23 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 20 van het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 2, 1°, wordt vervangen als volgt :
"§ 2, 1° het ziekenhuis dat over bedoelde kraaminrichting beschikt vóór 1 juli 1998 een ontwerpakkoord voor fusie of associatie ter goedkeuring voorlegt aan de Minister die de erkenning onder zijn bevoegdheid heeft met het oog op het beantwoorden aan deze vereiste.
Een kopie van het ontwerpakkoord voor fusie of associatie wordt overgemaakt aan de Ministers die de Volksgezondheid en de Sociale Zaken onder hun bevoegdheid hebben.
In voorkomend geval zal, indien het activiteitsniveau van die kraaminrichting lager is dan 275 bevallingen, de kraaminrichting van het ziekenhuis dat tot fusie of associatie overging, ten laatste twee jaar na de ondertekening van de fusie- of associatieovereenkomst, een homogene dienst op één vestigingsplaats moeten vormen.
Deze gefusioneerde of geassocieerde kraaminrichting zal moeten beantwoorden aan alle vigerende erkenningsnormen en normen inzake activiteitsniveau.'
2° in § 3, worden de eerste, tweede en derde zin vervangen als volgt :
"Onverminderd de bepalingen van §5, worden de pediatriediensten (kenletter E), andere dan die bedoeld in §1, tweede lid, en §4, wier bedcapaciteit op 1 oktober 1997 gedaald is tot onder het niveau van 15 bedden gesloten, tenzij het ziekenhuis dat over bedoelde pediatriedienst beschikt vóór 1 juli 1998 een ontwerpakkoord voor fusie of associatie ter goedkeuring voorlegt aan de Minister die de erkenning onder zijn bevoegdheid heeft met het oog op het beantwoorden aan deze vereiste.
Een kopie van het ontwerpakkoord voor fusie of associatie wordt overgemaakt aan de Ministers die de Volksgezondheid en de Sociale Zaken onder hun bevoegdheid hebben.
In voorkomend geval zal, indien die pediatriedienst over minder dan 10 bedden beschikt, de pediatriedienst van het ziekenhuis dat tot fusie of associatie overging, ten laatste twee jaar na de ondertekening van de fusie- of associatieovereenkomst, een homogene dienst op één vestigingsplaats moeten vormen.
Deze dienst van het gefusioneerd of geassocieerd ziekenhuis zal moeten beantwoorden aan alle vigerende erkenningsnormen en normen inzake activiteitsniveau.".
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA