16 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid.
HOOFDSTUK I. - Definitie van een arbeidsregeling met nachtprestaties.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers of van het personeel.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 4-5
HOOFDSTUK I. - Definitie van een arbeidsregeling met nachtprestaties.
Artikel 1. Onder arbeidsregeling met nachtprestaties dient te worden verstaan een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van de arbeidsregelingen waarin enkel worden tewerkgesteld :
- werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur;
- werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
HOOFDSTUK II. - Raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers of van het personeel.
Art.2. De raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers of van het personeel bepaald in artikel 38, § 3 van de arbeidswet van 16 maart 1971 en in artikel 9, § 4 van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid moet over de volgende onderwerpen gaan :
- de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties;
- de nodige veiligheidsmaatregelen;
- de mogelijkheden inzake kinderopvang;
- de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het stuk van de bezoldiging;
- het aantal betrokken werknemers.
Art.3. § 1. Het verslag van de raadplegingen, bedoeld in artikel 38, § 3 van de wet van 16 maart 1971, wordt bij een ter post aangetekende brief overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair Comité waaronder de onderneming ressorteert, alvorens de procedures te beginnen bepaald in de §§ 1 en 2 van voormeld artikel die betrekking hebben op de invoering van een arbeidsregeling met nachtprestaties.
§ 2. Het verslag van de raadplegingen, bedoeld in artikel 9, § 4 van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid, wordt, binnen zeven dagen volgend op de raadplegingen, bij een ter post aangetekende brief overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair Comité waaronder de onderneming ressorteert.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking op 9 april 1998.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 16 april 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET