27 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 56, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 25 april 1968, 8 november 1971, 5 april 1976, 6 april 1978, 20 september 1984, 15 april 1985, 4 december 1990, 5 juni 1994 en 24 mei 1995 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 1. Er wordt jaarlijks een vakantiegeld en een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld verleend aan de gerechtigden op een rust- en/of overlevingspensioen.
Het vakantiegeld en de aanvullende toeslag bij het vakantiegeld worden evenwel niet toegekend tijdens het jaar waarin het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat. Het daaropvolgend jaar worden een vakantiegeld en een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld toegekend, in verhouding tot het aantal maanden gedurende welke de gerechtigde het pensioen heeft genoten tijdens het jaar waarin het is ingegaan. Ze worden volledig toegekend tijdens de daaropvolgende jaren.
Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is voor de toepassing van het voorgaande lid, het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot.
In afwijking van het tweede lid, naargelang het geval van het derde lid, en onverminderd de toepassing van § 2 van dit artikel, worden het vakantiegeld en de aanvullende toeslag volledig toegekend vanaf het jaar waarin het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat :
a) als het om een rustpensioen gaat zo de gerechtigde titularis is geweest van een brugpensioen of zo hij genoten heeft van vergoedingen wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid tengevolge van een activiteit onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van deze van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de zeelieden der koopvaardij, of van deze van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden gedurende het volledige burgerlijk jaar dat voorafgaat aan het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen ingaat;
b) als het om een overlevingspensioen gaat, zo de laatst overleden echtgenoot van de gerechtigde titularis is geweest van een brugpensioen of zo hij genoten heeft van vergoedingen wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid tengevolge van een activiteit onderworpen aan de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van deze van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij, of van deze van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden gedurende het volledig burgerlijk jaar dat voorafgaat aan het jaar van zijn overlijden."
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemakt.
Art. 3. Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA