25 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1998 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 16 juli 1998, betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 8. Wanneer het advies over een vrijwillige mobiliteitsaanvraag gunstig voor het personeelslid is, wordt het personeelslid opgenomen in een reserve van kandidaten voor een overplaatsing. Wanneer een betrekking vacant wordt verklaard, dient de kandidaat die het best beantwoordt aan de vereisten van het ambt een proefperiode van drie maanden te ondergaan. Deze periode vangt aan op een datum die door de directieraad voor een betrekking van niveau 1 en door de leidend ambtenaar voor een betrekking van niveau 2+, 2, 3 of 4 wordt vastgesteld.
Bij het verstrijken van de proefperiode wordt de kandidatuur van het personeelslid definitief aanvaard of verworpen, eveneens naargelang het niveau, door de directieraad of de leidend ambtenaar. Voordien kan de directieraad of de leidend ambtenaar de betrokkene of elk personeelslid dat de nodige inlichtingen kan verstrekken die betrekking hebben op de proefperiode van de betrokkene, horen.
De Dienst Mobiliteit wordt verwittigd van de datum waarop de proefperiode aanvangt alsmede van de beslissing die na de proefperiode wordt genomen.".
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 november 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT