Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 JANUARI 1999. - Wet tot opheffing van de regels voor het afronden van de heffingsgrondslag inzake met het zegel gelijkgestelde taksen, registratierechten en successierechten.



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1927030201  1936033102  1939113002 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 124 van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, gewijzigd bij de wetten van 4 december 1990 en 24 december 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Op elk van de verrichtingen waarop overeenkomstig artikel 122 afzonderlijke taks wordt geheven, mag geen taks worden geheven ten belope van een bedrag van meer dan 10 000 frank, behalve wat betreft de verrichtingen waarvoor een tarief bepaald in artikel 121, § 1, derde en vierde lid, en § 2, eerste lid, geldt, voor welke verrichtingen dat bedrag op 15 000 frank wordt gebracht.".

Art.3. In hetzelfde Wetboek worden opgeheven :
  1° artikel 161, vierde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1996;
  2° artikel 1761, tweede lid, gewijzigd bij besluit nr. 63 van 28 november 1939 en bij de wet van 13 augustus 1947;
  3° artikel 183quater, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 7 december 1988;
  4° artikel 183quater decies, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 28 juli 1992;
  5° artikel 186, § 3, opnieuw ingevoegd bij de wet van 28 december 1992.

Art.4. In artikel 166 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt opgeheven;
  2° in het tweede lid, worden de woorden ", afgerond zoals bepaald in voorgaande alinea", opgeheven;
  3° het derde lid wordt vervangen door het volgende lid :
  "Het bedrag van het vereffende recht wordt, desvoorkomend, tot de hogere frank afgerond.".

Art.5. Artikel 264 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling : "Het bedrag van het vereffende recht wordt, desvoorkomend, tot de hogere frank afgerond.
  Het in te vorderen recht mag niet minder dan 200 frank bedragen.".

Art.6. Artikel 62, eerste lid, van het Wetboek der successierechten, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Het bedrag der verevende rechten wordt, desvoorkomend, tot de hogere frank afgerond.".

Art.7. Artikel 63 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt opgeheven.

Art.8. In artikel 82 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt opgeheven;
  2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid :
  "Voor de berekening van de interest wordt iedere maand voor dertig dagen aangerekend.".

Art.9. Artikel 152, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 9 van 3 juli 1939 en bij de wet van 22 december 1989, wordt opgeheven.

Art.10. In artikel 161quater, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993, worden het vierde en het vijfde lid vervangen door het volgende lid :
  "Voor de berekening van de interest wordt elke fractie van een maand gerekend als een volle maand.".

Art. 11. Deze wet treedt in werking op 1 januari 1999.
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 20 januari 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  J.-J. VISEUR
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  T. VAN PARYS