10 JULI 1998. - Wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de winstdeelnemingen niet meegerekend worden voor de berekening van de loonkostontwikkeling.
Art. 1-5
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Voor de toepassing van deze wet wordt onder winstdeelneming verstaan elk in geld waardeerbaar voordeel, ongeacht de benaming, door of lastens de werkgever toegekend aan de werknemer, indien dit voordeel rechtstreeks gekoppeld is aan de winst van de onderneming.
Art.3. Voor de toepassing van deze wet kan de winstdeelneming niet verleend worden ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of een aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid.
Art.4. De winstdeelnemingen die beantwoorden aan de volgende voorwaarden worden niet meegerekend voor de berekening van de loonkostenontwikkeling, bedoeld in artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen :
1° a) het verlenen van de winstdeelneming moet vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
b) bovendien, moet op de werkgever een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing zijn betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, gesloten in de Nationale Arbeidsraad overeenkomstig de bepalingen van artikel 30, § 1, van de voormelde wet van 26 juli 1996, ofwel gesloten in een paritair comité of subcomité, ofwel op ondernemingsvlak, in toepassing van de bepalingen vastgesteld door of krachtens artikel 30, § 2, van de voormelde wet van 26 juli 1996;
c) in de ondernemingen met minder dan 50 werknemers en zonder vakbondsafvaardiging, waar er noch een collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in a), noch een collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in b), bestaat, kan de werkgever die een tewerkstellingsakkoord sluit door middel van een toetredingsakte in toepassing van artikel 30, § 2, van de voormelde wet van 26 juli 1996, in deze toetredingsakte eveneens een winstdeelneming voorzien of een reeds ingediende toetredingsakte daartoe aanvullen;
2° de werkgever moet een netto-aangroei van de werkgelegenheid kunnen aantonen.
De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, wat onder netto-aangroei van de werkgelegenheid moet worden begrepen evenals de voorwaarden en de nadere regelen van de controle.
Hij wijst tevens de ambtenaren aan die gelast zijn met die controle.
Art. 5. Deze wet treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 juli 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economische Zaken,
E. DI RUPO
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Met 's Lands zegel gezegeld,
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS