7 JULI 1998. - Decreet houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-08-1998 en tekstbijwerking tot 01-12-2022)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1, 1bis, 2, 2bis
HOOFDSTUK II. - De Vlaamse ombudsman.
Afdeling 1. - Opdracht.
Art. 3
Afdeling 2. - Benoeming.
Art. 4-5
Afdeling 3. - Onverenigbaarheden.
Art. 6
Afdeling 4. - Einde van het mandaat.
Art. 7, 7bis
Afdeling 5. - Ambtelijk statuut.
Art. 8-10
Afdeling 6. - Geldelijk statuut.
Art. 11, 11bis
HOOFDSTUK III. [1 - Het onderzoek van de klachten en meldingen als bedoeld in artikel 3, § 1 en § 2.]1
Art. 12, 12bis, 13-17, 17bis
HOOFDSTUK IIIbis.
Afdeling 1.
Art. 17ter
Afdeling 2.
Art. 17quater, 17quinquies
HOOFDSTUK IV. - Verslaggeving aan het Vlaams Parlement.
Art. 18-19
HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen.
Art. 20, 20bis, 21-22, 22bis, 22ter, 22quater, 22quinquies, 22sexies, 22septies, 23
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Art.1bis.
<Opgeheven bij DVR 2022-10-28/04, art. 45, 011; Inwerkingtreding : 15-03-2023>
Art.2. Er bestaat bij het Vlaams Parlement een Vlaams ombudsman voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, hierna Vlaams ombudsman te noemen.
Indien dit ambt wordt uitgeoefend door een vrouw, kan zij Vlaamse ombudsvrouw genoemd worden.
Art. 2bis.<ingevoegd bij DVR 2006-06-23/43, art. 2; Inwerkingtreding : 01-03-2006> Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° bestuursinstantie :
a) een rechtspersoon die is opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, decreet of ordonnantie;
b) een natuurlijke persoon. een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen die in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door a);
c) een natuurlijke persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of een groepering van rechtspersonen, voor zover zij door een bestuursinstantie in de zin van a) zijn belast met de uitoefening van een taak van algemeen belang of voor zover zij een taak van algemeen belang behartigen en beslissingen nemen die derden binden.
Het Vlaams Parlement en zijn diensten en instellingen vallen buiten deze definitie. De uitvoerende macht valt er eveneens buiten voor zover die optreedt in een rechterlijke hoedanigheid;
2° bestuursinstantie van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest : elk ministerie, departement of verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse administratie, een Vlaamse wetenschappelijke instelling of een Vlaamse openbare instelling. Als Vlaamse openbare instelling wordt beschouwd elke publiekrechtelijke rechtspersoon die werd opgericht bij of krachtens een wet of decreet, en die ressorteert onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest.
[1 3° [2 ...]2]1
[1 4° [2 ...]2]1
[3 5° Bestuursdecreet: het Bestuursdecreet van 7 december 2018.]3
----------
(1)<DVR 2015-07-17/53, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-08-2015>
(2)<DVR 2022-10-28/04, art. 46, 011; Inwerkingtreding : 15-03-2023>
(3)<DVR 2022-11-18/05, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 11-12-2022>
HOOFDSTUK II. - De Vlaamse ombudsman.
Afdeling 1. - Opdracht.
Art.3.§ 1. (De Vlaamse ombudsman heeft als opdracht :
1° klachten te onderzoeken over de handelingen en de werking van de bestuursinstanties van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en daarbij bemiddelend op te treden;
2° door te verwijzen naar andere bevoegde instanties, voorzover het geen klacht betreft;
3° op basis van de bevindingen die worden gedaan bij de uitvoering van de opdrachten bedoeld in 1° en § 2, voorstellen en aanbevelingen te formuleren om de dienstverlening van de bestuursinstanties van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest te verbeteren en verslag uit te brengen overeenkomstig de artikelen 16, § 2, en 18;
4° de overtredingen van de deontologische code door de Vlaamse volksvertegenwoordigers die hem ter kennis worden gebracht, te melden aan de voorzitter van het Vlaams Parlement.
De behandeling van klachten over het algemeen beleid of over de decreten, besluiten en reglementen behoort niet tot zijn opdracht.
De Vlaamse ombudsman kan zijn bevoegdheid eveneens uitoefenen ten aanzien van andere bestuursinstanties, telkens wanneer hun door decreten of reglementen taken worden toevertrouwd die tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behoren, ongeacht of dat gebeurt door middel van deconcentratie of decentralisatie van bevoegdheden.) <DVR 2006-06-23/43, art. 4, 1°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
(§ 2. [3 De Vlaamse Ombudsdienst heeft ingevolge artikel III.60/4, § 1 en § 3, van het Bestuursdecreet tevens als opdracht meldingen te onderzoeken van externen en personeelsleden van de overheidsinstanties over inbreuken die deze overheidsinstanties begaan.
Dit kan na melding conform artikel III.60/3, § 1 en § 2, of artikel III.60/3, § 3, van het Bestuursdecreet ofwel rechtstreeks, als zij menen dat de inbreuk bij interne melding niet doeltreffend kan behandeld worden of dat er een risico op represailles bestaat.]3
[1 § 3. [2 ...]2]1
----------
(1)<DVR 2015-07-17/53, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 31-08-2015>
(2)<DVR 2022-10-28/04, art. 47, 011; Inwerkingtreding : 15-03-2023>
(3)<DVR 2022-11-18/05, art. 4, 012; Inwerkingtreding : 11-12-2022>
Afdeling 2. - Benoeming.
Art.4.<DVR 2005-07-15/52, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005> § 1. Het Vlaams Parlement benoemt de Vlaamse ombudsman na een openbare oproep tot kandidaatstelling en op basis van een vergelijkende selectie, voor een termijn van zes jaar. [1 Het Vlaams Parlement of een door het parlement aangewezen parlementair orgaan stelt de selectievoorwaarden en de selectieprocedure vast.]1 De selectie wordt uitgevoerd door of in opdracht van het Vlaams Parlement.
Een persoon kan maximaal gedurende twee termijnen, al dan niet aaneensluitend, het ambt van Vlaams ombudsman bekleden.
§ 2. De Vlaamse ombudsman moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° Belg zijn;
2° van onberispelijk gedrag zijn;
3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
4° houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot een ambt van [1 klasse III]1 bij de diensten van het Vlaams Parlement;
5° drie jaar voor de oproep tot kandidaatstelling geen bij verkiezing verleend openbaar mandaat hebben vervuld. Voor de toepassing van deze bepaling wordt met een bij verkiezing verleend openbaar mandaat gelijkgesteld : het ambt van buiten de gemeenteraad benoemde burgemeester, een mandaat van bestuurder in een instelling van openbaar nut, het ambt van regeringscommissaris, het ambt van gouverneur, adjunct-gouverneur of vice-gouverneur, het ambt van federaal minister, gemeenschaps- of gewestminister, het ambt van staatssecretaris of gewestelijk staatssecretaris of een politiek mandaat bij de Europese Unie;
6° ten minste vijf jaar nuttige beroepservaring hebben, hetzij op juridisch, administratief of sociaal gebied, hetzij op een ander gebied dat dienstig is voor de uitoefening van het ambt.
§ 3. Bij de eerste benoeming doorloopt de Vlaamse ombudsman een proefperiode van 1 jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de betrokkene het ambt effectief opneemt.
Uiterlijk vijfenveertig dagen voor het verstrijken van die proefperiode evalueert het Vlaams Parlement [1 of een door het parlement aangewezen parlementair orgaan]1 de Vlaamse ombudsman. Bij ontstentenis van een evaluatie op dat ogenblik wordt de evaluatie geacht gunstig te zijn.
§ 4. Uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van het mandaat evalueert het Vlaams Parlement de Vlaamse ombudsman.
Indien de Vlaamse ombudsman gunstig geëvalueerd wordt, wordt zijn mandaat van rechtswege eenmaal verlengd met een nieuwe termijn van zes jaar.
Bij ontstentenis van een evaluatie negentig dagen voor het verstrijken van het mandaat, wordt de evaluatie geacht gunstig te zijn.
[1 § 5. Het Vlaams Parlement of een door het parlement aangewezen parlementair orgaan stelt de procedure voor de evaluaties, vermeld in paragraaf 3 en 4, vast.]1
----------
(1)<DVR 2020-05-08/04, art. 12, 010; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
Art.5. (Alvorens in dienst te treden legt de ombudsman) in handen van de voorzitter van het Vlaams Parlement de volgende eed af : "Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk.". <DVR 2005-07-15/52, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005>
Afdeling 3. - Onverenigbaarheden.
Art.6. <DVR 2005-07-15/52, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005> Het ambt van Vlaamse ombudsman is onverenigbaar met een bij verkiezing verleend openbaar mandaat of een overeenkomstig artikel 4, § 2, 5°, daarmee gelijkgesteld mandaat of ambt, en met een openbaar ambt of enige andere functie of activiteit, waardoor de waardigheid van het ambt of de goede, onafhankelijke en onpartijdige uitoefening van het ambt in het gedrang kan komen.
Afdeling 4. - Einde van het mandaat.
Art.7.<DVR 2005-07-15/52, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005> Het mandaat van de Vlaamse ombudsman eindigt van rechtswege :
1° [1 door kennisgeving van een ongunstige evaluatie van de proefperiode aan de Vlaamse ombudsman;]1
2° na een ongunstige evaluatie van het mandaat, bij het verstrijken van het mandaat;
3° wanneer hij definitief arbeidsongeschikt wordt verklaard ingevolge de toepassing van artikel 11, tweede lid.
Het Vlaams Parlement beëindigt het mandaat van de Vlaamse ombudsman :
1° op zijn verzoek;
2° wanneer hij de regels inzake onverenigbaarheden, zoals bedoeld in artikel 6, niet naleeft;
3° wanneer hij niet langer voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, § 2, 1° en 3°.
Het Vlaams Parlement kan het mandaat van de Vlaamse ombudsman beëindigen :
1° mits akkoord van de betrokkene;
2° [1 op het moment dat hij de wettelijke pensioenleeftijd van een personeelslid van het Vlaams Parlement bereikt;]1
3° om ernstige redenen.
[1 De kennisgeving van de ongunstige evaluatie, vermeld in het eerste lid, 1°, gebeurt met een ter post aangetekende brief en heeft uitwerking op de derde werkdag na de datum van verzending. Onder werkdag wordt elke dag van de week verstaan, behalve zaterdag, zondag en wettelijke en decretale feestdagen. De Vlaamse ombudsman behoudt tot het einde van de proefperiode, vermeld in artikel 47, § 3, eerste lid, de vergoedingen en voordelen vermeld in artikel 11, eerste lid.]1
----------
(1)<DVR 2020-05-08/04, art. 13, 010; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
Art. 7bis.<Ingevoegd bij DVR 2005-07-15/52, art. 6; Inwerkingtreding : 19-09-2005> [1 Bij het openvallen van het ambt van Vlaams ombudsman wordt de selectieprocedure met het oog op de benoeming van een nieuwe Vlaamse ombudsman zo spoedig mogelijk opgestart.]1
Wanneer het mandaat van de Vlaamse ombudsman verstrijkt, en er is nog geen opvolger benoemd, of de opvolger heeft zijn ambt nog niet effectief opgenomen, dan blijft de Vlaamse ombudsman zijn ambt uitoefenen tot de opvolger zijn ambt effectief opneemt, in voorkomend geval in afwijking van artikel 4, § 1, tweede lid.
In de gevallen, bedoeld in artikel 7, of in geval van overlijden van de Vlaamse ombudsman, kan het Vlaams Parlement één van de personeelsleden van de Vlaamse ombudsdienst die beantwoordt aan de voorwaarden, bepaald in artikel 4, § 2, 1°, 2°, 3° en 4°, tot Vlaams ombudsman ad interim aanwijzen, na vergelijking van de titels en de verdiensten van de kandidaten. Die regeling geldt ook ingeval de Vlaamse ombudsman wegens ziekte gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden afwezig is of wanneer vaststaat dat hij wegens ziekte gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden afwezig zal zijn.
----------
(1)<DVR 2020-05-08/04, art. 14, 010; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
Afdeling 5. - Ambtelijk statuut.
Art.8. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid is de Vlaamse ombudsman volledig onafhankelijk en neutraal en kan hij van geen enkele overheid instructies of bevelen ontvangen.
(Het mandaat van de Vlaamse ombudsman kan niet beëindigd worden wegens meningen geuit of daden gesteld in de normale uitoefening van zijn ambt.) <DVR 2005-07-15/52, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005>
Art.9. De Vlaamse ombudsman, de personeelsleden van de ombudsdienst en de deskundigen bedoeld in artikel 15, § 3, moeten hetgeen hun tijdens de uitoefening van hun functie vertrouwelijk wordt meegedeeld, geheimhouden.
Art.10. Indien hij een belangrijke tekortkoming vaststelt bij de uitoefening van zijn functie die tot een tuchtsanctie kan leiden, brengt hij die ter kennis van de bevoegde (bestuursinstantie). <DVR 2006-06-23/43, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Afdeling 6. - Geldelijk statuut.
Art.11.<DVR 2005-07-15/52, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005> De Vlaamse ombudsman ontvangt het salaris, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de sociale voordelen van een statutair personeelslid van [1 klasse V]1 van het Vlaams Parlement.
Wanneer de Vlaamse ombudsman wegens ziekte of gebrekkigheid niet meer in staat is zijn ambt te vervullen, en hij de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt heeft, stelt het Vlaams Parlement aan de Administratieve Gezondheidsdienst voor om de ombudsman definitief arbeidsongeschikt te verklaren.
----------
(1)<DVR 2020-05-08/04, art. 15, 010; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
Art. 11bis. <Ingevoegd bij DVR 2005-07-15/52, art. 9; Inwerkingtreding : 19-09-2005> De Vlaamse ombudsman ad interim, zoals bedoeld in artikel 7bis, derde lid, geniet voor de duur van zijn aanstelling een toelage die gelijk is aan het verschil tussen het salaris van de Vlaamse ombudsman en zijn salaris als personeelslid van de Vlaamse ombudsdienst. Die tijdelijke toelage komt niet in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage.
HOOFDSTUK III. [1 - Het onderzoek van de klachten en meldingen als bedoeld in artikel 3, § 1 en § 2.]1
----------
(1)
Art.12. § 1. Ieder natuurlijk persoon of rechtspersoon kan schriftelijk of mondeling bij de Vlaamse ombudsman een klacht indienen over de handelingen of de werking van een (bestuursinstantie als bedoeld in artikel 2bis). De belanghebbende moet vooraf contact zoeken met die overheid om genoegdoening te krijgen. <DVR 2006-06-23/43, art. 5, 1°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
§ 2. Indien de klacht betrekking heeft op een (andere bestuursinstantie dan de bestuursinstantie, bedoeld in artikel 2bis), meldt de Vlaamse ombudsman onverwijld aan de klager dat hij onbevoegd is om de klacht te behandelen, en deelt hem mee welke (bestuursinstantie) of dienst volgens hem bevoegd is. <DVR 2006-06-23/43, art. 5, 2°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Art. 12bis.[1 Personeelsleden van de overheidsinstanties en externen kunnen schriftelijk of mondeling bij de Vlaamse Ombudsdienst, in zijn hoedanigheid van meldingskanaal, inbreuken of informatie over inbreuken, begaan door deze overheidsinstanties, als vermeld en onder de voorwaarden van artikel 3, § 2, melden.
Deze meldingen kunnen anoniem gebeuren. De Vlaamse Ombudsdienst zendt een ontvangstmelding aan de melder binnen de zeven dagen nadat hij de melding heeft ontvangen, tenzij de melder zich uitdrukkelijk verzet tegen die ontvangstmelding of het krijgen van die ontvangstmelding de bescherming van de identiteit van de melder in gevaar brengt.
De Vlaamse Ombudsdienst kan bij meldingen beslissen om de melding niet in behandeling te nemen indien de inbreuk van geringe betekenis is of indien de melding betrekking heeft op feiten die in een eerdere melding van de melder al zijn behandeld en de nieuwe melding geen nieuwe informatie van betekenis bevat.
In de gevallen, vermeld in het derde lid, stuurt de Vlaamse Ombudsdienst de melder binnen zeven dagen nadat hij de melding heeft ontvangen, de beslissing om de melding niet in behandeling te nemen en een motivering voor deze beslissing.]1
----------
(1)<DVR 2022-11-18/05, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 11-12-2022>
Art.13.§ 1. De Vlaamse ombudsman neemt een klacht niet in behandeling wanneer de klacht betrekking heeft op feiten die zich meer dan een jaar vóór het indienen van de klacht hebben voorgedaan. Indien over de zaak een administratief of gerechtelijk beroep werd ingesteld, dan wordt in die termijn van één jaar de duur van de procedure niet meegerekend.
§ 2. De Vlaamse ombudsman neemt een klacht niet in behandeling wanneer :
1° de identiteit van de klager niet bekend is;
2° de klager kennelijk geen enkele poging heeft gedaan om van de betrokken (bestuursinstantie) genoegdoening te krijgen; <DVR 2006-06-23/43, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
3° de klacht kennelijk ongegrond is;
4° [1 ...]1
5° de klacht betrekking heeft op feiten die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijke procedure.
§ 3. Het onderzoek van een klacht wordt opgeschort wanneer omtrent de feiten een beroep bij een rechtscollege of een georganiseerd beroep werd ingesteld.
De (bestuursinstantie) stelt de Vlaamse ombudsman in kennis van het ingestelde beroep en van het gevolg dat eraan gegeven wordt. <DVR 2006-06-23/43, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Als een beroep is ingesteld, brengt de Vlaamse ombudsman de klager onverwijld op de hoogte van de opschorting van de behandeling van zijn klacht.
De indiening en het onderzoek van een klacht schorsen noch stuiten de termijnen voor het indienen van een administratief beroep, dat georganiseerd is op grond van de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest.
(§ 4. [2 De Vlaamse Ombudsdienst onderzoekt de melding van een inbreuk als vermeld in artikel 3, § 2. Indien hij na een preliminair onderzoek meent dat de melding ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is, vervolgt hij het onderzoek. In het andere geval deelt hij aan de melder schriftelijk mee waarom hij de zaak onontvankelijk of kennelijk ongegrond acht.
Bij een ontvankelijke melding brengt de Vlaamse Ombudsdienst verslag uit aan de melder binnen een termijn van drie maanden. De Vlaamse Ombudsdienst kan deze termijn van drie maanden verlengen tot maximaal zes maanden. In dat geval informeert de Vlaamse Ombudsdienst de melder en de betrokken overheid schriftelijk over de verlenging van de termijn en de reden daarvoor, voor de voormelde termijn van drie maanden verstreken is. De Vlaamse Ombudsdienst brengt de melder op de hoogte van het eindresultaat van de onderzoeken.
De Vlaamse Ombudsdienst behandelt in zijn hoedanigheid van meldingskanaal de meldingen in overeenstemming met de regels vastgelegd in artikel III.60/6 tot en met III.60/11 van het Bestuursdecreet.]2
----------
(1)<DVR 2012-11-09/06, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 17-12-2012>
(2)<DVR 2022-11-18/05, art. 6, 012; Inwerkingtreding : 11-12-2022>
Art.14. De Vlaamse ombudsman deelt de klager onverwijld schriftelijk mee of hij de klacht al dan niet behandelt. De weigering om een klacht te behandelen wordt gemotiveerd.
De ombudsman stelt de (bestuursinstantie) in kennis van de klacht die hij wil onderzoeken. <DVR 2006-06-23/43, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Art.15.§ 1. De Vlaamse ombudsman kan de (bestuursinstantie) waaraan of de ambtenaren aan wie hij in het kader van zijn opdracht vragen richt, een dwingende termijn opleggen voor het beantwoorden van die vragen. <DVR 2006-06-23/43, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
§ 2. De Vlaamse ombudsman kan bij het onderzoek van een klacht [1 of een melding van informatie over inbreuken als vermeld in artikel 3, § 2]1 ter plaatse de nodige vaststellingen doen en de overlegging vragen van alle stukken en inlichtingen die hij dienstig acht voor de behandeling van de klacht.
De Vlaamse ombudsman kan ter plaatse bij de betrokken (bestuursinstantie) alle nodige informatie inwinnen en kan de betrokkenen horen. <DVR 2006-06-23/43, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
De in het voorgaande lid genoemde personen zijn ten aanzien van de ombudsman ontheven van hun plicht tot geheimhouding in verband met feiten waarvan zij kennis hebben en gegevens waarover zij beschikken door hun staat of beroep.
§ 3. De Vlaamse ombudsman kan zich laten bijstaan door deskundigen.
----------
(1)<DVR 2022-11-18/05, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 11-12-2022>
Art.16. § 1. De Vlaamse ombudsman treedt bemiddelend op. Hij tracht de standpunten van de klager en (bestuursinstantie) te verzoenen. <DVR 2006-06-23/43, art. 10, 1°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
§ 2. Hij kan aan de (bestuursinstantie) aanbevelingen doen om herhaling van de feiten die aanleiding gaven tot de klacht te voorkomen. <DVR 2006-06-23/43, art. 10, 2°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Indien de Vlaamse ombudsman niet akkoord kan gaan met de uiteindelijke beslissing van de (bestuursinstantie), kan hij hierover verslag uitbrengen bij de functioneel bevoegde Vlaamse minister. <DVR 2006-06-23/43, art. 10, 2°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
(De functioneel bevoegde Vlaamse minister stelt binnen veertig dagen na ontvangst van dit verslag een grondig gemotiveerde nota op, waarin hij de redenen omstandig uiteenzet waarom aan de gegrond verklaarde klacht niet het gevolg kan worden gegeven dat werd voorgesteld door de Vlaamse ombudsman.
De Vlaamse ombudsman bezorgt de grondig gemotiveerde nota - met weglating van de identiteit van de klager en van de personeelsleden van de (bestuursinstanties) - aan het Vlaams Parlement.) <DVR 2005-12-09/38, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006> <DVR 2006-06-23/43, art. 10, 2°, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Art.17. De klager wordt door de diensten van de Vlaamse ombudsman geregeld geïnformeerd over het verloop van het onderzoek van zijn klacht en over het uiteindelijke gevolg dat eraan wordt gegeven.
Art. 17bis.[1 Het personeelslid dat [2 informatie over inbreuken]2 meldt zoals bedoeld in artikel 3, § 2, wordt op zijn verzoek onder de bescherming geplaatst van de Vlaamse ombudsman.
Hiertoe werkt de Vlaamse Regering een protocol uit met de Vlaamse ombudsdienst. Dit protocol omvat, naast de duur van de beschermingsperiode, minimaal als beschermingsmaatregelen de schorsing van tuchtprocedures, een regeling inzake het toewijzen van de bewijslast en de mogelijkheid van een vrijwillige herplaatsing van het personeelslid.
De Vlaamse Regering neemt in haar regelingen betreffende de rechtspositie van het personeel bepalingen op ter implementatie van het protocol.]1
----------
(1)<DVR 2012-11-09/06, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 17-12-2012>
(2)<DVR 2022-11-18/05, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 11-12-2022>
HOOFDSTUK IIIbis.
Afdeling 1.
Art.17ter.
<Opgeheven bij DVR 2022-10-28/04, art. 48, 011; Inwerkingtreding : 15-03-2023>
Afdeling 2.
Art.17quater.
<Opgeheven bij DVR 2022-10-28/04, art. 48, 011; Inwerkingtreding : 15-03-2023>
Art.17quinquies.
<Opgeheven bij DVR 2022-10-28/04, art. 48, 011; Inwerkingtreding : 15-03-2023>
HOOFDSTUK IV. - Verslaggeving aan het Vlaams Parlement.
Art.18. De Vlaamse ombudsman brengt ten minste éénmaal per jaar vóór 30 juni schriftelijk verslag uit bij het Vlaams Parlement over zijn werkzaamheden. Dat verslag bevat de aanbevelingen die de ombudsman nuttig acht en vermeldt de eventuele moeilijkheden die hij bij de uitoefening van zijn opdracht ondervindt.
De identiteit van klagers en van personeelsleden van de (bestuursinstanties) mag niet in het verslag worden vermeld. <DVR 2006-06-23/43, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Het verslag van de Vlaamse ombudsman wordt door het Vlaams Parlement openbaar gemaakt.
Art.19. De Vlaamse ombudsman kan al dan niet op eigen verzoek te allen tijde door het Vlaams Parlement worden gehoord.
HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen.
Art.20. <DVR 2005-07-15/52, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2005> Het Vlaams Parlement keurt jaarlijks op voorstel van de ombudsman de begroting en de rekeningen van de Vlaamse ombudsdienst goed.
Art. 20bis. [1 De Vlaamse ombudsdienst is onderworpen aan een interne audit waarvan de modaliteiten vastgelegd worden door het Vlaams Parlement.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2012-11-09/07, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2012>
Art.21.De personeelsformatie en het statuut van het personeel van de ombudsdienst worden door het Vlaams Parlement vastgesteld op voorstel van de ombudsman.
De personeelsleden van de ombudsdienst vervullen hun opdracht onder leiding van de ombudsman.
[1 De Vlaamse ombudsman is belast met het goed beheer van de Vlaamse ombudsdienst.]1
De personeelsleden van de ombudsdienst hebben in de uitoefening van ombudstaken dezelfde bevoegdheden als de Vlaamse ombudsman.
----------
(1)<DVR 2012-11-09/07, art. 9, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2012>
Art.22. De Vlaamse ombudsman stelt een huishoudelijk reglement op voor de werking van zijn diensten. Dat reglement wordt door het Vlaams Parlement goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Art. 22bis. <Ingevoegd bij DVR 2005-07-15/52, art. 11; Inwerkingtreding : 19-09-2005> Het Vlaams Parlement bepaalt de vestigingsplaats van de Vlaamse ombudsdienst.
Art. 22ter. [1 De Vlaamse ombudsdienst en het Vlaams Parlement kunnen onderling samenwerken. Die samenwerking mag geen afbreuk doen aan de autonome werking van de Vlaamse ombudsdienst. De inhoud van de samenwerking wordt vastgelegd in een door beide partijen ondertekend protocol.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2012-11-09/07, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2012>
Art. 22quater. [1 De Vlaamse ombudsman is verantwoordelijk voor de zorg en organiseert het beheer van het archief van de ombudsdienst.
De archiefzorg en de uitvoering van het archiefbeheer, alsook de toegang tot de archiefdocumenten verlopen volgens de standaarden en praktijken die het Vlaams Parlement hanteert voor zijn archief.
De archiefselectielijsten worden op voorstel van de Vlaamse ombudsman goedgekeurd door het Vlaams Parlement of een door het Vlaams Parlement aangewezen orgaan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2012-11-09/07, art. 11, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2012>
Art. 22quinquies. [1 Voor de geschillen en de handelingen waarvan het voorwerp tot de bevoegdheid behoort van de Vlaamse ombudsman wordt de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest in en buiten rechte vertegenwoordigd door de Vlaamse ombudsman.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2012-11-09/07, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2012>
Art.22sexies. [1 Een conflict over de uitvoering van een private huurovereenkomst met betrekking tot een woning of een deel van een woning waarin de huurder zijn hoofdverblijfplaats heeft, kan door de huurder of verhuurder voor bemiddeling aan de ombudsman worden voorgelegd. De ombudsman is alleen bevoegd als de verzoekende partij motiveert dat het conflict aan de coronacrisis te wijten is.
De bemiddeling van de ombudsman is een aanvulling op de bestaande dienstverlening van instanties die actief zijn op het gebied van huurbemiddeling.
Het bemiddelingsmandaat is beperkt tot problemen die voor 1 oktober 2020 bij de ombudsman worden aangemeld.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2020-05-08/04, art. 16, 010; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
Art.22septies. [1 De Vlaamse ombudsman die in dienst is op de dag van de inwerkingtreding van het decreet van 8 mei 2020 tot wijziging van enkele bepalingen in verband met de selectie en de evaluatie van de kinderrechtencommissaris, de Vlaamse ombudsman en de directeur van het Vlaams Vredesinstituut en tot instelling bij de Vlaamse ombudsdienst van een coronagebonden bemiddelingsopdracht inzake woninghuurovereenkomsten, behoudt het salaris van een statutair personeelslid van rang A3 van het Vlaams Parlement tot hij uit dienst treedt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2020-05-08/04, art. 17, 010; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
Art. 23. Dit decreet treedt in werking op 1 september 1998.