Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995009630 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4, wordt aangevuld met de volgende vermeldingen :
  "in rang 34 : eerste kwartierchef (afgeschafte graad);
  in rang 34 : eerste hoofdbewaarder (afgeschafte graad);
  in rang 34 : eerste hoofdtechnicus (afgeschafte graad)".

Art.2. Artikel 15, § 2 en § 3, van het voornoemd koninklijk besluit worden vervangen door de volgende bepalingen :
  "§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn tot de graad van penitentiair beambte wordt de graadanciënniteit verworven in de graden van penitentiair beambte, eerste penitentiair beambte en eerstaanwezend penitentiair beambte alsmede de graadanciënniteit, die geacht is verworven te zijn in voornoemde graden krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 26 september 1990 tot vaststelling van sommige administratieve bepalingen ten gunste van de personeelsleden van het Bestuur Strafinrichtingen die met een graad van de loopbaan van penitentiair beambte of van technicus zijn bekleed, geacht verworven te zijn in de nieuwe graad.
  § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn tot de graad van penitentiair beambte en die voorheen krachtens artikel 8 van het voornoemd koninklijk besluit van 26 september 1990 bevorderd werden tot de graad van eerste penitentiair beambte, wordt de graadanciënniteit verworven in de graad van bewaarder eveneens geacht verworven te zijn in de nieuwe graad.
  Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn tot de graad van penitentiair beambte en die voorheen krachtens artikel 8 van het voornoemd koninklijk besluit van 26 september 1990 bevorderd werden tot de graad van eerstaanwezend penitentiair beambte, wordt de graadanciënniteit verworven in de graden van bewaarder en eerste bewaarder eveneens geacht verworven te zijn in de nieuwe graad.".

Art.3. In artikel 16 van het voornoemd koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn tot de graad van kwartierchef, wordt de graadancienniteit verworven in de graden van kwartierchef (rang 32), kwartierchef (rang 33), eerste kwartierchef (rang 34), technicus tweede klasse (rang 30), technicus eerste klasse (rang 32) en technicus (rang 33) geacht verworven te zijn in de nieuwe graad.".
  2° § 3 wordt opgeheven.

Art.4. In artikel 17 van het voornoemd koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn tot de graden van hoofdbewaarder en hoofdtechnicus wordt de graadanciënniteit verworven in de graden van hoofdbewaarder (rang 34), eerste hoofdbewaarder (rang 34), eerste hoofdbewaarder (rang 35), hoofdtechnicus (rang 34), eerste hoofdtechnicus (rang 34) en eerste hoofdtechnicus (rang 35) geacht verworven te zijn in de nieuwe graden.".
  2° § 3 wordt opgeheven.
  3° "§ 4" wordt vervangen door "§ 3".

Art.5. In artikel 18 van het voornoemd koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn tot de graad van bewaarder, wordt de graadanciënniteit verworven in de graden van bewaarder, eerste bewaarder en eerstaanwezend bewaarder geacht verworven te zijn in de nieuwe graad.".
  2° § 3 wordt opgeheven.
  3° "§ 4" wordt vervangen door "§ 3".

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.

Art. 7. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 7 januari 1998.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK