25 MAART 1999. - Wet betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-05-1999 en tekstbijwerking tot 28-04-2001)
Art. 1
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 2-4
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 5-8
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 15 juni 1935 houdende het gebruik der talen in gerechtszaken.
Art. 9-11
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken.
Art. 12-13
HOOFDSTUK V. - Wijziging van de wet van 20 juli 1971 tot vaststelling van de personeelsformatie van de vredegerechten.
Art. 14
HOOFDSTUK VI. - Opheffingsbepaling.
Art. 15
HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art. 16-18, 18bis
Afdeling 2. - Bevoegdheid.
Art. 19-21
Afdeling 3. - Magistraten.
Art. 22
Afdeling 4. - Griffiers en griffiepersoneel.
Art. 23-24
Afdeling 5. - Notarissen - Gerechtsdeurwaarders.
Art. 25
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
Art. 26
1935061501 1967101058 1970071602 1971072002 1972120610 1976070613
1999009609 2001009391 2001009555 2001010014 2001010052 2001010089 2002010099 2003000089 2003009931 2004009673 2005009595 2005010008 2007009084 2007009917 2008009886 2011009276 2011009279