10 AUGUSTUS 1998. - Wet houdende instemming met het Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging ervan, gedaan te Oslo op 18 september 1997.
Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. Het Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging ervan, gedaan te Oslo op 18 september 1997, zal volkomen gevolg hebben.
Art.3. In geval van een internationaal feitenonderzoek in België, hebben de internationale experts dezelfde bevoegdheden als die vermeld in artikel 24, tweede lid, van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in, en het dragen van wapens en op de handel in munitie, en zij genieten de voorrechten en immuniteiten onder artikel VI van het Verdrag der Verenigde Naties inzake voorrechten en immuniteiten, aangenomen op 13 februari 1946.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 augustus 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
E. DERCYKE
De Minister van Landsverdediging,
J.-P. PONCELET
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
BIJLAGE.
Art. N. Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging ervan.
(Voor het verdrag, zie %%1997-09-18/44%%).