29 AUGUSTUS 1997. - Wet houdende goedkeuring van volgende internationale akten : 1. Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding; 2. Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding; 3. Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding; 4. Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel Comité, ondertekend te Brussel op 15 december 1993.
Art. 1-3
BIJLAGEN.
Art. N1, N2, N3, N4, N5
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. De volgende Internationale Akten zullen volkomen uitwerking hebben :
1. Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
2. Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
3. Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
4. Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel Comité, ondertekend te Brussel op 15 december 1993.
Art.3. In artikel 31 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt wordt na het derde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende :
"De maximale vasthoudingsduur wordt van twaalf uur op vierentwintig uur gebracht indien de bestuurlijke aanhouding gebeurt in de controlezones bepaald in artikel 1 van de Belgisch-Frans-Britse Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 15 december 1993 met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding.".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 29 augustus 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
E. DERYCKE
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel,
Ph. MAYSTADT
De Minister van Vervoer,
M. DAERDEN
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
BIJLAGEN.
Art. N1. Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding.
(Voor de overeenkomst, zie %%1993-12-15/56%%).
Art. N2. Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding.
(Voor het protocol, zie %%1993-12-15/57%%).
Art. N3. Bijzondere overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding.
(Voor de overeenkomst, zie %%1993-12-15/58%%).
Art. N4. Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel Comité.
(Voor het protocol, zie %%1993-12-15/59%%).
Art. N5. Verklaring van de Regering van het Koninkrijk België.
Ter gelegenheid van de ondertekening van :
- de Overeenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Regering van het Koninkrijk België, met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding ("de Overeenkomst");
- het Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding ("het Protocol");
- de Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Franse Republiek inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding ("Bijzondere overeenkomst") en van
- het Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel Comité.
Behoudt de Regering van het Koninkrijk België zich het recht voor gebruik te maken van artikel 25 van de Overeenkomst en de bijeenroeping van een diplomatieke conferentie te vragen van de drie Verdragsluitende Partijen in de hypothese dat één van de drie Partijen haar houding zou wijzigen omtrent het al dan niet deelnemen aan de Akkoorden van Schengen.
Deze diplomatieke conferentie zou tot doel hebben een evaluatie te maken van de bepalingen van de diplomatieke akten die heden ondertekend worden ten opzichte van de nieuwe toestand die er in de verhoudingen tussen de drie Verdragsluitende Partijen tot stand zou gekomen zijn.
In de huidige toestand beschouwt de Regering van het Koninkrijk België voor de doorgaande treinen tussen het Verenigd Koninkrijk en België het eindstation van Brussel als in- en uitgangspunt van het territorium van de groep van Schengenlanden alwaar de door de toepassingsakkoorden van Schengen voorgeschreven grensgebonden controlemaatregelen worden toegepast.
De Regering van het Koninkrijk België wenst bovendien de aandacht te vestigen op het feit dat de ondertekening van de voorliggende Overeenkomsten geen afbreuk doet aan haar interpretatie van artikel 7, A van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Overeenkomstig het artikel 28 van het akkoord, is dit, evenals het protokol betreffende het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië in werking getreden op 1 december 1997.
De bijzondere overeenkomst en het Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel Comité zijn op 15 december 1993 in werking getreden.