Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

8 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1985 tot aanwijzing van de categorieën van werknemers voor wie het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers tussenkomt in de betaling van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan ontslagen bejaarde werknemers.



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985012231 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1985 tot aanwijzing van de categorieën van werknemers voor wie het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers tussenkomt in de betaling van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan ontslagen bejaarde werknemers wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 3. § 1. Het Fonds is niet gehouden de aanvullende vergoeding te betalen aan de werknemers die er recht op hebben krachtens een buiten een paritair orgaan gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die neergelegd is bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid minder dan zes maanden vóór de sluiting.
  Het beheerscomité van het Fonds kan nochtans beslissen de aanvullende vergoeding te betalen wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst, ten laatste vóór de neerlegging ervan, ondertekend is door een representatieve werkgeversorganisatie of wanneer ze werd goedgekeurd door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, na eenstemmig advies van de Commissie bedoeld in artikel 9, § 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
  § 2. Het Fonds is niet gehouden de aanvullende vergoeding te betalen aan de werknemers die er recht op hebben krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten buiten een paritair orgaan en getekend door de curator van de failliete onderneming, die neergelegd werd bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid vanaf de zesde maand die aan de sluiting voorafgaat. ".

Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 8 december 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX