Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

4 JUNI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-06-1999 en tekstbijwerking tot 06-10-1999)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of de begeleiding van dit vervoer.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Werken andere dan vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of dan de begeleiding van dit vervoer.
Art. 6-9
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 10, 10bis, 11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994012299 



Uitvoeringsbesluit(en):

1999012563 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsondernemingen.

HOOFDSTUK II. - Vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of de begeleiding van dit vervoer.
Art.2. Dit hoofdstuk is van toepassing op werklieden, bedoeld in artikel 1, die worden tewerkgesteld aan het vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of die het vervoer ervan begeleiden.

Art.3. Voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur wordt niet beschouwd als tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, de tijd welke de werkman besteedt aan het nuttigen van de maaltijden, ten belope van maximaal 5 uur per week.

Art.4. De bepalingen van artikel 3 zijn slechts van toepassing inzover de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de in artikel 3 vermelde periodes, niet hoger ligt dan 11 uur per dag of 42 uur per week.

Art.5. De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of een lagere grens vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een week, of een andere periode vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegde Paritair Comité, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.

HOOFDSTUK III. - Werken andere dan vervoer van waarden of daarmee gelijkgestelde documenten of dan de begeleiding van dit vervoer.
Art.6. Dit hoofdstuk is van toepassing op de werklieden, bedoeld in artikel 1, tewerkgesteld aan werken andere dan die bedoeld in Hoofdstuk 2 van dit besluit.

Art.7. Inzover de totale aanwezigheidsduur van de werkman 11 uur per dag of 50 uur per week overschrijdt, wordt voor de vaststelling van de toegelaten arbeidsduur niet beschouwd als tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, de tijd besteed aan :
  1° voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 6 uur en 20 uur, de schafttijd, ten belope van een half uur per volledige periode van vier uren;
  2° voor wat betreft de arbeidsprestaties verricht tussen 20 uur en 6 uur, de rustperiode ten belope van 4 uren en voor zover deze rust wordt genomen in een plaats die daartoe behoorlijk is ingericht.
  Onder plaats die behoorlijk is ingericht wordt verstaan, het lokaal dat ter beschikking wordt gesteld van de werkman, beschut tegen slechte weersomstandigheden, verwarmd, verlicht en bemeubeld met een tafel, een stoel en een kast.
  De rustperiode in de zin van deze bepaling kan door de werkman worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen, of zich te onttrekken aan de taken van de dienst.

Art.8. De bepalingen van artikel 7 zijn slechts van toepassing inzoverre de totale aanwezigheidsduur, met inbegrip van de in artikel 7 vermelde periodes, niet hoger ligt dan 12 uur per dag of 60 uur per week.

Art.9. De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of een lagere grens vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een trimester, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.10. Het koninklijk besluit van 28 april 1994 betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 1996.

Art. 10bis. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996. <Ingevoegd bij KB 1999-07-23/33, art. 1, Inwerkingtreding : 16-10-1999>

Art. 11. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 4 juni 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET