22 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoeding verleend aan de regeringscommissaris en aan de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-03-1999 en tekstbijwerking tot 21-12-2001).
Art. 1-5
Artikel 1. De regeringscommissaris bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen en de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij hetzelfde Rijksinstituut bekomen elk een forfaitaire jaarlijkse vergoeding van (2 231,05 EUR). <KB 2001-12-04/45, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.2. Het in artikel 1 genoemde bedrag stemt overeen met het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981 = 100) van de consumptieprijzen. Het wordt vermeerderd of verminderd met 2 pct. telkens als de wedden van de Rijksambtenaren worden aangepast ingevolge een verhoging of een verlaging van dit spilindexcijfer.
Art.3. Het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende vaststelling van de toelage verleend aan de regeringscommissaris bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen en het ministerieel besluit van 23 juni 1971 tot vaststelling van het bedrag van de jaarlijkse bezoldiging van de gemachtigde van de Minister van Financiën bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, worden opgeheven.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 5. Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
PINXTEN
De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR