20 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 26bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.
Art. 1-4
Artikel 1. De Directeur-generaal van de Studiedienst van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt aangewezen om een exemplaar in ontvangst te nemen van de processen-verbaal bedoeld in artikel 26bis, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.
Diezelfde ambtenaar, of wanneer deze verhinderd is, de ambtenaar, titularis van een graad van ten minste rang 15, die hem vervangt, wordt aangewezen voor het opleggen van de compensatoire vergoeding voor de tewerkstelling van jongeren, bedoeld in artikel 26 van voormeld koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983.
Art.2. Deze compensatoire vergoeding moet betaald worden binnen een termijn van drie maanden die een aanvang neemt de dag van de kennisgeving van de beslissing waarbij de compensatoire vergoeding wordt opgelegd.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 april 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET