Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 FEBRUARI 1998. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren (NOTA : Opgeheven bij MB2012-12-17/05, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2012, wat betreft de Federale Overheidsdienst Financiën en zijn personeel) (NOTA : Opgeheven bij MB2013-11-15/05, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014, voor wat betreft de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole en zijn personeelsleden)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-03-1998 en tekstbijwerking tot 27-12-2013)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2011003372  2012003329 



Artikels:

Artikel 1. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt, tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabel vermelde personeelsleden van het Algemeen Secretariaat, van de Administratie der thesaurie, de Administratie van de begroting en de controle op de uitgaven en de Administratie der pensioenen geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabel vermelde ambtenaar:

Kolom 1Kolom 2
  
de ambtenaren-generaalde Secretaris-generaal
  
de personeelsleden van de rangen 13de ambtenaar van rang 15 die het
en 10 en de personeelsleden van depersoneelsbeheer in zijn
niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van de niveaus 3de onmiddellijke hierarchische
en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13


Art.2. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabel vermelde personeelsleden van het Kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen en van de Administratie van fiscale zaken geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabel vermelde ambtenaar:

Kolom 1Kolom 2
  
de ambtenaren van rang 16de Secretaris-generaal
  
de ambtenaren van rang 15de Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
De personeelsleden van de rangen 13de ambtenaar van rang 15 die het
en 10 en de personeelsleden van depersoneelsbeheer in zijn
niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van de niveaus 3de onmiddellijke hierarchische
en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13


Art.3. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabellen vermelde personeelsleden van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabellen vermelde ambtenaar:
  a) Centrale diensten

Kolom 1Kolom 2
  
de ambtenaren-generaalde Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
de personeelsleden van rang 13de auditeur-generaal van
 financien met de functie van
 dienstchef

  b) Buitendiensten

Kolom 1Kolom 2
  
de personeelsleden van rang 13de auditeur-generaal van
 financien met de functie van
 dienstchef
  
de personeelsleden van rang 10 ende gewestelijk directeur bij
de personeelsleden van de niveauseen fiscaal bestuur die aan het
2+, 2, 3 en 4 met uizonderinghoofd staat van het
van die van de opsporingsdienstencontrolecentrum waartoe het
 personeelslid behoort
  
de personeelsleden van rang 10 ende gewestelijk directeur die
de personeelsleden van de niveausafkomstig is van de
2+, 2, 3 en 4 van deadministratie van oorsprong van
opsporingsdienstenhet personeelslid
 


Art.4. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabellen vermelde personeelsleden van de Administratie der directe belastingen geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabellen vermelde ambtenaar:
  a) Centrale diensten

Kolom 1Kolom 2
  
de directeur-generaalde Secretairs-generaal
  
de ambtenaren van rang 15de Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
de personeelsleden van de rangende ambtenaar van rang 15 die het
13 en 10 en de personeelsleden vanpersoneelsbeheer in zijn
de niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van de niveausde onmiddellijke hierarchische
3 en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13
 

  b) Buitendiensten

Kolom 1Kolom 2
  
de gewestelijk directeurs bij eende ambtenaar van rang 15 die het
fiscaal bestuurpersoneelsbeheer in zijn
 bevoegdheid heeft
  
de leiders van de mechanografischede ambtenaar van de centrale
diensten en de ambtenarenlesgeversadministratie die door de
 administratiechef speciaal is
 aangewezen om het rechtstreeks
 gezag uit te oefenen over de
 ene of de andere van die
 categorieen van personeel
  
de personeelsleden van de niveaus 2+,de ambtenaar van rang 13 die de
2, 3 en 4 van de directiesleiding heeft van elk van deze
beroepsopleiding en mechanografiedirecties
  
de personeelsleden van de niveaus 1,de gewestelijk directeur bij een
2+, 2, 3 en 4 niet hiervoor bedoeldfiscaal bestuur
 


Art.5. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabellen vermelde personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabellen vermelde ambtenaar:
  a) Centrale diensten

Kolom 1Kolom 2
  
de directeur-generaalde Secretaris-generaal
  
de ambtenaren van rang 15de Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
de personeelsleden van de rangen 13de ambtenaar van rang 15 die het
en 10 en de personeelsleden van depersoneelsbeheer in zijn
niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van de niveausde onmiddellijke hierarchische
3 en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13
 

  b) Buitendiensten

Kolom 1Kolom 2
  
de gewestelijk directeurs bij eende ambtenaar van rang 15 die het
fiscaal bestuurpersoneelsbeheer in zijn
 bevoegdheid heeft
  
de directeurs bij een fiscaalde gewestelijk directeur bij een
bestuurfiscaal bestuur
  
de personeelsleden tewerkgesteld 
bij de Diensten van Algemene 
Controle en Organisatie: 
  
- personeelsleden van niveau 1de gewestelijk directeur bij een
 fiscaal bestuur van de Diensten
 van Algemene Controle en
 Organisatie
  
- overige personeelsledende directeur bij een fiscaal
 bestuur met de grootste
 graadancienniteit
  
de personeelsleden tewerkgesteld 
bij de Nationale Opsporingsdirectie 
en bij de Opsporingsinspecties: 
  
- personeelsleden van niveau 1de gewestelijk directeur bij een
 fiscaal bestuur van de Nationale
 Opsporingsdirectie
  
- overige personeelsledende directeur bij een fiscaal
 bestuur met de grootste
 graadancienniteit
  
de personeelsleden tewerkgesteld 
bij de Dienst Coordinatie-Opleiding 
en Centra voor beroepsopleiding: 
  
- personeelsleden van niveau 1de dienstchef van de dienst
 Opleiding van de centrale
 administratie
  
- overige personeelsledende leidend ambtenaar van de
 dienst
  
de personeelsleden tewerkgesteld 
bij het Laboratorium der douane 
en accijnzen: 
  
- personeelsleden van niveau 1de dienstchef van de Dienst
 Nomenclatuur (Tarief) en Waarde
 (D.T.) van de centrale
 administratie
  
- overige personeelsledende leidend ambtenaar van de
 dienst
  
de personeelsleden tewerkgesteld 
bij de Centrale Dienst voor 
Informatiebeheer en Risicoanalyse: 
  
- personeelsleden van niveau 1de dienstchef van de dienst
 Planning, Beheerscontrole,
 Financien en Communicatie van
 de centrale administratie
  
- overige personeelsledende leidend ambtenaar van de
 dienst
  
de personeelsleden van de niveausde directeur bij een fiscaal
1, 2+, 2, 3 en 4, niet hiervoorbestuur
bedoeld 
 


Art.6. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in de kolom 1 van de hiernavolgende tabellen vermelde personeelsleden van de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabellen vermelde ambtenaar:
  a) Centrale diensten

Kolom 1Kolom 2
  
de directeur-generaalde Secretaris-generaal
  
de ambtenaren van rang 15de Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
de personeelsleden van de rangen 13de ambtenaar van rang 15 die het
en 10 en de personeelsleden van depersoneelsbeheer in zijn
niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van de niveausde onmiddellijke hierarchische
3 en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13
 

  b) Buitendiensten

Kolom 1Kolom 2
  
de gewestelijk directeurs bij eende ambtenaar van rang 15 die het
fiscaal bestuurpersoneelsbeheer in zijn
 bevoegdheid heeft
  
de voorzitters van de aankoopcomites 
  
de gewestelijk directeur bij een 
fiscaal bestuur die de leiding heeft 
van het Centrum voor 
informatieverwerking 
  
de gewestelijke directeur bij een 
fiscaal bestuur die de leiding heeft 
van de Centrale B.T.W.-Eenheid voor 
internationale administratieve 
samenwerking 
  
de leidend ambtenaar van de Algemene 
Zegelwerkplaats 
  
de ambtenaar bekleed met de graad 
van directeur bij een fiscaal 
bestuur die belast is met het 
toezicht op de diensten der griffies 
van de hoven en rechtbanken en de 
organisatie ervan 
  
de personeelsleden van het Centrumde gewestelijk directeur bij
voor Informatieverwerking en van deeen fiscaal bestuur die de
Regionale centra voorleiding heeft van het Centrum
Informatieverwerkingvoor Informatieverwerking
  
de personeelsleden van de Centralede gewestelijk directeur bij een
B.T.W-Eenheid voor internationalefiscaal bestuur die de leiding
administratieve samenwerkingheeft van de Centrale
 B.T.W.-Eenheid
  
De personeelsleden van de Algemenede leidend ambtenaar van deze
Zegelwerkplaatsdienst
  
de personeelsleden van de niveausde gewestelijk directeur bij
1, 2+, 2, 3 en 4, hiervoor bedoeldeen fiscaal bestuur
 


Art.7. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabellen vermelde personeelsleden van de Administratie van het kadaster geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabellen vermelde ambtenaar:
  a) Centrale diensten

Kolom 1Kolom 2
  
de directeur-generaalde Secretaris-generaal
  
de ambtenaren van rang 15de Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
de personeelsleden van de rangende ambtenaar van rang 15 die het
13 en 10 en de personeelsledenpersoneelsbeheer in zijn
van de niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personelsleden van de niveausde onmiddellijke hierarchische
3 en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13
 

  b) Buitendiensten

Kolom 1Kolom 2
  
de gewestelijk directeurs bij eende ambtenaar van rang 15 die het
fiscaal bestuurpersoneelsbeheer in zijn
 bevoegdheid heeft
  
de ambtenaar van rang 13 die de 
leiding heeft van het Centrum voor 
Informatieverwerking 
  
de personeelsleden van de niveausde ambtenaar van rang 13 die de
1, 2+, 2, 3 en 4 van het Centrumleiding heeft van dit centrum
voor Informatieverwerking 
  
de personeelsleden van de niveausde ambtenaar van de centrale
1, 2+, 2, 3 en 4 van de Centraadministratie die de vorming in
voor beroepsopleidingzijn bevoegdheid heeft en
 bekleed is met een graad van
 minstens rang 13
  
de personeelsleden van de niveausde gewestelijk directeur bij
1, 2+, 2, 3 en 4, niet hiervooreen fiscaal bestuur
bedoeld


Art.8. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf wordt tegen de in kolom 1 van de hiernavolgende tabellen vermelde personeelsleden van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie geformuleerd door de in kolom 2 van dezelfde tabellen vermelde ambtenaar:
  a) Centrale diensten

Kolom 1Kolom 2
  
de directeur-generaalde Secretaris-generaal
  
de ambtenaren van rang 15de Administrateur-generaal van
 de belastingen
  
de personeelsleden van de rangen 13de ambtenaar van rang 15 die
en 10 en de personeelsleden van dehet personeelsbeheer in zijn
niveaus 2+ en 2bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van de niveausde onmiddellijke hierarchische
3 en 4meerdere bekleed met een graad
 van minstens rang 13

  b) Buitendiensten

Kolom 1Kolom 2
  
de gewestelijk directeurs bij eende ambtenaar van rang 15 die
fiscaal bestuurhet personeelsbeheer in zijn
 bevoegdheid heeft
  
de personeelsleden van niveau 1de gewestelijk directeur bij
niet hiervoor bedoeld en deeen fiscaal bestuur
personeelsleden van de niveaus 
2+, 2, 3 en 4


Art.9. De bevoegdheden van de Directieraad inzake de formulering van de definitieve voorstellen van tuchtstraffen worden toevertrouwd aan de colleges van dienstchefs, behalve voor wat betreft het personeel van niveau 1 van het Algemeen Secretariaat en van de centrale diensten.

Art.10. Het ministerieel besluit van 18 september 1985 tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 6 mei 1988 en 7 mei 1993, wordt opgeheven.

Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1998.
  Brussel, 10 februari 1998.
  De Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT
  De Minister van Begroting,
  H. VAN ROMPUY
  De Minister van Pensioenen,
  M. COLLA