, van de wet, worden het totaal geraamde bedrag van de oorspronkelijke opdracht alsook het totaal geraamde bedrag voor de volgende diensten in aanmerking genomen.";
  2° het derde lid wordt het vierde lid waarin de woorden "3,2 miljoen frank zonder belasting op de toegevoegde waarde" vervangen worden door de woorden "3,1 miljoen frank zonder belasting over de toegevoegde waarde";
  3° het volgende lid wordt ingelast na het voorlaatste lid : "Wanneer een opdracht leveringen en diensten betreft, moet zij gegund worden overeenkomstig deze titel wanneer de waarde van de diensten die van de leveringen overschrijdt.".

Art.24. In artikel 55, eerste lid, worden de woorden "zonder belasting op de toegevoegde waarde, gelijk is aan of hoger is dan 30,9 miljoen frank" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde, gelijk is aan of hoger is dan 29,6 miljoen frank".

Art.25. In de artikelen 60, eerste lid, en 62, eerste lid van het besluit, worden de woorden "artikel 53, § 3" vervangen door de woorden "artikel 53".

Art.26. In artikel 68 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "artikelen 69 tot 71" vervangen door de woorden "artikelen 69 tot 72";
  2° in het tweede lid worden de woorden "onderhandelingsprocedure" en "artikelen 69 tot 71" respectievelijk vervangen door de woorden "onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet" en "artikelen 69 tot 72";
  3° in hetzelfde artikel, wordt een lid ingevoegd tussen het tweede en derde lid, luidend als volgt :
  "Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet, kan de aanbestedende overheid het geheel of een gedeelte van de artikelen 69 tot 72 van dit besluit toepasbaar maken.";
  4° het laatste lid van dit artikel wordt door de volgende bepaling vervangen : "De dienstverleners van de andere Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en, volgens de bepalingen en voorwaarden van de internationale akte die hen betreft, de dienstverleners van derde landen in de zin van artikel 79, die de vereiste kwalificaties bezitten moeten behandeld worden onder dezelfde voorwaarden als de nationale dienstverleners. Deze bepaling is niet van toepassing op de diensten die geheim verklaard worden, of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke of reglementaire bepalingen of indien de bescherming van de fundamentele belangen van de veiligheid van het land dit vereist noch op de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 3, van de wet.".

Art.27. In artikel 69 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "in welk stadium van de procedure ook" toegevoegd na de woorden "kan uitgesloten worden van deelneming aan de opdracht";
  2° het eerste lid, 5°, wordt vervangen door de volgende bepaling : "5° die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 69bis;".

Art.28. Een artikel 69bis, luidend als volgt, wordt in het besluit ingevoegd : "Art. 69bis. § 1. De Belgische dienstverlener die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes, al naargelang het geval, een attest van de Rijksdienst voor sociale Zekerheid voegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid en, in voorkomend geval, voor de bestaanszekerheid.
  De dienstverlener heeft voor de toepassing van dit artikel aan de voorschriften voldaan indien hij volgens de rekening die ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij een beperkte of onderhandelingsprocedure of vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij een openbare procedure is opgemaakt :
  1° aan de Rijksdienst voor sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes, al naargelang het geval, en;
  2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 100.000 frank moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt.
  Evenwel, zelfs wanneer de schuld aan bijdragen groter is dan 100.000 frank, zal de dienstverlener in orde beschouwd worden indien hij, alvorens de beslissing tot selecteren van de kandidaten of tot het gunnen van de opdracht wordt genomen, al naargelang het geval, aantoont dat hij, de dag waarop het attest zijn toestand bepaalt, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 4, § 1 en § 2, 1° tot 8° en 10°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 26 van die wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 100.000 frank na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdragen.
  § 2. Vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes moet de buitenlandse dienstverlener bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure toevoegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, al naargelang het geval :
  1° een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes al naargelang het geval, is opgemaakt, voldaan heeft op die datum aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
  Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene vóór een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van dat land;
  2° een attest overeenkomstig § 1, indien hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.
  (§ 3. De aanbestedende overheid kan in welk stadium van de procedure ook, met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de stand van de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid van om het even welke kandidaat of inschrijver.) " <Err., B.St. 29-04-1999, p. 14386>

Art.29. Artikel 72 van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art. 72. § 1. De door het bevoegde organisme bevestigde inschrijving van een erkende dienstverlener op een officiële lijst in een ander Lid-Staat van de Europese Gemeenschap vormt enkel een vermoeden van geschiktheid voor het verlenen van de diensten die overeenstemmen met de rangschikking van de dienstverlener, voor wat betreft de bepalingen van de artikelen 69, 1° tot 4° en 7°, 70, 2° en 3°, en 71, 1°, en de inschrijving in het beroeps- of handelsregister. Het voordeel van de bepalingen van dat lid komt enkel de dienstverleners ten goede die gevestigd zijn in het land waar de officiële lijst is opgesteld.
  De gegevens die uit de inschrijving op een officiële lijst kunnen worden afgeleid, kunnen niet ter discussie worden gesteld. Niettemin kan met betrekking tot de betaling van de bijdragen aan de sociale zekerheid, van elke ingeschreven dienstverlener bij elke opdracht een aanvullende verklaring worden geëist.
  § 2. De aanbestedende overheid kan van de kandidaten of van de inschrijvers de overlegging eisen van het bewijs van hun inschrijving in het beroeps- of handelsregister overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar ze gevestigd zijn.
  § 3. Indien de dienstverleners over een bijzondere vergunning moeten beschikken of indien zij lid moeten zijn van een bepaalde organisatie om in hun land van herkomst de dienst in kwestie te kunnen verrichten, kan de aanbestedende overheid vragen dat zij aantonen dat zij over deze vergunning beschikken of lid zijn van de bedoelde organisatie.
  De rechtspersonen kunnen verplicht worden in hun offerte of in hun aanvraag tot deelneming de namen en de passende beroepskwalificaties te vermelden van de personen die met het verlenen van de dienst zullen worden belast.
  § 4. Binnen de grenzen van de artikelen 69 tot 73, kan de aanbestedende overheid verlangen dat de kandidaten of de inschrijvers de overgelegde getuigschriften en documenten aanvullen of toelichten.".

Art.30. Artikel 74, tweede lid, van het besluit wordt opgeheven.

Art.31. In artikel 76, § 2, van het besluit worden de woorden "artikel 53, § 3" vervangen door de woorden "artikel 53".

Art.32. Artikel 78 van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 78. § 1. Mag geen aanvraag tot deelneming aan of offerte voor een overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten indienen, de persoon die belast geweest is met het onderzoek, de proeven, de studie of de ontwikkeling van die werken, leveringen of diensten.
  § 2. De onderneming die gebonden is aan een persoon bedoeld in § 1, mag geen aanvraag tot deelneming of geen offerte indienen, behalve wanneer zij het bewijs levert dat zij daardoor geen ongerechtvaardigd voordeel geniet dat de normale mededingingsvoorwaarden kan vervalsen.
  In de zin van dit artikel verstaat men onder "gebonden onderneming" elke onderneming waarop de persoon bedoeld in § 1 rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kan uitoefenen, of elke onderneming die een overheersende invloed kan uitoefenen op deze persoon of die, zoals deze laatste, onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming omwille van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften. De overheersende invloed wordt vermoed wanneer een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van een andere onderneming :
  1° de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezit, of;
  2° beschikt over de meerderheid van de stemmen die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of;
  3° meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan aanwijzen.
  De aanbestedende overheid dient, vooraleer zij eventueel een onderneming uitsluit wegens het ongerechtvaardigde voordeel dat deze vermoed wordt te genieten, deze onderneming per aangetekende brief uit te nodigen om binnen een termijn van twaalf kalenderdagen, tenzij, in voorkomend geval, de uitnodiging een langere termijn toestaat, rechtvaardigingen te leveren die met name betrekking hebben op haar bindingen, haar zelfstandigheidsgraad en op elke omstandigheid die het mogelijk maakt om vast te stellen dat de overheersende invloed niet bestaat of geen invloed heeft op de beschouwde opdracht.
  § 3. Paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op :
  1° de overheidsopdrachten die tegelijkertijd betrekking hebben op het opmaken van een ontwerp en zijn uitvoering;
  2° de gevallen van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 2, van de wet.".

Art.33. In artikel 79, eerste lid, van het besluit, worden de woorden "artikel 53, § 3" vervangen door de woorden "artikel 53".

Art.34. In artikel 80 van het besluit worden § 1 tot 3 vervangen door de volgende bepalingen :
  "Art. 80. § 1. Bij openbare aanbesteding en bij algemene offerteaanvraag worden de inschrijvers die niet geselecteerd werden of van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet uitgekozen werd, door de aanbestedende overheid onverwijld van dit feit op de hoogte gebracht.
  De aanbestedende overheid deelt binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, mede :
  1° aan elke niet geselecteerde inschrijver, de motieven voor zijn niet-selectie;
  2° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor de verwerping;
  3° aan elke inschrijver waarvan de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht.
  § 2. Bij beperkte aanbesteding, bij beperkte offerteaanvraag en bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet, worden de niet-geselecteerde kandidaten onverwijld en ten laatste wanneer de uitnodiging tot het indienen van de offerte verstuurd wordt door de aanbestedende overheid van dit feit op de hoogte gebracht. Anderzijds deelt de aanbestedende overheid binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek aan elke niet-geselecteerde kandidaat de motieven voor zijn niet-selectie mee.
  De inschrijvers van wie de offerte als niet-regelmatig werd beschouwd of waarvan de offerte niet werd uitgekozen worden door de aanbestedende overheid onverwijld van dit feit op de hoogte gebracht.
  De aanbestedende overheid deelt binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, mede :
  1° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor de verwerping;
  2° aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht.
  § 3. Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet doch met uitzondering van de opdrachten waarvan het geraamd bedrag, zonder belasting over de toegevoegde waarde, het bedrag bepaald in artikel 53 van dit besluit niet bereikt, worden de niet weerhouden kandidaten of inschrijvers door de aanbestedende overheid onverwijld van deze beslissing op de hoogte gebracht.
  Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, van de wet doch met uitzondering van de opdrachten die tot stand komen gewoon met een aangenomen factuur in de zin van artikel 122, 1°, van dit besluit deelt de aanbestedende overheid, binnen de vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek, aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd uitgekozen en aan de aannemer, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht mede.".

Art.35. Artikel 81 van het besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : "Art. 81. De aanbestedende overheid brengt onverwijld de kandidaten of de inschrijvers, en voor de overheidsopdrachten onderworpen aan de Europese bekendmaking het Bureau van officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen op de hoogte van het feit dat zij besloten heeft af te zien van de gunning van de opdracht of de procedure te herbeginnen. Zij deelt de motieven mee binnen vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek van de kandidaten of inschrijvers.".

Art.36. In artikel 84 van het besluit wordt een tweede lid luidend als volgt ingevoegd :
  "Indien het bestek vrije varianten niet verbiedt, mag een variante in dezelfde procedures, niet verworpen worden uitsluitend omdat zij, indien zij werd gekozen, tot een overheidsopdracht voor aanneming van leveringen in plaats van een overheidsopdracht voor aanneming van diensten zou leiden. Hetzelfde geldt in het tegenovergestelde geval.".

Art.37. In artikel 88 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het derde lid van § 1 en § 2 wordt opgeheven;
  2° in § 3, wordt vóór het eerste lid het volgende lid ingevoegd : "Wanneer het bestek zulks bepaalt, kunnen de daartoe door de aanbestedende overheid aangewezen personen alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse uitvoeren, teneinde de juistheid van de op grond van de eerste en tweede paragraaf verstrekte gegevens na te gaan.".

Art.38. Artikel 90 van het besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
  "Art. 90. § 1. De offerte vermeldt :
  1° de naam, voornamen, de hoedanigheid of het beroep, de nationaliteit en woonplaats van de inschrijver of, indien het een vennootschap betreft, haar handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit en maatschappelijke zetel;
  2° het nummer en de benaming van de rekening die de inschrijver bij een financiële instelling geopend heeft;
  3° de nationaliteit van de eventuele onderaannemers en van het personeel door de inschrijver tewerkgesteld alsook, bij een overheidsopdracht voor aanneming van werken, de identificatie van de eventuele onderaannemers;
  4° de oorsprong van de te leveren producten en van de te verwerken materialen die niet afkomstig zijn van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap, met vermelding, per land van oorsprong, van de waarde, exclusief douanerechten waarvoor zij in de offerte tussenkomen; indien het producten of materialen betreft die op het grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap worden afgewerkt of verwerkt, moet enkel de waarde van de grondstoffen worden vermeld.
  § 2. De bescheiden, modellen, monsters en alle andere inlichtingen die door het bestek worden vereist, moeten bij de offerte worden gevoegd, tenzij in het bestek anders is bepaald.
  § 3. Opdat zijn offerte als regelmatig zou kunnen worden beschouwd, dient de inschrijver voldaan hebben aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de artikelen 17bis, 43bis en 69bis van dit besluit.
  De inschrijver moet overeenkomstig de bovengenoemde artikelen, een attest bijvoegen dat zijn toestand bepaalt vóór de uiterste datum van ontvangst van de offertes, behalve indien een attest dat betrekking heeft op dezelfde periode werd voorgelegd met het oog op de kwalitatieve selectie.
  § 4. Indien het attest of de attesten of documenten waarvan sprake in § 3 niet bij de offerte is of zijn gevoegd, of niet vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes toekomt of toekomen kan de aanbestedende overheid, zonder dat hieruit enig recht voor de inschrijvers kan ontstaan, met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen met betrekking tot de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid en, in voorkomend geval, voor de bestaanszekerheid van om het even welke inschrijver die naar haar oordeel als aannemer in aanmerking kan komen. De aanbestedende overheid kan onder meer aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid om mededeling van deze toestand verzoeken.
  De offerte wordt als regelmatig beschouwd indien uit de inlichtingen ingewonnen door de aanbestedende overheid blijkt dat de inschrijver aan de in § 3 bepaalde voorschriften heeft voldaan.
  § 5. Desgevallend moet de inschrijver, opdat zijn offerte als regelmatig kan worden beschouwd, op het ogenblik van de gunning van de opdracht voldoen aan de bepalingen van de wetgeving met betrekking tot de registratie, overeenkomstig artikel 400 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 en artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.
  § 6. Voor de gunning van de opdracht mag afgeweken worden van de bepalingen van § 3 en 5 bij gemotiveerde beslissing van de aanbestedende overheid.".

Art.39. Artikel 92 van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 92. De aanbestedende overheid mag in eender welk stadium van de procedure van elke rechtspersoon de voorlegging eisen van zijn statuten of vennootschapsakten, eventueel vergezeld van een vertaling ervan door een beëdigd vertaler in de taal van de offerte wanneer het gaat om buitenlandse kandidaten of inschrijvers, evenals van elke wijziging van de inlichtingen betreffende zijn bestuurders of zaakvoerders.".

Art.40. In artikel 93 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, tweede lid, worden de woorden "en 103" ingevoegd na de woorden "artikelen 89 tot 92";
  2° in § 2, worden de woorden "of onderhandelingsprocedure" geschrapt.

Art.41. In artikel 110 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de laatste twee leden van paragraaf 3 worden opgeheven;
  2° paragraaf 4, laatste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : "Voor een offerte waarbij het eventueel abnormaal karakter van het bedrag dient nagezien te worden in de zin van deze paragraaf, moet de aanbestedende overheid :
  1° ofwel in de beslissing om de opdracht toe te wijzen, de verwerping van het bezwaar tegen het schijnbaar abnormale bedrag van de offerte formeel motiveren;
  2° ofwel de inschrijver verzoeken de nodige rechtvaardigingen, zoals voorzien in § 3, te bezorgen. Indien na onderzoek van deze rechtvaardigingen blijkt dat het bedrag van de offerte abnormaal is of bij gebrek aan rechtvaardigingen binnen de opgelegde termijn, moet de aanbestedende overheid, in afwijking van § 2, de offerte als onregelmatig beschouwen en bijgevolg als van rechtswege nietig.";
  3° een § 5, opgesteld als volgt, wordt ingevoegd : "§ 5. Indien de offerte wordt afgewezen krachtens § 3 of 4, deelt de aanbestedende overheid dat binnen vijftien dagen na de gunning van de opdracht mee aan de Commissie voor de erkenning van aannemers, wanneer het gaat om een overheidsopdracht voor aanneming van werken. Zij deelt haar bovendien de namen mee van de inschrijvers die de nodige rechtvaardigingen niet binnen de gestelde termijn bezorgd hebben.
  Indien de opdracht gegund wordt bij aanbesteding en onderworpen is aan de Europese bekendmaking, licht de aanbestedende overheid de Europese Commissie in over de verwerping van een abnormaal lage offerte.".

Art.42. Artikel 112, § 1, 2°, eerste zin, van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "2° voor de rangschikking van de offertes worden de hoeveelheden aanvaard door de aanbestedende overheid die groter zijn dan of gelijk zijn aan de hoeveelheden van de oorspronkelijke opmetingsstaat, naar alle opmetingsstaten zonder onderscheid gebracht. De wijzigingen die door de aanbestedende overheid aanvaard worden en die een vermindering van de hoeveelheden tot gevolg hebben, spelen daarentegen enkel in het voordeel van de inschrijvers die ze gemeld hebben en enkel in de mate dat hun verantwoording is aanvaard.".

Art.43. Artikel 113, eerste lid, van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Indien het bestek varianten oplegt of toestaat, moet het voorwerp van die varianten, hun aard en draagwijdte nader worden omschreven. In dat geval dient de inschrijver een offerte in voor het basisontwerp en, in voorkomend geval, als het om een opgelegde variante gaat, voor deze variante. De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de laagste regelmatige offerte heeft ingediend op grond van één enkele rangschikking van de basisoffertes en de varianten.".

Art.44. In artikel 115 van het besluit wordt het volgende lid ingevoegd tussen het tweede en derde lid :
  "Indien het bestek varianten oplegt of toestaat, moet het voorwerp van die varianten, hun aard en draagwijdte nader worden omschreven. In dat geval dient de inschrijver een offerte in voor het basisontwerp en, in voorkomend geval, als het om een opgelegde variante gaat, voor deze variante. Voor de gunning van de opdracht wordt rekening gehouden met de opgelegde of toegestane varianten.".

Art.45. In artikel 117, eerste lid, van het besluit, in de Nederlandse tekst, worden de woorden "de betrokken inschrijver" vervangen door de woorden "de gekozen inschrijver".

Art.46. In artikel 120 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, Nederlandse tekst, worden de woorden "zonder belasting op de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde";
  2° in het tweede lid worden de woorden "mag dat goed te keuren bedrag, zonder belasting op de toegevoegde waarde, niet hoger liggen dan het bedrag bepaald in artikel 53, § 3" vervangen door de woorden "mag de goed te keuren uitgave, zonder belasting over de toegevoegde waarde, (het bedrag bepaald in artikel 53 niet bereiken)"; <Erratum, zie B.St. 25-08-1999, p. 31471>
  3° een lid luidend als volgt wordt ingevoegd tussen het derde en vierde lid : "Wanneer percelen voorzien worden in een overheidsopdracht voor aanneming van werken of van diensten waarvan het geraamde bedrag, zonder belasting over de toegevoegde waarde, minder bedraagt dan 20 miljoen frank voor de werken en minder dan het bedrag bepaald in artikel 53 voor de diensten, kan eveneens een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure aangewend worden voor die percelen waarvan de individuele, goed te keuren uitgave de 500.000 frank zonder belasting over de toegevoegde waarde niet onverschrijdt, maar voor zover hun samengevoegd bedrag niet meer bedraagt dan twintig pct. van het samengevoegde bedrag van alle percelen.".

Art.47. In artikel 121, eerste lid, van het besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de Nederlandse tekst, worden de woorden "zonder belasting op de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde";
  2° de woorden "53, § 3" worden vervangen door de woorden "53, § 2 en § 3".

Art.48. In artikel 122 van het besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, 1° en 2°, Nederlandse tekst, worden de woorden "zonder belasting op de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "zonder belasting over de toegevoegde waarde";
  2° in het eerste lid, 3°, Franse tekst, worden de woorden "au soumissionnaire" vervangen door de woorden "à l'adjudicataire";
  3° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 90 is van toepassing op de opdrachten te gunnen bij onderhandelingsprocedure met of zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure wanneer ze vastgesteld worden overeenkomstig de 2° tot 4° van dit artikel. Hetzelfde geldt voor artikel 91, welke ook de wijze van totstandkoming van de opdracht is.
  Artikel 93, § 2, is van toepassing op de opdrachten te gunnen bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet wanneer ze tot stand komen overeenkomstig de 2° tot 4° van dit artikel.".

Art.49. Artikel 136 van het besluit wordt opgeheven.

Art.50. De bijlagen 1 tot 3 en 4, A tot E, van het besluit worden vervangen door de bijlagen van dit besluit.

Art.51. De overheidsopdrachten die gepubliceerd zijn in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen of in het Bulletin der Aanbestedingen vóór 1 juni 1999 of waarvoor, bij ontstentenis van verplichting om een aankondiging te publiceren, wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte of van een kandidatuur vóór deze datum, blijven onderworpen aan de reglementsbepalingen zoals ze ten tijde van de aankondiging of van de verzending van de uitnodiging gelding hadden. Voor de toepassing van dit artikel heeft de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen voorrang boven deze in het Bulletin der Aanbestedingen.

Art.52. Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 25 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  J.-L. DEHAENE

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Lijst van de organismen van openbaar nut in de zin van artikel 4, § 2, 1° en van de rechtspersonen in de zin van artikel 4, § 2, 8 van de wet.
  Agence wallonne pour l'Intégration des personnes handicapées.
  Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.
  Aquafin.
  Astrid N.V..
  Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs.
  Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel.
  Belgische federale Voorlichtingsdienst.
  Belgisches Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen.
  Gemeinschaft.
  Belgische technische Coöperatie.
  Belgisch Instituut voor Normalisatie.
  Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie.
  Belgisch Interventie- en Restitutiebureau.
  Berlaymont 2000.
  Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders der Diamantnijverheid.
  Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders in de Houtnijverheid.
  Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders der Ondernemingen voor Binnenscheepvaart.
  Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders gebezigd door Ladings- en Lossingsondernemingen en door de Stuwadoors in de Havens, Losplaatsen, Stapelplaatsen en Stations (gewoonlijk genoemd "Bijzondere Compensatiekas voor kindertoeslagen van de zeevaartgewesten").
  Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.
  Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en erkende maatschappijen.
  Brusselse hoofdstedelijk Dienst voor Brandweer en dringende medische Hulp.
  Brussels gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke Thesauriën.
  Brussels Instituut voor Milieubeheer.
  Centrale Dienst voor sociale en culturele Actie ten behoeve van de Leden van de militaire Gemeenschap.
  Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
  Centre hospitalier de Mons.
  Centre hospitalier de Tournai.
  Centre régional d'aide aux communes.
  Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën.
  Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding.
  Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest.
  Commissariat général pour les Relations internationales de la Communauté francaise de Belgique.
  Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie.
  Compte régional d'aide aux communes.
  Conseil économique et social de la Région wallonne.
  Controledienst voor de Verzekeringen.
  Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Landsbonden van Ziekenfondsen.
  De Koninklijke Muntschouwburg.
  De Post.
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  J.-L. DEHAENE

Art. N2. Bijlage 2. Modellen van aankondiging voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken.
  A. Enuntiatieve aankondiging (voorinformatie) :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid en indien verschillend, de nummers van de dienst waarop bijkomende inlichtingen kunnen worden verkregen;
  2° a) de plaats van uitvoering;
  b) de aard en de omvang van de verrichtingen en wanneer het werk verdeeld is in verschillende percelen, de hoofdkenmerken van die percelen ten opzichte van het werk;
  c) indien beschikbaar, de raming van het minimum/maximum van de kostprijs van de overwogen werken;
  3° a) de voorlopige datum voor het inzetten van de gunningsprocedures van de opdracht(en);
  b) indien gekend, de voorlopige datum van de aanvang der werken;
  c) indien gekend, het voorlopige schema voor de verwezenlijking van de werken;
  4° indien gekend, de voorwaarden voor de financiering van de werken en de prijsherziening en/of de verwijzingen naar de teksten die ze regelen;
  5° de andere eventuele inlichtingen;
  6° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  7° de ontvangstdatum van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  8° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  B. Aankondiging van opdracht bij openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid;
  2° a) de gekozen gunningswijze;
  b) de vorm van de opdracht die het voorwerp uitmaakt van de aankondiging; 3°
  a) de plaats van uitvoering;
  b) de aard en de omvang van de werken, de algemene kenmerken van het werk, met inbegrip met name van opties voor aanvullende werken en, indien gekend, de voorlopig kalender voor schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend;
  c) indien het werk of de opdracht verdeeld is in percelen, de orde van grootte van die percelen en de mogelijkheid een offerte in te dienen voor één, voor meerdere of voor het geheel van de percelen;
  d) de gegevens inzake de doelstelling van het werk of van de opdracht wanneer die eveneens het opstellen van de ontwerpen inhoudt;
  4° de einddatum voor de uitvoering van de werken of de looptijd van de opdracht en, indien mogelijk, de datum voor de aanvang van de werken;
  5° a) de naam en het adres van de dienst waar het bestek en de aanvullende documenten kunnen gevraagd worden; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden bekomen;
  b) zo nodig, het bedrag en de betalingswijzen van het bedrag dat moet gestort worden voor het bekomen van die documenten;
  6° a) de uiterste ontvangstdatum van de offertes;
  b) het adres waar ze moeten naar verstuurd worden;
  c) de taal of talen in dewelke ze moeten opgesteld zijn;
  7° a) zo nodig, de personen die de opening van de offertes mogen bijwonen;
  b) de datum, het uur en de plaats van die opening;
  8° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  9° de voornaamste wijzen van financiering en betaling van de verrichting en/of de verwijzingen naar de reglementaire of wetsbepalingen die ze regelen;
  10° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van aannemers aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  11° de inlichtingen over de eigen toestand van de aannemer en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid voor de selectie van de aannemers vastlegt en met name de voorwaarden vereist door de wetgeving betreffende de erkenning van de aannemers van werken; die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 16 tot 20 van dit besluit;
  12° de termijn waarbinnen de inschrijver zijn offerte moet handhaven;
  13° indien ze niet in het bestek voorkomen, het gunningscriterium of de gunningscriteria van de opdracht;
  14° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  15° de andere eventuele inlichtingen;
  16° de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de enuntiatieve aankondiging of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  17° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  18° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  19° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  C. Aankondiging van opdracht voor de beperkte aanbesteding en de beperkte offerteaanvraag :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° a) de gekozen gunningswijze;
  b) zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de versnelde procedure voorzien bij artikel 6 van dit besluit;
  c) de vorm van de opdracht die het voorwerp uitmaakt van de aankondiging;
  3° a) de plaats van uitvoering;
  b) de aard en de omvang van de werken, de algemene kenmerken van het werk, met inbegrip met name van opties voor aanvullende werken en, indien gekend, de voorlopig kalender voor schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend;
  c) indien het werk of de opdracht verdeeld is in percelen, de orde van grootte van die percelen en de mogelijkheid een offerte in te dienen voor één, voor meerdere of voor het geheel van de percelen;
  d) de gegevens inzake de doelstelling van het werk of van de opdracht wanneer die eveneens het opstellen van de ontwerpen inhoudt;
  4° de einddatum voor de uitvoering van de werken of de looptijd van de opdracht en, indien mogelijk, de datum voor de aanvang van de werken;
  5° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van aannemers aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  6° a) de uiterste ontvangstdatum van de aanvragen tot deelneming;
  b) het adres waar ze moeten naar gestuurd worden;
  c) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld worden;
  7° de uiterste datum van verzending door de aanbestedende overheid van de uitnodigingen tot het indienen van een offerte;
  8° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  9° de voornaamste financierings- en betalingswijzen van de verrichting en/of de verwijzingen naar de teksten die ze regelen;
  10° de inlichtingen over de eigen toestand van de aannemer en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de selectie van aannemers en met name de voorwaarden vereist door de wetgeving betreffende de erkenning van de aannemers van werken; die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 16 tot 20 van dit besluit;
  11° de gunningscriteria van de opdracht wanneer die niet vermeld zijn in de uitnodiging tot het indienen van een offerte;
  12° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  13° de andere eventuele inlichtingen;
  14° de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de enuntiatieve aankondiging of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  15° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  16° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  17° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  D. Aankondiging van opdracht voor de onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° a) de gekozen gunningswijze;
  b) zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de versnelde procedure voorzien bij artikel 6 van dit besluit;
  c) de vorm van de opdracht die het voorwerp uitmaakt van de aankondiging;
  3° a) de plaats van uitvoering;
  b) de aard en de omvang van de werken, de algemene kenmerken van het werk, met inbegrip met name van opties voor aanvullende werken en, indien gekend, de voorlopig kalender voor schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend;
  c) indien het werk of de opdracht verdeeld is in percelen, de orde van grootte van die percelen en de mogelijkheid een offerte in te dienen voor één, voor meerdere of voor het geheel van de percelen;
  d) de gegevens inzake de doelstelling van het werk of van de opdracht wanneer die eveneens het opstellen van de ontwerpen inhoudt;
  4° de einddatum voor de uitvoering van de werken of de looptijd van de opdracht en, indien mogelijk, de datum voor de aanvang van de werken;
  5° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van aannemers, aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  6° a) de uiterste datum van ontvangst van de aanvragen tot deelneming;
  b) het adres waar ze moeten naar gestuurd worden;
  c) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld worden;
  7° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  8° de voornaamste financierings- en betalingswijzen van de verrichting en/of de verwijzingen naar de teksten die ze regelen;
  9° de inlichtingen over de eigen toestand van de aannemer en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de selectie van de aannemers en met name de voorwaarden vereist door de wetgeving betreffende de erkenning van de aannemers van werken; die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 16 tot 20 van dit besluit;
  10° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  11° zo nodig, de naam en het adres van de aannemers die door de aanbestedende overheid reeds geselecteerd werden;
  12° zo nodig, de datum van de vorige bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen;
  13° de andere eventuele inlichtingen;
  14° de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de enuntiatieve aankondiging of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  15° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  16° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  17° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  E. Aankondiging van gegunde opdracht :
  1° de naam en het adres van de aanbestedende overheid;
  2° de gekozen gunningswijze;
  3° de gunningsdatum van de opdracht;
  4° de gunningscriteria van de opdracht;
  5° het aantal ontvangen offertes;
  6° de naam en het adres van de aannemer(s);
  7° de aard en de omvang van de verwezenlijkte verrichtingen, de algemene kenmerken van het uitgevoerde werk;
  8° de betaalde prijs of gamma van prijzen (minimum/maximum);
  9° de waarde van de weerhouden offerte(s) of van de hoogste en van de laagste offerte die in aanmerking kwam voor de gunning van de opdracht;
  10° zo nodig, de waarde en het deel van de opdracht die vatbaar is voor onderaanneming;
  11° de andere eventuele inlichtingen;
  12° de datum van bekendmaking van de aankondiging van opdracht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen;
  13° de verzendingsdatum van deze aankondiging;
  14° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden).
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  J.-L. DEHAENE

Art. N3. Bijlage 3. Modellen van aankondiging voor de overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen.
  A. Enuntiatieve aankondiging (voorinformatie) :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid en indien verschillend de nummers van de dienst waarop bijkomende inlichtingen kunnen worden verkregen;
  2° de aard en de hoeveelheid of de waarde van de te leveren producten; het klassificatienummer bij de CPA;
  3° indien gekend, de voorlopige datum voor het inzetten van de gunningsprocedures van de opdracht(en);
  4° de andere eventuele inlichtingen;
  5° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  6° de ontvangstdatum van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  7° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  B. Aankondiging van opdracht voor de openbare aanbesteding en de algemene offerteaanvraag :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2°
  a) de gekozen gunningswijze;
  b) de vorm van de opdracht die het voorwerp uitmaakt van de aankondiging;
  3° a) de plaats van levering;
  b) de aard van de te leveren producten alsook met name de vermelding of de offertes betrekking hebben op aankoop, leasing, huur, huurkoop of de combinatie hiervan; het klassificatienummer bij de CPA;
  c) de hoeveelheid van de te leveren producten alsook met name de eventuele opties voor aanvullende leveringen en, indien gekend, de schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend. In het geval van opdrachten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, de vermelding, indien gekend;
  d) de mogelijkheid een offerte in te dienen voor een gedeelte van de leveringen;
  4° de einddatum voor de uitvoering van de leveringen of de looptijd van de opdracht en, voorzover mogelijk, de uiterste datum voor de aanvang of de levering van de producten;
  5° a) de naam en het adres van de dienst waar het bestek en de bijkomende documenten kunnen gevraagd worden;
  b) zo nodig de uiterste datum om die aanvraag te doen;
  c) zo nodig, het bedrag en de betalingsvoorwaarden tot het bekomen van die documenten;
  6° a) de uiterste ontvangstdatum van de offertes;
  b) het adres waar ze moeten naar gestuurd worden;
  c) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld worden;
  7°
  a) de personen die de opening van de offertes mogen bijwonen;
  b) de datum, het uur en de plaats van die opening;
  8° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  9° de voornaamste financierings- en betalingswijzen van de verrichting en/of de verwijzingen naar de teksten die ze regelen;
  10° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van leveranciers aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  11° de inlichtingen over de eigen toestand van de leverancier en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de selectie van de leveranciers. Die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 42 tot 46 van dit besluit;
  12° de termijn waarbinnen de inschrijver zijn offerte moet handhaven;
  13° indien ze niet voorkomen in het bestek, het gunningscriterium of de gunningscriteria van de opdracht;
  14° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  15° de andere eventuele inlichtingen;
  16° de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de enuntiatieve aankondiging of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  17° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  18° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  19° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  C. Aankondiging van opdracht voor de beperkte aanbesteding en de beperkte offerteaanvraag :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° a) de gekozen gunningswijze;
  b) zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de versnelde procedure voorzien bij artikel 32 van dit besluit;
  c) de vorm van de opdracht die het voorwerp uitmaakt van de aankondiging;
  3° a) de plaats van levering;
  b) de aard van de te leveren producten alsook met name de vermelding of de offertes betrekking hebben op aankoop, leasing, huur, huurkoop of de combinatie hiervan; het klassificatienummer bij de CPA;
  c) de hoeveelheid van de te leveren producten alsook met name de eventuele opties voor aanvullende leveringen en, indien gekend, de schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend. In het geval van opdrachten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, de vermelding, indien gekend;
  d) de mogelijkheid een offerte in te dienen voor een gedeelte van de leveringen;
  4° de einddatum voor de uitvoering van de leveringen of de looptijd van de opdracht en, voorzover mogelijkheid, de uiterste datum voor de aanvang of de levering van de producten;
  5° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van leveranciers aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  6° a) de uiterste datum voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming;
  b) het adres waar ze moeten naar verstuurd worden;
  c) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld worden;
  7° de uiterste datum van verzending door de aanbestedende overheid van de uitnodigingen tot het indienen van een offerte;
  8° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  9° de inlichtingen over de eigen toestand van de leverancier en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de selectie van de leveranciers. Die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 42 tot 46 van dit besluit;
  10° de gunningscriteria van de opdracht wanneer die niet vermeld zijn in de uitnodiging tot het indienen van een offerte;
  11° het voorziene aantal of het minimum- en maximumaantal van de leveranciers die zullen uitgenodigd worden een offerte in te dienen;
  12° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  13° de andere eventuele inlichtingen;
  14° de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van de periodieke enuntiatieve aankondiging of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  15° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  16° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  17° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  D. Aankondiging van opdracht voor de onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° a) de gekozen gunningswijze;
  b) zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de versnelde procedure voorzien bij artikel 32 van dit besluit;
  c) de vorm van de opdracht die het voorwerp uitmaakt van de aankondiging;
  3° a) de plaats van de levering;
  b) de aard van de te leveren producten alsook met name de vermelding of de offertes betrekking hebben op aankoop, leasing, huur, huurkoop of de combinatie hiervan; het klassificatienummer bij de CPA;
  c) de hoeveelheid van de te leveren producten alsook met name de eventuele opties voor aanvullende leveringen en, indien gekend, de schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend. In het geval van opdrachten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, de vermelding, indien gekend;
  d) de mogelijkheid een offerte in te dienen voor een gedeelte van de leveringen;
  4° de einddatum voor de uitvoering van de leveringen of de looptijd van de opdracht en, voorzover mogelijkheid, de uiterste datum voor de aanvang of de levering van de produkten;
  5° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van leveranciers, aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  6° a) de uiterste datum voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming;
  b) het adres waar ze moeten naar verstuurd worden;
  c) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld worden;
  7° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  8° de inlichtingen over de eigen toestand van de leverancier en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de selectie van de leveranciers. Die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 42 tot 46 van dit besluit;
  9° het voorziene aantal of het minimum- en maximumaantal van de leveranciers die zullen uitgenodigd worden een offerte in te dienen;
  10° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  11° zo nodig, de naam en het adres van de leveranciers die reeds geselecteerd werden door de aanbestedende overheid;
  12° de datum van de vroegere bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen;
  13° de andere eventuele inlichtingen;
  14° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  15° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  16° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  E. Aankondiging van gegunde opdracht :
  1° de naam en het adres van de aanbestedende overheid;
  2° de gekozen gunningswijze; zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij het inzetten van de procedure in de zin van artikel 17, § 2, 1°, c tot f, en 3°, van de wet;
  3° de gunningsdatum van de opdracht;
  4° de gunningscriteria van de opdracht;
  5° het aantal ontvangen offertes;
  6° de naam en het adres van de aannemer(s);
  7° de aard en de hoeveelheid van de geleverde producten, zo nodig, per aannemer; het klassificatienummer bij de CPA;
  8° de betaalde prijs of gamma van prijzen (minimum/maximum);
  9° de waarde van de weerhouden offerte(s) of van de hoogste en van de laagste offerte die in aanmerking kwam voor de gunning van de opdracht;
  10° zo nodig, de waarde en het deel van de opdracht die vatbaar is voor onderaanneming;
  11° de andere eventuele inlichtingen;
  12° de datum van bekendmaking van de aankondiging van opdracht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen;
  13° de verzendingsdatum van deze aankondiging;
  14° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden).
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  J.-L. DEHAENE

Art. N4. Bijlage 4. Modellen van aankondiging voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten.
  A. Enuntiatieve aankondiging (voorinformatie) :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid en indien deze verschillend zijn, die van de dienst waar bijkomende inlichtingen kunnen worden verkregen;
  2° het voorziene totaalbedrag in elk van de categorieën van diensten vermeld in bijlage 2, A, van de wet;
  3° de voorlopige datum voor het inzetten van de procedures, per categorie van diensten;
  4° de andere eventuele inlichtingen;
  5° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  6° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  7° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  B. Aankondiging van opdracht voor de openbare aanbesteding en de algemene offerteaanvraag :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° de categorie te verlenen diensten en de beschrijving ervan, het klassificatienummer bij de CPC, de hoeveelheid van de te verlenen diensten alsook met name de eventuele opties voor aanvullende diensten en, indien gekend, de schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend. In het geval van opdrachten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, de vermelding ervan, indien gekend; de gekozen gunningswijze;
  3° de plaats van verrichting;
  4° a) aanduiden of de uitvoering van de dienst voorbehouden is aan een welbepaald beroep, krachtens reglementaire of wetsbepalingen;
  b) de verwijzing naar die reglementaire of wetsbepalingen;
  c) aanduiden of de rechtspersonen de naam en de beroepskwalificaties van het personeel belast met de uitvoering van de dienst moeten vermelden;
  5° aanduiden of de dienstverleners een offerte mogen indienen voor een gedeelte van de betrokken diensten;
  6° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  7° de einddatum voor de uitvoering van de diensten of de looptijd van de opdracht en, voorzover mogelijk, de uiterste datum voor de aanvang of verlening van de diensten;
  8° a) de naam en het adres van de dienst waar het bestek en de bijkomende documenten kunnen gevraagd worden;
  b) desgevallend, de uiterste datum voor deze aanvraag;
  c) zo nodig, het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de som die eventueel moet gestort worden voor het bekomen van de documenten;
  9° a) de uiterste ontvangstdatum van de offertes;
  b) het adres waar ze moeten naar gestuurd worden;
  c) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld worden;
  10° a) de personen die de opening van de offertes mogen bijwonen;
  b) de datum, het uur en de plaats van die opening;
  11° zo nodig, de borgsom en de andere eventueel gevraagde waarborgen;
  12° de voornaamste financierings- en betalingswijzen en/of de verwijzingen naar de teksten die ze regelen;
  13° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van dienstverleners, aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  14° de inlichtingen over de eigen toestand van de dienstverleners en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de dienstverleners; die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 68 tot 73 van dit besluit;
  15° de termijn waarbinnen de inschrijver zijn offerte moet handhaven;
  16° indien ze niet voorkomen in het bestek, het gunningscriterium of de gunningscriteria en zo mogelijk hun orde van belang;
  17° de andere eventuele inlichtingen;
  18° de datum van bekendmaking van de enuntiatieve aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  19° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  20° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  21° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  C. Aankondiging van opdracht voor de beperkte aanbesteding en de beperkte offerteaanvraag :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° de categorie te verlenen diensten en de beschrijving ervan, het klassificatienummer bij de CPC, de hoeveelheid van de te verlenen diensten alsook met name de eventuele opties voor aanvullende diensten en, indien gekend, de schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend. In het geval van opdrachten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, de vermelding ervan, indien gekend; de gekozen gunningswijze;
  3° de plaats van verrichting;
  4° a) aanduiden of de uitvoering van de dienst voorbehouden is aan een welbepaald beroep, krachtens reglementaire of wetsbepalingen;
  b) de verwijzing naar die reglementaire of wetsbepalingen;
  c) aanduiden of de rechtspersonen de naam en de beroepskwalificaties van het personeel belast met de uitvoering van de dienst moeten vermelden;
  5° aanduiden of de dienstverleners een offerte mogen indienen voor een gedeelte van de betrokken diensten;
  6° het voorziene aantal of het minimum- en maximumaantal dienstverleners die zullen uitgenodigd worden om in te schrijven;
  7° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  8° de einddatum voor de uitvoering van de diensten of de looptijd van de opdracht en, voorzover mogelijk, de uiterste datum voor de aanvang of verlening van de diensten;
  9° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van dienstverleners, aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  10° a) zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de versnelde procedure voorzien in artikel 58 van dit besluit;
  b) de uiterste ontvangstdatum voor de aanvragen tot deelneming;
  c) het adres waar ze moeten naar gestuurd worden;
  d) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld zijn;
  11° de uiterste datum van verzending door de aanbestedende overheid van de uitnodigingen tot het indienen van een offerte;
  12° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  13° de inlichtingen over de eigen toestand van de dienstverleners en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de selectie van de dienstverleners. Die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 68 tot 73 van dit besluit;
  14° de gunningscriteria van de opdracht wanneer deze niet vermeld zijn in de uitnodiging tot inschrijving en, zo mogelijk, hun orde van belang;
  15° de andere eventuele inlichtingen;
  16° de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen of de vermelding van de niet-bekendmaking ervan;
  17° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  18° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  19° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  D. Aankondiging van opdracht voor de onderhandelings- procedure met bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 3, van de wet :
  1° de naam, het adres, het telefoon-, telegraaf-, telex- en telefaxnummer van de aanbestedende overheid; de persoon waarbij bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;
  2° de categorie te verlenen diensten en de beschrijving ervan, het klassificatienummer bij de CPC, de hoeveelheid van de te verlenen diensten alsook met name de eventuele opties voor aanvullende diensten en, indien gekend, de schatting van de termijnen waarop de opties kunnen worden uitgeoefend. In het geval van opdrachten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, de vermelding ervan, indien gekend; de gekozen gunningswijze;
  3° de plaats van verrichting;
  4° a) aanduiden of de uitvoering van de dienst voorbehouden is aan een welbepaald beroep, krachtens reglementaire of wetsbepalingen;
  b) de verwijzing naar die reglementaire of wetsbepalingen;
  c) aanduiden of de rechtspersonen de naam en de beroepskwalificaties van het personeel belast met de uitvoering van de dienst moeten vermelden;
  5° aanduiden of de dienstverleners een offerte mogen indienen voor een gedeelte van de diensten;
  6° het voorziene aantal of het minimum- en maximumaantal dienstverleners die zullen uitgenodigd worden om in te schrijven;
  7° zo nodig, het verbod van vrije varianten;
  8° de einddatum voor de uitvoering van de diensten of de looptijd van de opdracht en, voorzover mogelijk, de uiterste datum voor de aanvang of verlening van de diensten;
  9° zo nodig, de rechtsvorm die de vereniging van dienstverleners, aan wie de opdracht wordt gegund, moet aannemen;
  10° a) zo nodig, de verantwoording van de aanwending van de versnelde procedure voorzien in artikel 58 van dit besluit;
  b) de uiterste ontvangstdatum voor de aanvragen tot deelneming;
  c) het adres waar ze moeten naar gestuurd worden;
  d) de taal of talen waarin ze moeten opgesteld zijn;
  11° zo nodig, de borgsom en de andere gevraagde waarborgen;
  12° de inlichtingen over de eigen toestand van de dienstverleners en de inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak die de aanbestedende overheid vastlegt voor de dienstverleners; die inlichtingen en formaliteiten mogen niet verschillen van die bedoeld in de artikelen 68 tot 73 van dit besluit;
  13° zo nodig, de naam en het adres van de dienstverleners die door de aanbestedende overheid reeds geselecteerd werden;
  14° de andere eventuele inlichtingen;
  15° de verzendingsdatum van de aankondiging;
  16° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  17° de vorige datum of data van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen;
  18° de vermelding of de opdracht al dan niet onder de GATT-Overeenkomst valt.
  E. Aankondiging van gegunde opdracht :
  1° de naam en het adres van de aanbestedende overheid;
  2° de gekozen gunningswijze, en in geval van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure in de zin van artikel 17, § 2, 1°, c tot f, en 3°, van de wet, de verantwoording van de aanwending van deze procedure;
  3° de categorie van de te verlenen diensten en de beschrijving ervan, het klassificatienummer bij de CPC en de hoeveelheid te verlenen diensten;
  4° de gunningsdatum van de opdracht;
  5° de gunningscriteria van de opdracht;
  6° het aantal ontvangen offertes;
  7° de naam en het adres van de aannemer(s);
  8° de betaalde prijs of gamma van prijzen (minimum/maximum);
  9° de waarde van de weerhouden offerte(s) of van de hoogste en van de laagste offerte die in aanmerking kwam voor de gunning van de opdracht;
  10° zo nodig, de waarde en het deel van de opdracht die vatbaar is voor onderaanneming;
  11° de andere eventuele inlichtingen;
  12° de datum van bekendmaking van de aankondiging van opdracht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen;
  13° de verzendingsdatum van deze aankondiging;
  14° de datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen (door dit Bureau te vermelden);
  15° in het geval van opdrachten voor in bijlage 2, B, van de wet, de instemming van de aanbestedende overheid met de bekendmaking van aankondiging in de Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  J.-L. DEHAENE