1 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van siervoorwerpen, scherts- en fopartikelen, sierlampen en andere producten die vloeibare stoffen of preparaten bevatten.
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De stoffen die vermeld worden in de bijlage bij dit besluit mogen niet als zodanig of in de vorm van preparaten worden gebruikt :
- in siervoorwerpen bestemd om licht- of kleureffecten te verkrijgen door verschillende fasen, bijvoorbeeld in sfeerlampen en asbakken;
- in scherts- en fopartikelen;
- in spelen voor een of meer personen of in alle voorwerpen die bestemd zijn om als zodanig te worden gebruikt, zelfs als deze fungeren als siervoorwerp;
- in producten die voor kinderen aantrekkelijk kunnen zijn.
Art.2. Onverminderd artikel 1 mogen stoffen en preparaten die :
- gevaarlijk zijn bij inademing en met R65 worden gekenmerkt; en,
- als brandstof in sierlampen kunnen worden gebruikt; en,
- in een verpakking met een capaciteit van 15 liter of minder op de markt worden gebracht,
geen kleurstof, tenzij dat om fiscale redenen vereist is, noch geurstof bevatten.
Art.3. Onverminderd de toepassing van andere reglementaire bepalingen inzake indeling, verpakking en etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten moet op de verpakking van stoffen en preparaten als bedoeld in artikel 2 en die ervoor bestemd zijn om in lampen te worden gebruikt, leesbaar en onuitwisbaar het volgende staan :
"Lampen die met deze vloeistof zijn gevuld buiten het bereik van kinderen houden".
Deze vermelding moet minstens gesteld zijn in de taal of de talen van het gebied waar het product op de markt wordt gebracht.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 1998.
Art.5. Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 februari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
E. DI RUPO
BIJLAGE.
Art. N. Stoffen. De in artikel 1 bedoelde stoffen zijn vloeibare stoffen of preparaten die als gevaarlijk worden beschouwd in de zin van de definities in artikel 1, § 4 en de criteria in bijlage VI, delen 2, 3 en 4 van het koninklijk besluit van 13 november 1997, dat het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 februari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
E. DI RUPO