16 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 1bis van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier, ingevoegd door het koninklijk besluit van 7 december 1978, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 1bis. In afwijking van artikel 1 worden de militairen beneden de rang van officier die tot het gebrevetteerd varend personeel van de krijgsmacht behoren in ruste gesteld aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van een en vijftig jaar bereikt hebben.".
Art.2. Een artikel 3bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Artikel 3bis. De volgende overgangsmaatregelen worden genomen :
1° de militairen beneden de rang van officier die, op de datum van inwerkingtreding van dit artikel, tot het gebrevetteerd varend personeel van de luchtmacht behoren, kunnen aanspraak maken op een rustpensioen aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van vijfenveertig jaar bereikt hebben;
2° tot 1 januari 2000 of, indien de termijnen bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, verlengd worden, tot de uiterste datum waarop de in disponibiliteitstelling aan de betrokken militairen mag toegestaan worden, worden de onderofficieren, titularis van het brevet van "cabinepersoneel", in ruste gesteld aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van zes en vijftig jaar bereikt hebben;
3° na 1 januari 2000 of, indien de termijnen bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, verlengd worden, na de uiterste datum waarop de in disponibiliteitstelling aan de betrokken militairen mag toegestaan worden, worden de onderofficieren die titularis zijn van het brevet van "cabinepersoneel" en die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel reeds de functie van redder-duiker of loadmaster uitoefenen als lid van het tijdelijk varend personeel, in ruste gesteld, volgens hun keuze, aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van een en vijftig, tweeënvijftig, drieënvijftig, vierenvijftig, vijfenvijftig of zes en vijftig jaar bereikt hebben.".
Art.3. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 16 april 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging,
J.-P. PONCELET