5 MEI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop.
Art. 1-6
Artikel 1. In het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop werd een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidend als volgt :
" HOOFDSTUK IIIbis. - Vaststelling van de zekerheid. ".
" Art. 5bis. § 1. Indien de erkend entrepothouder of de persoon die deze vergunning heeft aangevraagd voor het verwerven van de hoedanigheid van erkend entrepothouder zich in de situatie bevindt omschreven in artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, mag de directeur de zekerheid, voorzien in artikel 13, 1°, van dezelfde wet, op 50 pct.. brengen of vaststellen van de accijns met betrekking tot de producten die worden geproduceerd, verwerkt of voorhanden zijn in het belastingentrepot.
§ 2. Het bedrag van 50 pct. bedoeld in paragraaf 1 wordt behouden voor een proefperiode van één jaar te rekenen vanaf de dag van aanvaarding van deze zekerheid door de ontvanger.
§ 3. Indien tijdens deze proefperiode geen onregelmatigheden of overtredingen van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 meer worden vastgesteld, mag de directeur het bedrag van de zekerheid terugbrengen tot het niveau voorzien bij artikel 13, 1°, van de wet.
§ 4. Indien tijdens deze proefperiode een onregelmatigheid of overtreding van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 wordt vastgesteld, kan de directeur het bedrag van de zekerheid verhogen tot 100 pct. van de in het spel zijnde accijnzen.
In dit geval kan het terugbrengen door de directeur van het bedrag van de zekerheid tot het niveau voorzien bij artikel 13, § 1, van de wet, slechts plaatsvinden na een proefperiode van twee jaar met ingang van de datum van aanvaarding van de zekerheid door de ontvanger zoals die werd vastgesteld in de eerste alinea, en voor zover er geen overtredingen of onregelmatigheden van dezelfde aard als deze voorzien in paragraaf 1 werden vastgesteld.
§ 5. Elk supplement van zekerheid moet binnen de tien dagen van de kennisgeving aan de erkend entrepothouder van de beslissing van de directeur, worden gedeponeerd. ".
Art.2. In artikel 6, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, worden de woorden " 11 februari 1991 " vervangen door de woorden " 22 juli 1998 ".
Art.3. In artikel 15, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, worden de woorden " bijlage XVII " en " 11 februari 1991 " vervangen door respectievelijk " bijlage XI " en " 22 juli 1998 ".
Art.4. Artikel 22, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, wordt aangevuld als volgt :
" Bovendien kan de directeur-generaal voorzien dat, voor de accijnsproducten die hij aanduidt, een kopie van het exemplaar A, per communicatiemiddel of communicatiemiddelen die hij bepaalt, moet worden toegezonden aan het door hem aangeduide kantoor, ten laatste een uur vóór de verzending. ".
Art.5. In datzelfde artikel 22 van hetzelfde ministerieel besluit, wordt een paragraaf 4 toegevoegd die luidt als volgt :
" § 4. Bij ontvangst hier te lande van producten onderworpen aan accijns, die verzonden werden onder dekking van een geleidedocument, kan de directeur-generaal voorzien dat, voor de accijnsproducten die hij aanduidt, op het ogenblik van hun ontvangst, een kopie van het exemplaar 4 van genoemd geleidedocument, per communicatiemiddel of communicatiemiddelen die hij bepaalt, moet worden toegezonden aan het door hem aangeduide kantoor. In dit geval moeten de ontvangen producten, een uur te rekenen vanaf het versturen van genoemd exemplaar 4, ter beschikking blijven van de ambtenaren. ".
Art. 6. Dit besluit treedt in werking tien dagen na zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 5 mei 1999.
J.-J. VISEUR