3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.
Art. 1-12
Artikel 1. Artikel 2, eerste lid van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector wordt door de volgende bepaling vervangen :
1° het woord " forfaitair " is geschrapt in de eerste zin;
2° de zin " Dit bedrag kan maximaal gelijk zijn aan 9.300 Fr. per kwartaal per werknemer. " is geschrapt.
Art.2. In artikel 2, 5de lid van het voormelde koninklijk besluit wordt het woord " forfaitair " geschrapt.
Art.3. In artikel 2, wordt het volgende lid tussen het vijfde en het zesde lid ingevoegd :
" De Minister van Tewerkstelling en Arbeid mag een ambtenaar van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid aanduiden die uitgenodigd wordt op de vergaderingen van het Beheerscomité van de sectorale fondsen gecreëerd volgens het voorgaande lid. Deze ambtenaar kan aan de ministers, bedoeld in voorgaand lid, de dossiers ter beslissing voorleggen die ter onderzoek werden voorgelegd aan het voornoemde Beheerscomité, wanneer dit laatste geen beslissing kan nemen omdat de vereiste meerderheid niet werd bereikt. ".
Art.4. In artikel 3, § 5, eerste lid van voornoemd koninklijk besluit wordt het woord " forfaitair " geschrapt.
Art.5. In artikel 3 van voornoemd koninklijk besluit vormen de leden 4, 5 en 6 een § 5bis.
Art.6. Artikel 3, § 6 wordt met het volgend lid aangevuld :
" De inlichtingen aangevraagd bij de werkgevers of groeperingen van werkgevers moeten de bepalingen van artikel 11 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid naleven. ".
Art.7. In artikel 3, § 7, eerste lid van voornoemd koninklijk besluit wordt het woord " forfaitair " geschrapt.
Art.8. In artikel 4, § 1, eerste lid, eerste zin van het voornoemd koninklijk besluit worden de woorden " artikel 1, 1° " door de woorden " artikel 1, 2°, a) en b) " vervangen en worden de woorden " artikel 1, 2° " vervangen door de woorden " artikel 1, 2°, c) ".
Art.9. Artikel 4, § 1, vijfde lid, van voornoemd koninklijk besluit wordt door de volgende bepaling aangevuld :
" Indien het sectoraal Fonds deel uitmaakt van een vereniging van sectorale fondsen van de privé non-profit sector, kunnen de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en de Minister van Sociale Zaken beslissen dat het personeel door de vereniging wordt aangeworven. ".
Art.10. In artikel 4 van voornoemd koninklijk besluit, wordt een § 1bis ingevoegd luidend als volgt :
" In afwijking op de bepalingen van § 1 van dit artikel moet de werkgever geen vermeerdering van het totaal aantal werknemers bewijzen ten belope van het aantal deeltijdse werkgevers ten gunste van welke hij, in uitvoering van artikel 153 van de programmawet van 22 december 1989 of van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, de voorrang toegepast heeft om een voltijdse tewerkstelling of een andere deeltijdse tewerkstelling te bekomen. ".
Art.11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999, met uitzondering van artikel 8 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1998.
Art. 12. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA