13 MAART 1998. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 8 van de wet van 23 december 1994 tot instelling van de communautaire steunregeling voor vervroegde uittreding in de landbouwsector.
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. De prefinancieringsuitgaven bedoeld in artikel 8 van de wet van 23 december 1994 tot instelling van een communautaire steunregeling voor vervroegde uittreding in de landbouwsector worden als volgt bepaald :
Jaarlijks in de loop van de maand januari bepaalt het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen voor het voorbije jaar voor de begunstigden van voormelde wet van 23 december 1994 het saldo van :
- enerzijds de meeruitgaven, t.o.v. de normale pensionering op 65 jaar, aan vervroegde pensioenbedragen toegekend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen en van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen, met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot de realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, bekrachtigd bij de wet van 26 juni 1997, ten laste van het sociaal statuut der zelfstandigen voor de leeftijdscategorie van 60 jaar tot 65 jaar;
- anderzijds de minderuitgaven t.o.v. de normale pensionering op 65 jaar voor het sociaal statuut der zelfstandigen voor de leeftijdscategorie van 65 jaar tot 75 jaar die gelijk zijn aan de krachtens artikel 6 van voormelde wet van 23 december 1994 uitbetaalde supplementen.
Met het oog op de vaststelling van deze prefinancieringslasten houdt de Rijksdienst voor Pensioenen een afzonderlijke boeking van de supplementen in het kader van de wet van 23 december 1994 voor de cedenten-begunstigden van deze wet van de leeftijdscategorieën 60-65 jaar en 65-75 jaar.
§ 2. De jaarlijkse prefinancieringsuitgaven ten laste van de wederbelegde middelen van de sociale solidariteitsbijdragen bedoeld in de koninklijke besluiten nr. 12 van 26 februari 1982 en nr. 186 van 30 december 1982 worden berekend door toepassing van de in artikel 8 van de wet van 23 december 1994 voorziene coëfficiënt van 0,5355 en van een voor de ontleningen door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen tijdens het voorbije kalenderjaar representatieve gemiddelde rentevoet op het jaarlijks gecumuleerde gemiddelde negatieve saldo van de in de § 1 door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen bepaalde jaarlijkse uitgaven.
§ 3. De representatieve gemiddelde rentevoet bedoeld in § 2 wordt vastgesteld op basis van de rentevoet centraal tarief bepaald door de Nationale Bank van België, verhoogd met 0,50 % en geldend voor het jaar waarop de jaarlijkse prefinancieringsuitgaven betrekking hebben.
Art.2. De in artikel 1, § 2 bedoelde prefinancieringsuitgaven worden, na hun definitieve vaststelling in de maand januari van het volgend jaar door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, aangerekend op een variabel krediet van een basisallocatie van het activiteitenprogramma van het Landbouwfonds na overdracht van de overeenkomstig artikel 1 aan te wenden bedragen van de wederbelegde middelen van de sociale solidariteitsbijdragen op een artikel van de Rijksmiddelenbegroting met het oog op de exclusieve affectatie op voormelde basisallocatie.
Art.3. De termijnen bedoeld in de artikelen 1 en 2 zijn niet van toepassing voor de prefinancieringsuitgaven voor de jaren 1996 en 1997.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 5. Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 maart 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
M. COLLA
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN