22 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit houdende instelling van een Commissie Internering.
Art. 1-9
Artikel 1. Bij het Ministerie van Justitie wordt een Commissie Internering ingesteld, hierna Commissie genoemd.
Art.2. De Commissie heeft tot taak met het oog op het ontwikkelen van een toekomstgerichte visie op de internering : - de inventarisatie te maken van de juridische en praktische knelpunten in de toepassing van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964;
- het formuleren van voorstellen tot wijziging van de wet;
- het formuleren van voorstellen ter verbetering van de praktijk.
De Commissie zal het eindverslag van deze werkzaamheden uitbrengen ten laatste op 31 oktober 1998.
Art.3. De Commissie is samengesteld uit ten hoogste 30 leden, die op grond van hun bekwaamheid en interesse op het vlak van de internering door de Minister van Justitie worden benoemd.
Art.4. De Minister benoemt, onder de leden, de voorzitter en de ondervoorzitters.
Art.5. § 1. De voorzitter, de ondervoorzitters en de leden kunnen aanspraak maken op de reis-en verblijfsvergoeding zoals bepaald in het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries.
§ 2. Voor de toepassing van dit artikel worden de personen die geen ambtenaar zijn gelijkgesteld met de personeelsleden van rang 15 tot 17.
Art.6. De Commissie kan een beroep doen op externe deskundigen. Daartoe kan hen, op advies van de voorzitter, een vergoeding worden toegekend. Deze vergoeding wordt vereffend op voorlegging van een staat van kosten, na goedkeuring door Onze Minister van Justitie.
Art.7. Bij de Commissie wordt een secretariaat ingesteld belast met technische en administratieve taken.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 september 1996.
Art. 9. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK