27 NOVEMBER 1998. - Ministerieel besluit bepalend bijzondere nadere regelen van artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.
Art. 1-6
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° sociale maribel : de maatregel ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector bedoeld in het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
2° rapport : het rapport bedoeld in artikel 3, § 6 van het voormeld koninklijk besluit.
Art.2. Wanneer een sector het rapport niet binnen de voorziene reglementaire termijnen overmaakt, kan de goedkeuring vermeld in artikel 3, § 1, 4°, van het voormelde koninklijk besluit, door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en door de Minister van Sociale Zaken worden ingetrokken en dit onder de volgende voorwaarden :
- de voornoemde Ministers hebben bij een ter post aangetekend schrijven aan de betrokken sector een ingebrekestelling gericht, nadat de reglementaire termijn sinds tenminste 30 dagen verlopen is. In deze ingebrekestelling wordt de sanctie waaraan men zich blootstelt, met name de intrekking van de goedkeuring, vermeld en wordt het overmaken van het rapport bij een ter post aangetekend schrijven binnen en termijn van 30 dagen gevraagd;
- de sector heeft daaraan binnen de gestelde termijn geen gevolg gegeven.
Art.3. Wanneer een werkgever de inlichtingen die op hem betrekking hebben, die worden gevraagd met betrekking tot het rapport, niet overmaakt binnen de voorziene reglementaire termijnen, kan de goedkeuring vermeld in artikel 3, § 1, 4°, van het voormelde koninklijk besluit, voor wat betreft de toetreding van de betrokken werkgever tot de sociale maribel, door de voornoemde Ministers worden ingetrokken en dit onder de volgende voorwaarden :
- de voornoemde Ministers hebben bij een ter post aangetekend schrijven aan de betrokken werkgever een ingebrekestelling gericht, nadat de reglementaire termijn sinds tenminste 15 dagen verlopen is. In deze ingebrekestelling wordt de sanctie waaraan men zich blootstelt, met name de intrekking van de goedkeuring, vermeld en wordt het overmaken van de inlichtingen bij een ter post aangetekend schrijven binnen en termijn van 15 dagen gevraagd;
- de werkgever heeft daaraan binnen de gestelde termijn geen gevolg gegeven.
Art.4. De intrekking van de goedkeuring wordt door de voornoemde Ministers aan de betrokken sector en, in voorkomend geval, aan de betrokken werkgever bij ministerieel besluit of bij een ter post aangetekende brief betekend.
Art.5. In de sectoren waar de Minister van Volksgezondheid bevoegd is, wordt deze toegevoegd aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en de Minister van Sociale Zaken voor de bepalingen bedoeld in dit besluit.
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 27 november 1998.
Brussel, 27 november 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA