Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

8 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 27 november 1996 tot instelling van een bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het stelsel van de tijdelijke werkloosheid en de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen, in toepassing van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en van de artikelen 2, tweede lid, en 5, derde lid, van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-11-1998 en tekstbijwerking tot 30-06-2003.)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2002023074  2003022739 



Artikels:

Artikel 1. De volgende werkgevers worden onttrokken aan het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 27 november 1996 tot instelling van een bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het stelsel van de tijdelijke werkloosheid en de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen, in toepassing van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en van de artikelen 2 en 5 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen :
  a) het Rijk, met daarin begrepen de rechterlijke macht, de Raad van State, het leger, de rijkswacht;
  b) de gemeenschappen en de gewesten;
  c) de instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen met uitzondering van de openbare kredietinstellingen (en de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven) (, wat betreft de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.) <KB 2002-12-09/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2002> <AR 2003-06-23/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2002>
  d) de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen, met daarin begrepen het universitair onderwijs;
  e) de diensten voor school- en beroepsoriëntering en de vrije psycho-medico-sociale centra;
  f) de waringen en de polders;
  g) de provincies, verenigingen van provincies, de instellingen ondergeschikt aan de provincies;
  h) de gemeenten, de verenigingen, agglomeraties en federaties van gemeenten, de instellingen ondergeschikt aan de gemeenten, de instellingen van openbaar nut die afhangen van de verenigingen, agglomeraties en federaties van gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn alsook de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  i) de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, en de Verenigde Gemeenschapscommissie;
  j) de beschermde werkplaatsen en revalidatiecentra die afhangen van het Rijksfonds voor de sociale reclassering van de minder-validen of van zijn rechtsopvolgers.

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 8 november 1998.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN