8 MEI 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 oktober 1992 betreffende de verbetering van de schapen- en geitenrassen.
Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Bijlage I van het ministerieel besluit van 21 oktober 1992 betreffende de verbetering van de schapen- en geitenrassen wordt vervangen door de bijlage van dit besluit.
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1997.
Brussel, 8 mei 1998.
K. PINXTEN
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage.
" Bijlage I. - Identificatie van de raszuivere fokschapen en -geiten.
1. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 2 juli 1996 betreffende de identificatie en de registratie van schapen, geiten en hertachtigen, worden de raszuivere fokschapen en -geiten geïdentificeerd met een identificatienummer samengesteld uit een reeks cijfers die achtereenvolgens een aanduiding zijn van :
- de bedrijfscode van de fokker, die, met goedkeuring van de Dienst Fokkerij en Vlees, toegekend wordt door de organisatie of vereniging van fokkers die het stamboek bijhoudt;
- het geboortejaar van het dier : het betreft het jaar waarin het fokseizoen waarin het dier geboren werd, eindigt;
- het geboorterangnummer van het dier in het fokbedrijf : het betreft een nummer met drie cijfers toegekend in de chronologische en onafgebroken volgorde van de geboorten op het fokbedrijf.
2. Het geboorterangnummer wordt toegekend aan het dier bij zijn geboorte, en wordt op het dier aangebracht door middel van een voorlopig identificatiemerk (oormerk, halsband, ...) voorgesteld door de organisatie of vereniging van fokkers en goedgekeurd door de Dienst Fokkerij en Vlees. Dit rangnummer wordt binnen de drie dagen, die volgen op de geboorte, op een geboorteverklarings-document, beschikbaar gesteld door de organisatie of vereniging van fokkers die het stamboek bijhoudt, overgeschreven.
3. Ten laatste drie maand na de laatste geboorte tijdens het fokseizoen in het fokbedrijf, wordt een definitief identificatiemerk, voorgesteld door de organisatie of vereniging van fokkers en goedgekeurd door de Dienst Fokkerij en Vlees, op het dier aangebracht.
4. Het voorlopig identificatiemerk waarop het geboorterangnummer staat dient minstens tot het aanbrengen van het definitief identificatiemerk op het dier aangebracht te blijven.
5. Een bepaald identificatienummer mag slechts aan één dier toegekend worden.
6. De raszuivere fokschapen en -geiten afkomstig uit een ander land behouden hun oorspronkelijke identificatie.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 8 mei 1998.
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN