Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1973062903 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 juni 1975, 17 maart 1993 en 14 september 1994, wordt aangevuld als volgt :
  "5° worden eveneens in aanmerking genomen, de werkelijke diensten van de andere aalmoezeniers en de andere morele adviseurs die ressorteren onder de niet-confessionele gemeenschap van België.".

Art.2. Een artikel 15bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
  "Art. 15bis. Komen eveneens in aanmerking voor de toekenning van verhogingen in de weddeschaal, de werkelijke diensten die de ambtenaar verricht heeft toen hij een openbare betrekking uitoefende in een overheidsdienst die vergelijkbaar is met één van die welke opgesomd zijn in de artikelen 14 en 15, van een Staat van de Europese Unie, als onderdaan ervan.
  De erkenning van het in aanmerking komen moet door de Minister van Ambtenarenzaken worden goedgekeurd op voorstel van de betrokken overheid.".

Art.3. In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 januari 1974, 13 december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992, 9 juli 1993, 14 september 1994 en 10 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 1. De ambtenaar die wordt bevorderd, heeft in zijn nieuwe graad of in zijn nieuwe weddeschaal, nooit een lagere wedde dan hij in de weddeschaal van zijn vorige graad of in zijn vorige weddeschaal zou hebben genoten.";
  2° paragraaf 4 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 4. De ambtenaar die een verandering van graad heeft verkregen, heeft in zijn nieuwe graad nooit een lagere wedde dan hij in de weddeschaal van zijn vorige graad zou hebben gehad.";
  3° een paragraaf 5 wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  "§ 5. De ambtenaar die herplaatst of ambtshalve overgeplaatst wordt, behoudt het voordeel van de weddeschaal die hij voor zijn herplaatsing of overplaatsing genoot.
  De ambtenaar die bij wege van vrijwillige mobiliteit wordt overgeplaatst, behoudt zijn wedde tot wanneer hij in de weddeschaal verbonden aan zijn nieuwe betrekking, een wedde bekomt die ten minste daaraan gelijk is.".

Art.4. Een artikel 38bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit :
  "Art. 38bis. In afwijking van artikel 14, tweede lid, komen de diensten verricht als tewerkgestelde werkloze in een functie met volledige prestaties door een ambtenaar die voorheen de hoedanigheid van contractueel heeft gehad en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, in aanmerking voor de toekenning van verhogingen in de weddeschaal en dit voor een maximale duur van zes jaar.".

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998, met uitzondering van :
  - artikel 3, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994;
  - artikel 3, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 februari 1997;
  - artikel 3, 3°, dat in werking treedt op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 19 april 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  H. VAN ROMPUY
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  A. FLAHAUT